'Dubbel Zes': het nutteloze en ongewenste talent van Daphne Deckers
Recensie

'Dubbel Zes': het nutteloze en ongewenste talent van Daphne Deckers (2025)

Een Nederlandse romkom met een korte speelduur en een laag budget. Dat is lastig scoren.

in Recensies
Leestijd: 3 min 30 sec
Regie: Jonathan Elbers | Scenario: Gerben Hetebrij | Cast: Abbey Hoes (Annabel), Jim Bakkum (Jan), Ryan Bown (Travis Bing), Emma Deckers (Annabels vriendin), Sem Ben Yakar (Thies), e.a. | Speelduur: 86 minuten | Jaar: 2025

Nepotisme bestaat al lang, vooral in de entertainmentindustrie. In Nederland hebben de bekende kinderen van Jeroen Krabbé en John de Mol (en diens zus) hun roem toch echt te danken aan hun familie. Ook de familie Deckers maakt er gretig gebruik van: moeder schrijft romans die worden verfilmd, speelt er zelf kleine rolletjes in en zorgt ervoor dat dochter ook in beeld komt. In Dubbel Zes is het niet anders.

Annabel krijgt op haar vijfentwintigste verjaardag te horen dat ze haar geërfde vermogen er volledig heeft doorgejaagd met haar levensstijl. Het enige wat ze nog heeft is het pand waarin ze woont en waarvan ze de benedenverdieping verhuurt aan een dierenarts. Deze Jan blijft haar ondanks haar egoïstische gedrag en leugens toch steunen. Maar Annabel ontdekt al snel dat deze steun niet onvoorwaardelijk is, en dat het verlies daarvan harder aankomt dan verwacht.

Alweer een romkom gebaseerd op een boek van Daphne Deckers. Ze heeft het talent om de meest onuitstaanbare personages te creëren. Nare figuren komen vaker voor, zeker in West-Europese verhalen, maar meestal ondervinden zij de consequenties van hun gedrag, zoals een flinke tegenslag of het verlies van vrienden of familie. Deckers' presenteert dit soort walgelijke figuren als 'lekker pittig' en beloont ze royaal na een minimale tegenslag.

Tom de Mol produceert dit soort meuk aan de lopende band en prijst zich rijk dat veel Nederlanders romkoms van eigen bodem blijven bezoeken, ook al zijn ze van erbarmelijke kwaliteit. Dubbel Zes duurt minder dan anderhalf uur en het beperkte budget is duidelijk zichtbaar, ook al is er altijd wel wat vrijgemaakt om in het buitenland te filmen (Cannes dit keer).

Annabel is een onwaardig hoofdpersonage. Ze gedraagt zich op een misselijkmakende manier, maar speelt meteen het slachtoffer als iemand commentaar heeft. Krijgt Annabel ooit de wind van voren? Nee, nooit. Wordt ze geconfronteerd met de consequenties van haar gedrag en motiveert haar dat om een beter mens te worden? Nee, nooit. Loopt het dan ten minste slecht met haar af? Het antwoord laat zich raden.

Het verhaal slaat werkelijk nergens op. In fictie is veel geoorloofd, maar Nederlandse filmmakers passeren keer op keer de grens van het toelaatbare. Annabels advocaat trekt pas aan de bel wanneer ze diep in de schulden zit. Ook beweert hij dat ze geen inkomen heeft, terwijl ze een deel van haar pand verhuurt aan dierenarts Jan, wat vaak benoemd wordt.

Dierenarts Jan moet op een gegeven moment kiezen wie hij op een doodzieke hond laat passen: zijn professionele doktersassistente die weet wat ze moet doen als er iets misgaat, of Annabel, die hij een week eerder heeft ingehuurd als receptioniste. Hij kiest Annabel. En hoe gaat de film om met die assistente, de enige die durft te zeggen wat voor waardeloos figuur Annabel is? Ze wordt belasterd.

De filmposter geeft een goed beeld van hoe slecht deze film is. Uit de samenvatting is bekend dat Annabel moet kiezen tussen twee mannen, maar staan zij beiden op de poster? Nee, alleen Jim Bakkum (Jan). Aan de voeten van Abbey Hoes ligt een stapel bankbiljetten (allemaal groen, zodat de ze op dollars lijken) en een hondje dat erop piest. Wacht niet op dit moment, want het zit niet in de film. Pas na een uur verschijnt het dier, maar het piest niet en fungeert ook niet als komisch element.

Er zijn nog alinea's vol te schrijven over de gebreken van deze film, maar die zijn inmiddels welbekend. Ze zijn al talloze keren benoemd door recensenten en de betalende bezoeker. Toch verdienen dit soort films hun geld meestal wel terug, omdat het publiek blijft komen opdagen. Verstand op nul, niet al te kritisch zijn en lekker lachen.

Waar is die filmproducent die de moed heeft om een scenario te verfilmen waarbij alle onlogica eruit is gehaald, het verhaal klopt, onnodig Engels is vervangen door normale Nederlandse uitdrukkingen en de komedie sterk genoeg is om echt te laten lachen? Het hoeft geen meesterwerk te zijn, het hoeft niet baanbrekend te zijn. Maar deze schaamteloze puur-voor-het-geldproducties moeten stoppen.