Sinds Anora is het grote publiek weer bekend met Coney Island, een stukje vergane glorie van New York. Waar kleurrijke attractieparken in de twintigste eeuw het gebied een geliefd deel maakten van de stad, leent de vervallen kermis zich nu als unieke setting voor films als The Wiz en Requiem for a Dream. Tendaberry vertelt op poëtische wijze over de mensen die Coney Island bevolken en neemt het turbulente leven van singer-songwriter Dakota Hill als leidraad. Het lijkt een immigrantenverhaal uit duizenden in New York, maar geeft alle misère toch nog een zilveren randje.
De coming-of-agefilm sleurt de kijker mee in de gedachtestroom van de twintiger Dakota, tijdens de prille dagen van een nieuwe relatie. Dakota is een levensgenieter, die zingt in de metro voor een zakcentje en het liefst haar dagen besteedt met haar vriendje Yuri. Een dagje uitwaaien op het strand, midden in de nacht naar een vergeten barretje. Beiden hebben ze een slecht betaald rotbaantje, maar samen slaan ze zich erdoorheen.
Niets lijkt hun toekomst samen in de weg te staan, totdat Yuri hoort dat hij terug moet naar Oekraïne om voor zijn vader te zorgen. De mondkapjes in de metro verraden de tijdsperiode al, en de akelige verwachting wordt werkelijkheid: terwijl Dakota smachtend wacht op de terugkeer van Yuri, valt Rusland Oekraïne binnen. Haar contact met Yuri wordt abrupt afgebroken, en langzaam valt Dakota's losse leventje in duigen.
Een dromerige sfeer, gecreëerd met o.a. 16mm-film en archiefbeelden, rijgt de eerste dagen van de geliefden aan elkaar. Een mix van de lokale geschiedenis, de levens van haar buren en plekken uit de wijk weven het verhaal van Dakota en Yuri samen met de identiteit van Coney Island. Ook zij twee zijn mensen op reis, op zoek naar iets beters. En allemaal vinden zij iets op Coney Island dat hen wil doen blijven. Maar wanneer Yuri verdwijnt, vervaagt ook deze stilistische keus van harmonieuze eenheid.
Het oog voor alledaagse details maakt hierna plaats voor slordige cameravoering en een algemeen gevoel van disoriëntatie. Net als Dakota weet de kijker niet meer wat er in het verschiet ligt. Ze wordt opgelicht door een pandjesmelker en raakt haar vakkenvullersbaan kwijt. Niemand weet hoe ze nog het hoofd boven water houdt. En de kijker mag alles meemaken en met haar meeleven. Tendaberry vervalt te vaak in voyeurisme, in de trant van 'zie dat arme meisje haar leven vergooien.' Het esthetiseren van ellende is een bekend fenomeen in dit slag onafhankelijke films, maar erg realistisch of wenselijk komt haar hang naar zelfdestructie niet over.
Wat blijft er over als je niet langer kan dromen? Tendaberry probeert op de vraag een antwoord te formuleren dat niet logischerwijs aan het eind van een narratief ligt. De debuutfilm probeert emotioneel een hoop te vertellen, dat ongetwijfeld put uit de eigen ervaringen van maker Haley Elizabeth Anderson als nieuwe inwoner van de stad. Daarmee mikt zij hoog, maar haalt niet altijd de hoge noten. Verschillende stijlkeuzes en verhalen komen samen, maar vormen niet een lopend geheel. Zonde voor een debuut dat erg sterk begint. Tendaberry had als kortfilm veel hogere ogen kunnen gooien.
Tendaberry is te zien bij MUBI.