The Story of My Wife
Recensie

The Story of My Wife (2021)

Na drie uur is nog niet duidelijk waarom The Story of My Wife het vertellen waard is.

in Recensies
Leestijd: 2 min 43 sec
Regie: Ildikó Enyedi | Scenario: Ildikó Enyedi | Cast: Gijs Naber (Jakob Störr), Léa Seydoux (Lizzy), Louis Garrel (Dedin), Sergio Rubini (Kodor), Luna Wedler (Grete), e.a. | Speelduur: 169 minuten | Jaar: 2021

Als zeeman is het bestaan eenzaam. Daarom besluit Jakob Störr de eerste vrouw te trouwen die het restaurant waar hij zit, binnenkomt. Gelukkig voor hem is de eerste vrouw die werkelijk de drempel overgaat de prachtige Lizzy en zegt ze ook nog eens ja. Wat volgt is een huwelijk waarin Jakob constant bang is dat Lizzy er een andere minnaar op nahoudt. Die gedachte, terecht of onterecht, maakt hun huwelijk vaak tot een ongemakkelijke bedoening.

The Story of My Wife opent met een gewichtige monoloog in de voice-over. Jakob vraagt zich af wat hij aan een toekomstige zoon zou kunnen vertellen om hem kennis te laten maken met wat het leven is. Het is pijnlijk pretentieus. Zeker in combinatie met de prachtige beelden van majestueuze walvissen. Gelukkig achtervolgt de voice-over de kijker daarna niet meer, want dan was de schoonheid van andere beelden ook in het water gevallen.

Met name de shots die het verhaal niet verder stuwen geven de sterkste sfeerimpressie. Zeelui die zich op dek staan te wassen, een blik op het water dat onder de boot voorbijraast, prachtig uitgelicht en gekaderd. Hierin is het oog voor detail te zien dat een passend portret van een zeekapitein zou kunnen maken. Helaas gaat het om de vrouw aan land en komt dit totaal niet uit de verf.

In sommige scènes weten acteurs Gijs Naber en Léa Seydoux een goede spanning tussen hun personages op te voeren. Het is lastig te zeggen wat ze precies voor elkaar voelen: haat of liefde? Deze frictie en de ongrijpbaarheid van de relatie zijn een goed uitgangspunt, maar door de afwezigheid van enige karaktereigenschappen van beide personages is het lastig om ze te zien als mensen van vlees en bloed.

Lang lijkt het erop alsof de film de vraag of Lizzy vreemdgaat gebruikt als het onzichtbare spook dat de relatie overschaduwt. Helaas leidt dit niet tot een werkelijk punt. De culminatie van dit alles is een anticlimax die het verhaal reduceert tot een simpele geschiedenis van lust en overspel die weinig aan de verbeelding overlaat. Zelfs als de kijker zich niet stoort aan de ontknoping blijft de vraag waarom juist deze geschiedenis het vertellen waard is. De scènes rijgen zich aaneen, maar nieuwe informatie bieden ze niet.

Het hoogtepunt en de scène waarin de film eindelijk echt tot leven komt is als Jakob spontaan een Nederlands lied begint te zingen. De deels geschokte en deels geamuseerde mensen kijken toe terwijl ook de kijker door dit onverwachte moment even wakker geschud wordt. Helaas breekt iemand het voorval af en zakt de film daarna weer weg in de monotonie.

Hoewel degelijk gemaakt met een aantal aardige stijlkeuzes en vaak prima acteerwerk is het een groot raadsel waarom deze film bestaat. Het probleem is niet de lengte van drie uur an sich, want ook in de helft van de tijd zou de vraag blijven hangen waarom de kijker geïnteresseerd is in dit hoofdzakelijk miserabele paar. Er is te weinig passie en mysterie waardoor de film, net als het huwelijk van Jakob en Lizzy, al snel bekoelt.