Mug
Recensie

Mug (2018)

Satire op de doorgeslagen Poolse maatschappij verliest zich in dramatiek rondom gezichtstransplantatie.

in Recensies
Leestijd: 2 min 43 sec
Regie: Malgorzata Szumowska | Cast: Mateusz Kosciukiewicz (Jacek), Agnieszka Podsiadlik (Jaceks zuster), Malgorzata Gorol (Dagmara), Roman Gancarczyk (Priester), e.a. | Speelduur: 91 minuten | Jaar: 2018

De openingsscène van Mug belooft een bijtende satire op de moderne Poolse maatschappij. Eentje die qua doorgeslagen kapitalisme op Amerika lijkt, in de vorm van een uitverkoop van een warenhuis met kerst, waarvoor de klanten in hun ondergoed moeten shoppen. In het holst van de nacht wacht een menigte met spanning voor de deuren van de winkel. Als het licht in de winkel aangaat, rukt men zich de kleren van het lijf en kan het gevecht om de flatscreens beginnen. Een treffend beeld van hoe we onze waardigheid moedwillig van ons af gooien voor een koopje.

Het lukt Jacek om een televisie te bemachtigen door deze uit de handen van een oude vrouw te rukken. Zo scherp als de opening wordt het daarna niet meer. Filmmaakster Malgorzata Szumowska gaat voor schrijnend melodrama én satire, maar blijft in het midden drijven, waardoor Mug aangrijpend noch grappig wordt. Aan de ene kant is het een satire op de hypocriete blik van kleinstedelijk Polen, aan de andere kant is het een drama over een gezichtstransplantatie.

Jacek is een vrolijke jongen, die met zijn lange haren en voorliefde voor metal niet past bij zijn familie en het dorp waar hij woont. Alleen zijn oude vader en oudere zus houden onvoorwaardelijk van hem. Jacek is verloofd met Dagmara, en wil met haar naar Engeland. Ondertussen werkt hij als bouwvakker aan een enorm standbeeld van Jezus, gemodelleerd naar het beroemde exemplaar in Rio de Janeiro. Hij valt op een dag ín het onafgemaakte standbeeld en heeft daarna een gezichtstransplantatie nodig om te overleven. Het is de eerste in Europa, een medisch unicum in een zeer modern ziekenhuis.

Jacek wordt een mediasensatie, maar de samenleving die hij aantreft als hij terugkeert naar zijn dorp blijkt niet zo vooruitstrevend. Dagmara wil hem niet meer zien, zijn familie durft hem met zijn nieuwe, misvormde gezicht nauwelijks aan te kijken en hij wordt al snel weer arbeidsgeschikt verklaard, ondanks dat hij aan één oog blind is, zich zeer moeilijk verstaanbaar kan maken en nog nauwelijks zelfstandig behoorlijk kan eten. Zijn moeder denkt zelfs dat hij bezeten is door de duivel. De lokale priester helpt haar maar al te graag om per direct een exorcisme te regelen.

De priester levert nog de scherpste satire op, of in ieder geval de hardste. Zo heeft hij een 'mannetje' voor exorcismes zoals anderen een mannetje hebben om apparatuur te repareren. En als Dagmara op de biechtstoel zit en aan hem vraagt of het mogelijk is om na een verloving toch niet meer van iemand te houden, wil hij vooral weten of ze een nieuwe geliefde heeft en of ze hem wel of niet pijpt. De duivel zit hem in de details...

Het drama van Jacek die niet meer herkend of erkend wordt, behalve door zijn zus en vader, en de humoristisch bedoelde maatschappijkritiek zitten elkaar ernstig in de weg. De toon wisselt voortdurend, waardoor het nooit een harmonieus geheel wordt. Interessantst is nog het camerawerk, dat regelmatig grote delen van het beeld onscherp laat. Eerst als metafoor voor de kortzichtigheid van de mensen, die alleen zien wat ze willen zien. Later als reflectie van Jaceks beperkte gezichtsvermogen.