Notti Magiche
Recensie

Notti Magiche (2018)

Vermoeiende, maar vermakelijke ode aan de Italiaanse cinema én satire op de Italiaanse filmindustrie. Inclusief een WK voetbal.

in Recensies
Leestijd: 4 min 1 sec
Regie: Paolo Virzì | Cast: Mauro Lamantia (Antonino Scordia), Irene Vetere (Eugenia Malaspina), Giovanni Toscano (Luciano Ambrogi), Giancarlo Giannini (Leandro Saponaro), Ornella Muti (Federica), e.a. | Speelduur: 125 minuten | Jaar: 2018

Aldo Serena legt aan. Als hij deze penalty mist, verliest Italië in 1990 de halve finale van het WK voetbal in eigen land. Hij schiet... en de Argentijnse keeper Goycochea vangt de bal! De droom is voorbij. Het drama is voltrokken. Terwijl een groep Italianen het ziet gebeuren op een terras aan het water in Rome, stort achter hen een auto in de Tiber. De toon is gezet voor een haast hysterische tragikomedie over de Italiaanse filmwereld gesitueerd in Rome, in de zomer van 1990. Drie jonge schrijvers leren tijdens de 'notti magiche', de magische nachten, van die zomer dat achter de magie van cinema een duistere wereld schuilt vol intrige, ambitie, oplichterij, leugens en seks. Waarna uiteindelijk de fundamentele vraag overblijft: is de Italiaanse cinema dood?

De auto die in de Tiber stort, is die van fictieve filmproducent Leandro Saponaro, emblematisch voor zowel de glorie als de teloorgang van de Italiaanse cinema. Italië wordt gezien als de geboorteplaats van zowel de kunstfilm als van de spektakelfilm in de jaren tien van de twintigste eeuw. Na het fascisme en de Tweede Wereldoorlog ontstond in Italië het zogenaamde neorealisme, een stroming die grote namen voortbracht zoals Visconti, De Sica en Rosselini. De invloed op filmhuisfilms is nog steeds zichtbaar.

In de jaren vijftig en zestig voegden meesters zoals Fellini (die in Notti Magiche eventjes voorkomt als 'de maestro') en Antonioni zich bij het rijtje grote namen, terwijl vanaf de jaren zestig de filmindustrie zich ook internationaal liet gelden als producent van spaghettiwesterns en horrorfilms, en in de jaren zeventig met de Italiaanse misdaadfilms. De Italiaanse genrefilms uit dit tijdperk waren financieel succesvol en worden nog steeds als pijlers van de respectievelijke genres gezien. Sergio Leone en Dario Argento behoren sindsdien tot het rijtje grote namen van de Italiaanse cinema.

In de jaren tachtig ging het mis. De kunstfilm wordt de filmhuisfilm, door geen aansluiting meer te vinden bij een groot publiek, en de seksueel getinte komedies die de Italiaanse kassa nu domineren vinden in het buitenland weinig aftrek en worden door critici en in de filmindustrie zelf als rotzooi gezien. Eind jaren tachtig breekt een soort renaissance aan, met films zoals Nuovo Cinema Paradiso en filmmakers zoals Bertolucci en Moretti. Een aantal Oscars en Gouden Palmen volgt, maar toch wordt sinds de jaren tachtig zo nu en dan gesproken van de dood van de Italiaanse cinema.

Zo ook in 1990 in Notti Magiche, onder andere door die filmproducent Leandro Saponaro. Nadat hij in de openingsscène in de Tiber stort, wordt een onderzoek ingesteld en pakt de politie drie jonge scriptschrijvers op. De ondervraging van Antonino, Eugenia en Luciano vormt een raamvertelling voor een terugblik op de maand daarvoor, waarin zij als finalisten voor een prestigieuze scenarioprijs in aanraking komen met de Italiaanse filmwereld anno 1990. Hun idealisme en dromen komen in aanraking met de harde realiteit van onderhandse deals, aan lager wal geraakte idolen, oppervlakkige sterren, corruptie en seks.

Vooral in de nachtscènes maakt Paolo Virzi goed gebruik van Rome als decor voor mooi belichte scènes, die elkaar in een hectisch tempo opvolgen. Er wordt voortdurend veel en heel snel gepraat, wat uiteraard gepaard gaat met drukke gebaren. De montage buigt zich naar het tempo van de conversaties. Ondertussen kijkt iedereen de hele tijd naar het WK op televisie, want terwijl de filmwereld vooral met zichzelf bezig is, kijkt de rest van Italië niet naar hun films maar naar voetbal.

Terwijl aan de ene kant van de stad een serieus, idealistisch script over een depressieve arbeider die zelfmoord pleegt, wordt omgevormd tot een televisieserie waarin de hoofdrolspeler veel met ontbloot bovenlijf wil kunnen rondlopen om zijn spieren te laten zien, keuvelen oude scenaristen over de teloorgang van de Italiaanse film én architectuur ("niemand kan tegenwoordig nog een mooie gang ontwerpen"). Op de achtergrond mist Gullit een kans en glijdt verslagen naast het doel.

Notti Magiche is zowel een ode aan de Italiaanse cinema als een satire op de Italiaanse filmindustrie. Tragisch, maar toch opgewekt en zo nu en dan grappig. Het drukke spervuur van dialogen is zo nu en dan wel wat vermoeiend, ook door de montage die dat staccato ritme volgt. Daardoor volgen scènes elkaar soms wel heel abrupt op. Tot nieuwe inzichten zal je door Notti Magiche niet zo snel komen. De impliciete kritiek op hoe mannen vrouwen behandelen in de filmwereld is makkelijk doordat de film gesitueerd is in 1990. Als kijker krijg je daardoor geen morele vraagstukken voorgeschoteld hoe het nu is in Italië (of elders in de filmwereld), terwijl het Weinstein-schandaal en de #MeToo-beweging de afgelopen jaren duidelijk hebben gemaakt dat er op dat vlak in de drie decennia daarna weinig veranderd is.