La Bonne Épouse
Recensie

La Bonne Épouse (2020)

Compleet verkloot blijspel over feminisme.

in Recensies
Leestijd: 3 min 34 sec
Regie: Martin Provost | Scenario: Martin Provost en Séverine Werba | Cast: Juliette Binoche (Paulette Van der Beck), Yolande Moreau (Gilberte Van der Beck), Noémie Lvovsky (Marie-Thérèse), Edouard Baer (André Grunvald), François Berléand (Robert Van der Beck), Marie Zabukovec (Annie Fuchs), Anamaria Vartolomei (Albane Des-deux-Ponts), Lily Taieb (Yvette Ziegler), e.a. | Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2020

Als de woordcombinatie 'Franse komedie' je doodsangst inboezemt, dan heb je nog te positieve verwachtingen van La Bonne Épouse. Zelden verschijnt er zo'n slecht ingeschatte film, die ook qua vertelling zwaar tekortschiet. Op zijn best is dit een goed bedoeld, maar gefaald niemendalletje. Voor een getraind oog valt het echter onder incompetent jatwerk. Regisseur Martin Provost heeft geen eigen stijl, wel een rammelend verhaal en een twijfelachtige moraliteit. Maar zijn hart zat vast op de juiste plek.

Het ene moment begluurt schooldirecteur Robert Van der Beck nog veel te jonge meisjes, het volgende ligt hij te creperen in het gazon. Na zijn dood blijkt hij echter nog meer zonden op zijn kerfstok te hebben. De financiën van zijn Huishoudschool staan er ernstig belabberd voor. En dan is het al het jaar 1967, een tijd waarin de populariteit in het geding is van deze studierichting om 'perfecte echtgenotes' klaar te stomen. Het aantal nieuwe studenten keldert dus met het jaar. Hoe gaan zijn weduwe, zijn zus en een lesgevende non de boel overeind houden?

Zelfs de lettertypes van The Grand Budapest Hotel zijn gestolen voor in de credits. Provost wilde dusdanig graag de stijl van zijn Amerikaanse collega Wes Anderson evenaren, dat hij vanaf de eerste seconde allerlei camerabewegingen, shotcomposities en vooral het kleurgebruik imiteert. En dat is nog een gulle omschrijving voor het gebrek aan eigen creativiteit van deze Fransman. Hij pakt allerlei losstaande beeldende elementen over, maar heeft geen flauw idee hoe hij ze moet inzetten. En dan zou je nog kunnen verwachten dat die stijl zich zelfs in mindere handen prima zou lenen voor een Frans blijspel. Niet in die van Provost, zo blijkt.

Dan hebben we het nog niet eens gehad over de politieke lading van La Bonne Épouse. Dit is een film die feminisme schreeuwt, maar er bar weinig van laat zien. Er wordt lekker lollig gedaan over de in 1967 al verouderde normen en waarden van de Huishoudschool, en enigszins terecht. Het geluk van de vrouw is ondergeschikt aan dat van de man, zo onderwijst directrice Paulette aan haar meisjes, en seks onderga je gewoon. Het zijn echter alleen dit soort open deuren die als problematisch worden aangemerkt, zonder dat er een betere oplossing wordt opgevoerd.

La Bonne Épouse verruilt het ene verouderde denkbeeld voor het andere. Volgens Provost is feminisme blijkbaar dat je het jawoord geeft aan de eerste de beste kerel die je wél een orgasme kan geven. Maakt niet uit wat voor manipulatieve gladjakker hij is. Een volgende les is dat je als vrouw niet je eigen administratieve problemen kunt oplossen, maar een welgestelde bankier nodig hebt om het voor je te doen. Soit, Paulette Van der Beck leert wél een broek te dragen; zij het een broek waarin haar welgevormde kont ontzettend mooi uitvalt. En dat was het noemen niet waard geweest, als het niet in de filmdialoog werd benadrukt. Emancipatie prima, als het maar opgetut is.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over het verhaalverloop. In het laatste kwartier worden er nog even wat plotwendingen ingesmeten met heftige implicaties, waar geen tijd meer voor is om ze uit te werken. Als ze ergens halverwege gebeurden, konden ze misschien een diepere impact hebben, maar nu worden ze er nog even snel ingepropt. In een film waarin al anderhalf uur niets op het spel staat is dat een belediging voor de kijker. En dan, in de allerlaatste minuten, verandert La Bonne Épouse ineens in een musical met het meest onverdiende slotnummer denkbaar.

Hoofdrolspeelster Juliette Binoche had zich hier niet voor mogen lenen. Amélie-veteraan Yolande Moreau is hier te goed voor. En ook Noémie Lvovsky heeft te veel klasse voor dit prulwerk. Maar het is de jonge actrice Lily Taieb die het grootste onrecht is aangedaan. Het beetje waarde dat haar personage meekrijgt wordt aan het einde compleet kapot gemaakt door de onkunde van de makers. Als je geen boomer bent, boycot deze dan vooral.