Skyscraper
Recensie

Skyscraper (2018)

Slordig uitgevoerd jatwerk met een dikke laag CGI, onder het mom van een ode.

in Recensies
Leestijd: 3 min 19 sec
Regie: Rawson Marshall Thurber | Cast: Dwayne Johnson (Will Sawyer), Neve Campbell (Sarah Sawyer), Chin Han (Zhao Long Ji), Roland Møller (Kores Botha), Noah Taylor (Mr. Pierce), Byron Mann (Inspector Wu), Pablo Schreiber (Ben), McKenna Roberts (Georgia Sawyer), Noah Cottrell (Henry Sawyer), Hannah Quinlivan (Xia) | Speelduur: 102 minuten | Jaar: 2018

Rawson Marshall Thurber (Dodgeball, Central Intelligence) is trots op het feit dat Skyscraper geen reboot of remake is, maar een origineel werk. Het zou een ode zijn aan actiefilms uit de jaren tachtig en negentig, om precies te zijn: Die Hard, Towering Inferno en The Fugitive. In realiteit is het een doorzichtig excuus om de aantijging van 'rip-off' te ontwijken. Skyscraper is zeker geen adembenemend eerbetoon, maar eerder een middelmatige poging tot een pastichefilm.

Het is vrij ambitieus om af te kijken bij Die Hard, een rauwe en sublieme actiefilm die bij menig filmfan in het geheugen gegrift staat. Thurber neemt veel oppervlakkige elementen over: een Aziatische magnaat, een wolkenkrabber en Europese terroristen die zich naar binnen hacken. Maar dit heeft niets te maken met de kracht van Die Hard, oftewel de bloederige actie, de ongecensureerde oneliners, de charismatische antagonist en de sarcastische held. Al deze elementen sluiten prima aan op Dwayne Johnsons oeuvre ... maar Thurber laat dit inkoppertje van een 'ode' liggen.

Hij maakt van Will Sawyer juist een kwetsbare en onzekere familieman, met een geamputeerd onderbeen na een desastreuze eerdere confrontatie met een terrorist. Het is ergens een uitstekende kans om van de inspiratiefilms af te wijken en te spelen met interessante thema's. Gooi nog wat PTSS in de mix, plus een brandende toren en je hebt een redelijk speelveld voor Dwayne Johnson om zijn horizon te verbreden. Al deze potentie wordt nooit waargemaakt. Het is niet geheel duidelijk of een dergelijke dramatische toon simpelweg niet past bij Dwayne Johnson of dat Thurber het niet uit hem kan trekken, maar het resultaat is simpelweg vlak drama. Het pijnlijke neveneffect is dat Will Sawyer een uiterst tamme actieheld is en niets voorstelt vergeleken met andere iconen die over gespiegelde gebouwen rondhuppelen.

Skyscraper is deels een tamme actiefilm, maar gooit het ook op ramptoerisme. De 'Pearl' is een prachtige toren met ingebouwde windturbines en groene parken, die samen zorgen voor een prima vlammenzee zodra de pyromane terroristen losgaan. De meeste actiescènes gooien het op het spektakel van de brandende toren om het gebrek aan geweld tussen mensen wat te compenseren. Helaas zijn die vuurscènes niet bijzonder gefilmd en is er nauwelijks sprake van overtuigend gevaar. Niemand van belang lijkt gewond te raken, een emotionele band mist en realistisch menselijk gedrag is al helemaal ver te zoeken. Het helpt ook niet dat Johnson behoorlijk wat moeite heeft om de heldhaftige acties van de bangige Sawyer te verkopen. Of dat de natuurwetten compleet genegeerd worden in een verder vrij serieuze actiefilm.

Ten slotte vindt men ook nog wat 'inspiratie' in The Fugitive met een onnodig subplot. Het moet van Will Sawyer een soort verkeerd begrepen held maken, die door alles en iedereen wordt achtervolgd. Helaas zorgt dit niet voor een sterk thriller-aspect, maar voor een vlakke hoofdpersoon die enkel reageert op geforceerde situaties. Sawyer gaat net als de filmkijker gewoon maar mee met de rit, de chantage en al het ongeluk. Het maakt Sawyer uiterst passief en ontdoet hem van zijn laatste sprankje persoonlijkheid.

Het wordt pijnlijk duidelijk dat Thurber gewend is aan komedie, nu hij het grotendeels weglaat. Er is een enkele geforceerde oneliner, maar het leeuwendeel van de film blijft serieus en vlak. Hij mag dan veel inspiratie halen uit prachtige actiefilms, maar hij heeft zelf niets toe te voegen aan het genre. Hij focust als een fanboy op oppervlakkige en gekopieerde details, maar vergeet de essentiële onderliggende technieken die zorgen voor spanning en sensatie. De finale is bovendien een geforceerde en slappe actiescène met spiegels die rechtstreeks gekopieerd is uit een filmklassieker. Slordig uitgevoerd jatwerk, aangedikt met CGI onder het mom van een ode; dat is Thurbers aanpak in een notendop.