Recensie

Martin Luther King vs. the FBI (2020)

Boeiende, thematisch nog altijd relevante documentaire over hoe de FBI Martin Luther King ten val probeerde te brengen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 49 sec
Regie: Sam Pollard | Scenario: Benjamin Hedin & Laura Tomaselli | Cast: Martin Luther King (archiefmateriaal), J. Edgar Hoover (archief), Will Sullivan (archief), Lyndon B. Johnson (archief), e.a. | Speelduur: 107 minuten | Jaar: 2020

Martin Luther King kennen we vandaag de dag allemaal als een van de grote morele leiders van de twintigste eeuw. Zijn 'I have a dream'-speech over zijn hoop op raciale gelijkheid is één van de beroemdste redevoeringen aller tijden. Zijn citaten en gedachtegoed worden zeker in de Verenigde Staten door mensen vanuit het gehele politieke spectrum aangehaald. Maar dat was niet altijd zo. Tijdens zijn leven werd hij door een groot deel van de (witte) gevestigde orde als een staatsvijand gezien, die onderdrukt moest worden. Daar gaat de nieuwe documentaire Martin Luther King vs. The FBI over.

Overigens werd hij ook door een (klein) deel van de zwarte gemeenschap als niet radicaal genoeg en daarom zelfs als verrader gezien, maar dat is niet de focus van deze documentaire. Die ligt voornamelijk op hoe de overheid, specifiek in de persoon van FBI-directeur Edgar J. Hoover en zijn rechterhand Will Sullivan, jarenlang Martin Luther King afluisterde, in de hoop hem op iets te betrappen waarvoor ze hem konden pakken.

De documentaire volgt het leven van Martin Luther King, vanaf het moment dat hij prominent wordt als leider van de burgerrechtenbeweging in het zuiden van de Verenigde Staten (met o.a. de Montgomery-busboycot in '55-'56), tot aan zijn dood in 1968. Met louter archiefmateriaal en voice-overs van journalisten, academici en mensen die hem meemaakten, wordt een beeld geschapen dat we in principe al kennen: van een charismatische, eloquente leider die opkomt voor gelijke rechten voor zwarte burgers in de VS met geweldloos protest.

Ondertussen volgt de documentaire ook de FBI en dus met name Hoover en Sullivan, die King al eind jaren vijftig bestempelen als gevaarlijk, subversief en zeer waarschijnlijk communistisch. Sullivan stelt dat King "de gevaarlijkste neger in de Verenigde Staten" is en dat ze "al hun middelen moeten inzetten om hem te vernietigen." Dat doen ze eerst door gesprekken tussen King en de Joodse advocaat Stanley Levinson af te luisteren. Levinson, een persoonlijke vriend van King die een belangrijke rol speelde in de burgerrechtenbeweging, was namelijk ooit lid van de Amerikaanse Communistische Partij.

Als dit uiteindelijk op niks uitloopt, zelfs ondanks de bemoeienis van de gebroeders Kennedy, gooit de FBI het over een andere boeg. Tijdens een van de afluistersessies komen ze erachter dat King buitenechtelijke relaties heeft. Reden genoeg voor hen om nu ook King zelf direct af te gaan luisteren, met apparatuur in zijn huis, zijn telefoon en in elk hotel waar hij verblijft. Volgens de FBI zijn Kings seksuele activiteiten bewijs voor waarom hij een gevaarlijk, subversief individu is. Het past precies binnen de racistische clichés over zwarte mannen die hun lusten niet kunnen bedwingen en daarom een gevaar zijn voor de witte maatschappij, een clichébeeld dat zeker toen nog alom aanwezig was in allerlei media, inclusief films en televisie.

In één van de interviews die als voice-over te horen is, wordt de vraag gesteld of je niet medeplichtig bent aan de FBI-activiteiten door hun materiaal te onderzoeken en te presenteren. De documentaire probeert dat te vermijden door zich zoveel mogelijk op het moreel dubieuze onderzoek te richten, en niet zozeer op de uitkomsten van het onderzoek. Dat hij vreemdging valt niet te ontkennen, maar op de details daarvan wordt niet echt ingegaan.

Daarnaast wordt via de vele interviews met en beelden van King een beeld gecreëerd van de man zoals we die kennen: een intelligent persoon die precies weet uit te leggen wat er mis is met de verhoudingen tussen zowel ras als klasse in de Verenigde Staten, en hoe dit vloekt met de idealen en principes waarop het land gevestigd zou moeten zijn. Hoewel hij zeker gelijk had en nog steeds heeft, en interviews met King altijd boeiend blijven om naar te kijken, biedt de film op dat gebied weinig nieuwe inzichten. Wie wat meer bekend is met zijn levensverhaal en wat er om hem heen gebeurde, zal ook wel al het een en ander weten over de decennialange surveillance van de FBI en hun pogingen om hem daarmee ten val te brengen.

Desalniettemin presenteert Martin Luther King vs. The FBI een scherp beeld van deze hetze. Het onderstreept nog maar eens hoe actieve racistische repressie hand in hand gaat met het bagatelliseren van problemen door de witte gevestigde orde. Liever zien ze iemand zoals King als vervelende splijtzwam dan dat ze de werkelijke problemen erkennen. Dat is helaas nog altijd een actuele boodschap, ook buiten de VS.