Riphagen
Recensie

Riphagen (2016)

De verfilming van het onvoorstelbare verhaal van 's lands beruchtste oorlogsmisdadiger, Andries Riphagen, mikt op een breed publiek en verkiest spanning boven diepgang.

in Recensies
Leestijd: 3 min 15 sec
Regie: Pieter Kuijpers | Cast: Jeroen van Koningsbrugge (Andries Riphagen), Kay Greidanus (Jan van Liempd), Lisa Zweerman (Greetje Riphagen), Sigrid ten Napel (Lena van Liempd), Peter Blok (Gerrit van der Veen), Anna Raadsveld (Betje Wery), Sieger Sloot (Frits Kerkhoven), e.a. | Speelduur: 130 minuten | Jaar: 2016

"Ik denk dat ik u wel kan helpen. Maar dan moeten we elkaar wel kunnen vertrouwen." De Joodse vrouw, wier man al door de nazi's is weggevoerd, neemt aarzelend de hand van haar landgenoot die zojuist de dubbele wand waarachter ze ondergedoken zat aan gort sloeg en nu met een zaklamp in haar ogen schijnt. "We moeten elkaar een beetje helpen," stelt hij de bange Jodin gerust. Wat de vrouw niet weet, is dat deze Nederlander dezelfde belofte ook maakt tegenover de Duitsers, met wie hij collaboreert, én tegenover het verzet, dat hij om de tuin leidt en tegen elkaar uitspeelt.

Riphagen vertelt het waargebeurde verhaal van Andries Riphagen, de grootste oorlogsmisdadiger die Nederland ooit gekend heeft. De crimineel, al in de jaren dertig een gevreesde figuur uit de Amsterdamse onderwereld, vult tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn zakken door met de Duitsers samen te werken. Hij spoort Joodse onderduikers op, wint hun vertrouwen, troggelt al hun geld en juwelen af met de belofte bescherming te bieden, om ze vervolgens zonder blikken of blozen te verraden aan de Sicherheitsdienst en zeven en een halve gulden kopgeld te innen. Naar schatting tweehonderd Joodse Nederlanders zijn door zijn toedoen de dood ingejaagd. Schatrijk wordt hij ervan.

De goedlachse en goedgebekte Dries (gespeeld door Jeroen van Koningsbrugge) weet iedereen in te palmen met zijn charmes, empathisch vermogen en zijn hands-on-mentaliteit. Zijn puppyogen en mooie beloftes doen de rest. Profiteurs zoals Riphagen waren er meer, hij is niet de enige die zijn Joodse landgenoten hielp oppakken. Op Polen en Duitsland na zijn nergens in Europa zoveel Joden gedeporteerd als in Nederland. Het was niet de Duitse overheerser die de razzia's uitvoerde, maar de Nederlandse politie.

Tijd voor een film die de strikte scheidslijn tussen goed en kwaad en onze sentimenten daarover wat bijstelt, dacht regisseur Pieter Kuipers (Van God Los, TBS). Vanaf het moment dat hij de biografie van Bart Middelburg en René ter Steege over Andries Riphagen onder ogen kreeg, meer dan tien jaar terug, heeft hij eraan gewerkt het levensverhaal van deze misdadiger op het witte doek te krijgen. Wat nogal wat voeten in aarde had: een genadeloze dader in een verhaal dat onnoembaar veel slachtoffers en geen helden kent, is moeilijk te verkopen.

De vergelijking met Zwartboek, ook een film die de morele grijswaarden tijdens en vlak na de oorlog wilde tonen, dient zich meermaals op. Maar Paul Verhoevens bioscoophit uit 2006 - twee jaar later door het Nederlandse publiek gekroond tot beste Nederlandse film aller tijden - bleek vooral een gepolijste thriller. Datzelfde valt ook te zeggen van Riphagen. De film is opgezet als wraakfilm waarin de gedupeerde verzetsstrijder annex politieagent Jan van Liempd (een rol van Kay Greidanus) het tot zijn levensdoel ziet om Riphagen te pakken te krijgen. Een fictief personage dat is toegevoegd om de verfilming op deze wijze te kunnen vervaardigen.

Deze onvoorstelbare geschiedenis schiet hierdoor emotioneel wat tekort. En juist de gebeurtenissen net na het einde van de oorlog blijken interessant voor die herziening van het heroïsche beeld van de strijdlustige Nederlander waarover Kuijpers het heeft. Toch ontspint Riphagen zich meer en meer tot een film over een jager en een opgejaagde.

Het gebruik van een handheld camera en een bewust onevenwichtige kadrering weerspiegelen dit visueel. De vele 'off-angle' shots, doorkijkjes en voyeuristische camerastandpunten roepen de film noir uit de jaren veertig en vijftig in herinnering. Die sfeer wordt weer enigszins tenietgedaan door de scheutigheid met muziek (een keur aan amusementsliedjes van Nederlandse bodem) en geluidseffecten (een onheilspellende boem als een belangrijk document op tafel verschijnt). Riphagen weet de vaart er goed in te houden, maar toont zich een misdaadfilm en geen biografie of oorlogsdrama.