Recensie

The Hitchhiker's Guide to the Galaxy (2005)

Een geslaagde poging om één van de grappigste boeken ooit te verfilmen.

in Recensies
Leestijd: 4 min 28 sec
Regie: Garth Jennings | Cast: Martin Freeman (Arthur Dent), Sam Rockwell (Zaphod Beeblebrox), Mos Def (Ford Prefect), Zooey Deschanel (Trillian) e.a | Speelduur: 109 min.

Wanneer er een succesvol boek wordt verfilmd weet je een paar dingen zeker: er zal een horde 'fans' opstaan die gaat roepen dat het boek toch beter was, dat die bepaalde scène er in had gemoeten, of anders uitgebeeld, of wat dan ook, én daar zal iemand op reageren met de opmerking dat je films niet met het boek mag vergelijken, omdat het twee compleet verschillende media betreft, of omdat de schrijver het boek nooit bedoeld zou hebben als filmscript. 'The Hitchhiker's Guide to the Galaxy' is echter niet zomaar een boek...

Arthur Dent heeft het niet gemakkelijk: op het moment dat zijn huis met de grond gelijk wordt gemaakt om plaats te maken voor een snelweg, vertelt zijn beste vriend Ford Prefect dat hij eigenlijk een buitenaards wezen is, en dat de Aarde op het punt staat gesloopt te worden om plaats te maken voor een intergalactische snelweg. Hun enige kans om te overleven is om heel snel een lift te krijgen van een voorbijvliegend ruimtevaartuig.
Tijdens zijn ruimtereis doet Arthur een hoop nieuwe ontdekkingen. Hij vindt het antwoord op de ultieme vraag naar het leven, het universum en de rest, een handdoek blijkt het meest nuttige voorwerp voor intergalactische lifters te zijn, en alles wat hij verder nog moet weten blijkt te vinden in één enkel boek: 'The Hitchhiker's Guide to the Galaxy'!

Douglas Adams gaf zijn verhaal, dat in 1978 begon als een BBC-hoorspel, ook al vorm in een TV-serie, een reeks boeken, een LP, een aantal theatervoorstellingen en zelfs in een computerspel. Met name de boeken werden een groot succes, en Adams groeide uit tot een cult-figuur met miljoenen fans. In 1998 tekende Adams een contract met Disney voor de verfilming van zijn werk; drie jaar later overleed hij echter onverwachts aan een hartaanval. Op dat moment was hij volop bezig aan de tweede versie van het scenario.

De eervolle opdracht om de film alsnog van de grond te krijgen kwam in handen van Garth Jennings en Nick Goldsmith, vooral bekend als makers van een reeks vernieuwende commercials en muziekvideo's. Aan hen de taak om een film te maken, in de wetenschap dat ze dicht op de huid gezeten zouden worden door miljoenen toegewijde fans, ieder met een geheel eigen kijk op hoe het verhaal er in beelden uit zou moeten zien. Nu de film eindelijk door alle fans te zien is, lijkt er dus maar één vraag relevant: is het ze gelukt??

En hier komt het probleem voor de recensent om de hoek kijken. Als de vraag luidt: "Is deze film een goed gelijkende afspiegeling van het boek", dan moet het antwoord helaas ontkennend zijn. De teksten van Adams zijn te rijk, te spitsvondig, te speels om effectief in beelden te kunnen worden gevat. Als de vraag vervolgens is of dat wel zo erg is, dan is het antwoord wederom ontkennend.
The Hitchhiker's Guide to the Galaxy is namelijk een hele leuke film, met een veelheid aan boeiende, grappige en onderhoudende karakters, met een plot die ontstaan lijkt nadat George Lucas zijn geheime aantekeningen op het bureau van de jongens van Monty Python liet slingeren, met goed uitgewerkte grappen en een geweldige vormgeving (mede dankzij de poppen uit de studio van Jim Henson).

Natuurlijk zullen de diehards roepen dat er niets van klopt. Het ruimteschip 'The Heart of Gold', in de boeken omschreven als in de vorm van een sportschoen, lijkt nu meer op een porseleinen theepot. De Babelvis, in de boeken goed voor een paginavullend relaas dat uiteindelijk het niet-bestaan van God bewijst, komt er nu een stuk bekaaider vanaf, en zo zijn er nog veel meer afwijkingen te noemen. Dit neemt echter niet weg dat er heel veel wél overeind is gebleven. Niet in de laatste plaats natuurlijk The Guide zelf, die grafisch erg goed gelukt is en als een soort voice-over (met de stem van Stephen Fry) toch de nodige hoeveelheid droge humor in woordvorm aan de film toevoegt. Gelukkig is er ook voldoende plaats ingeruimd voor juweeltjes als de walvis met existentiële problemen en de supercomputer Deep Thought. Er zijn zelfs een paar nieuwe dingen toegevoegd. Neem bijvoorbeeld het broodmes dat de sneetjes tijdens het snijden al roostert. Het mes heeft alle kenmerken van een jedi-lightsaber, inclusief de juiste geluidseffecten (die overigens ook netjes in de credits vermeld worden...).

Samenvattend kun je dus concluderen dat het er maar net aan ligt met welke instelling je naar deze film wil kijken. De fans van het boek lopen het risico teleurgesteld te worden als ze teveel nadruk leggen op de vergelijking met het boek, iets dat Douglas Adams overigens altijd sterk heeft afgeraden. Hij wilde juist altijd dat de afzonderlijke versies behoorlijk van elkaar zouden verschillen.

Aan de andere kant zitten er misschien net iets te veel grappen in die voor degenen die het boek niet kennen onbegrijpelijk zijn. Die mensen moeten voor zichzelf maar uitmaken of ze dat risico willen lopen, of dat ze het toch nog even zullen lezen voor ze de film gaan zien.

Tussen deze uitersten blijft genoeg ruimte over voor mensen die met een open blik gaan kijken naar een geslaagde poging om één van de grappigste boeken ooit te verfilmen. Het wachten is nu op de volgende delen.