Potiche
Recensie

Potiche (2010)

De tweede film van François Ozon binnen het jaar heeft inhoudelijk weinig om het lijf, maar is dankzij de stralende Catherine Deneuve wel erg vermakelijk.

in Recensies
Leestijd: 2 min 22 sec
Regie: François Ozon | Cast: Catherine Deneuve (Suzanne Pujol), Gérard Depardieu (Maurice Babin), Fabrice Luchini (Robert Pujol), Jérémie Renier (Laurent Pujol), e.a. | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2010

Het blijft toch opmerkelijk met hoeveel ogenschijnlijk gemak de Franse filmmaker François Ozon zich al jaren door totaal verschillende filmgenres heen slaat. Hij maakte al psychologische thrillers (Swimming Pool), een musical (8 Femmes), sociaal-realistische drama’s (Le Refuge, 5 x 2) en het niet in een genre te plaatsen Ricky, over een baby die kan vliegen. Zijn nieuwste film Potiche heeft met de kleurrijke aankleding nog het meest weg van 8 Femmes, de grote internationale doorbraak van Ozon. En net als in die film is het de Franse filmdiva Catherine Deneuve die de meeste indruk maakt.

Deneuve is Suzanne Pujol, een echte ‘potiche’ (huisvrouw) die uit een goede familie komt en getrouwd is met de directeur van een groot paraplubedrijf, dat oorspronkelijk door haar vader is opgericht. Haar man houdt Suzanne thuis en wil dat zij kookt en voor het huishouden zorgt, maar verder niets. Dat verandert als er op de paraplufabriek een staking uitbreekt en Robert door een hartaanval wordt getroffen. Suzanne, geliefd bij de werknemers als dochter van de oude baas, besluit de taken van haar man op zich te nemen en dat is zo’n succes dat ze dat wil blijven doen, zelfs als haar echtgenoot weer aan de beterende hand is.

Potiche speelt zich af in de jaren zeventig en dat geeft Ozon een vrijbrief zich weer eens lekker uit te leven met de art direction. De felle kleuren spatten van het scherm en kunnen je verblinden als je niet oppast, maar het past wel uitstekend bij de kluchtige sfeer van de film. Inhoudelijk heeft Potiche namelijk niet erg veel om het lijf. Er zit een politiek subplot in - Suzanne gaat de samenwerking aan met een communistische politicus (gespeeld door Gérard Depardieu) en besluit op een gegeven moment zelfs mee te doen aan de verkiezingen - en de achtergestelde positie van de vrouw in de jaren zeventig wordt aan de kaak gesteld, maar wereldschokkend is het niet. Gelukkig hoeft dat ook helemaal niet, want Ozon beseft dat het juist de prettig ontspannen niets-aan-de-handsfeer is die de film zijn charme geeft.

Daarbij heeft Potiche met Catherine Deneuve natuurlijk een hele grote troef in handen. De Française wordt de laatste jaren vaak gecast voor koude, harde rollen door haar wat ijzige uitstraling, maar laat hier zien dat ze ook uitstekend de rol van een warme, liefdevolle moeder kan invullen. Deneuve is nog steeds een van de weinige actrices die alleen al met hun verschijning een film kunnen dragen, iets wat ze in Potiche wederom laat zien. Met name in de wisselwerking met Depardieu, ook al zo’n filmicoon, sprankelt Potiche en ben je snel bereid te vergeten dat deze film eigenlijk nergens over gaat.