Dat de romans van de Zuid-Afrikaans-Engelse bestsellerauteur Deborah Levy zich niet makkelijk laten verfilmen, bleek vorig jaar met de rommelige adaptatie van Swimming Home. Krap een jaar later volgt de bewerking van Hot Milk, een film die weliswaar een stuk behapbaarder is, maar verre van overtuigt. Van sommige boeken moet je misschien gewoon afblijven.
Rose, de moeder van eind-twintiger Sofia, lijdt aan een curieuze ziekte: ze kan niet meer lopen, maar heel soms toch wel. In een wanhopige poging iets van duidelijkheid te krijgen, reizen de twee af naar een kuuroord aan de Andalusische kust, waar Rose onder toezicht komt te staan van Dr. Gomez, een ietwat raadselachtige privé-arts. Voor Sofia een goed moment om haar scriptie af te maken, maar daar komt weinig van terecht. Niet alleen omdat haar moeder hulpbehoevend is, maar vooral omdat de twee, op z'n zachtst gezegd, een gecompliceerde relatie hebben.
Fiona Shaw is goed op dreef als de tegelijkertijd onuitstaanbare en meelijwekkende Rose. Met één blik of vilein opmerkinkje weet ze het bloed onder de nagels vandaan te halen, zowel bij Sofia als de kijker. Sofia probeert zo goed en kwaad haar moeder te ondersteunen, maar is gedurende de film vooral op de vlucht. Om aan haar moeder en de hitte te ontsnappen, hangt ze rond op het strand. Daar treft ze Ingrid, een beschadigde kunstenares met wie ze, iets te snel, in een romance verwikkeld raakt.
De roman was ongrijpbaar en intrigerend, maar de film is vooral frustrerend. Tijdens het lezen bleef je lang in het duister tasten - is Rose's toestand nu psychosomatisch of wat? In romanvorm werkte dat, maar de film maakt er een warboel van. Dat zit 'm vooral in de haastige montage. Scènes duren zelden langer dan een halve minuut, waardoor je telkens op afstand gehouden wordt. De film ademt te weinig. Juist door scènes langer te rekken, meer ruimte te laten voor stitles, verhoog je de spanning, maar regisseur Lenkiewicz dendert er doorheen.
Alles blijft daardoor wat aan de oppervlakte. Ja, uit dit mitrailleursalvo aan scènes leer je een hoop over wat deze drie vrouwen mankeert, maar echt voelen doe je het niet. Naarmate de film vordert, hoopt de misère zich verder op en bereikt het uiteindelijk een punt waarop je het zelfs niet meer zo serieus kunt nemen. Een gemiste kans, want het spel van de drie vrouwen is uitstekend en ook qua sfeer en beelden zit het goed.
Misschien hebben de makers (Levy schreef zelf mee aan het scenario) de fout gemaakt zich iets te trouw aan de bron te houden, waardoor er paradoxaal genoeg juist een weinig bevredigend geheel is ontstaan. In betere handen had dit verhaal over de verstikkende relatie tussen drie vrouwen misschien een zonovergoten variant op Ingmar Bergman's existentiële psychodrama's kunnen zijn, maar helaas.