170 Hz
Recensie

170 Hz (2011)

Bijzondere debuutfilm over twee verliefde en tevens dove tieners mist inhoud.

in Recensies
Leestijd: 3 min 18 sec
Regie: Joost van Ginkel | Cast: Gaite Jansen (Evy), Michael Muller (Nick), Hugo Haenen (vader van Evy), Porgy Franssen (vader van Nick), Robert de Hoog (Sijp), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2011

Televisiemaker en inmiddels ook schrijver en regisseur Joost van Ginkel maakt zijn speelfilmdebuut op bijzondere wijze. Het liefdesverhaal is niet bijster origineel, met uitzondering van één kernelement: de twee jonge geliefden zijn doof en communiceren via gebarentaal. In de film wordt daardoor amper gesproken. Het is aan Van Ginkel en zijn acteurs te danken dat de film ondanks deze stilte geen moment saai wordt. Dat de film desondanks voor een select publiek geschikt is, komt vooral door de experimentele stijl vol visuele trucjes.

De negentienjarige Nick en de zestienjarige Evy zijn compleet verliefd op elkaar. Wanneer de ouders van Evy haar relatie met de oudere Nick afkeuren, besluiten ze samen te vluchten en pas terug te komen als Evy zwanger is. Ze houden zich schuil in een oude, verlaten onderzeeër maar al snel blijkt de voor Evy prille en ongecompliceerde liefde een stuk ingewikkelder te worden door Nicks verleden.

De film werd in het kader van De Oversteek gemaakt. Dit is een project van de VPRO, het Nederlands Filmfonds, het Mediafonds en het CoBO-fonds om veelbelovende filmmakers een eerste of tweede speelfilm te kunnen laten maken. Joost van Ginkel is zo’n filmmaker. Hij maakte eerder de twee korte films Zand en Kus die beide met diverse prijzen werden onderscheiden. Dat hij desondanks nog altijd een beginnend filmmaker is, blijkt overduidelijk uit zijn speelfilmdebuut 170 Hz.

Van Ginkel werkte net als bij zijn twee korte films samen met de op fictiegebied eveneens onervaren cameraman Rogier den Boer. Samen creëren ze een visuele stijl die vol zit met trucjes zoals extreem vertraagde of juist versnelde beelden. Dit levert zonder meer een aantal prachtige beelden op, waaronder een scène waarin met verf wordt gegooid. Inhoudelijk voegt het echter weinig tot niets toe en voelt het allemaal wat experimenteel en - om eens een vies woord te gebruiken - ‘artsy fartsy’ aan.

De twee hoofdrolspelers Gaite Jansen en Michael Muller, beiden niet doof, maakten zich de gebarentaal eigen en leerden daarmee te acteren. Dat is voor twee zulke jonge acteurs op zichzelf al bewonderenswaardig, maar daar komt nog eens bij dat Muller zijn fictiefilmdebuut maakt. Tot nu toe speelde hij alleen in twee muzikale voorstellingen. Toch is het verschil groot met de getalenteerde Jansen, die al een respectabel cv heeft opgebouwd met daarop titels als Sonny Boy, Schemer en In Therapie. Haar acteertalent weet ze ook via de gebarentaal mooi tot uiting te laten komen, terwijl Nick iets te veel een stereotiep personage blijft.

Dat is evengoed aan het scenario te danken dat niet erg sterk is en de nodige clichés bevat. Evy en Nick zijn ontzettend verliefd, maar het is niets meer dan een kalverliefde. Daar is op zich weinig mis mee, maar omdat de personages amper met elkaar communiceren (wat niets te maken heeft met hun doofheid) en je weinig over hun achtergrond te weten komt, raak je nooit echt betrokken bij de personages en de film. Toch breekt Van Ginkel op een gegeven moment met deze vertelwijze. Het betreft een scène waarin Nick bij het waterpoloën door Robert de Hoogs personage Sijp belachelijk wordt gemaakt vanwege zijn doofheid en hij de pestkop vervolgens hard terugpakt. Het is een niet nader toegelicht bijverhaal dat volledig uit de lucht komt vallen. Ook inhoudelijk voegt het niets toe, want dat er iets mis is met Nick weet je op dat moment al lang.

Bij het afgelopen Nederlands Film Festival kreeg 170 Hz Gouden Kalfnominaties voor beste actrice en beste geluidsontwerp. Beide zijn volledig terecht. De film won tevens de publieksprijs, wat niet echt verrassend is aangezien het gemiddelde filmfestivalpubliek een film die vorm boven inhoud verkiest, doorgaans goed kan waarderen. Dat de film soms wat experimenteel overkomt en inhoudelijk niet al te sterk is, voorkomt echter dat het echt fascinerend wordt.