Stephen Soderbergh laat met zijn nieuwste spionagethriller zien dat hij dit genre als geen ander snapt. Black Bag is sexy, stijlvol, spannend en duurt precies lang genoeg. Het is een bijna klassieke spionagethriller waarin tot op het laatst onduidelijk is wie nou wie precies heeft belazerd, maar van meet af aan is het evident dat iedereen wat te verbergen heeft.
De premisse van Black Bag is kinderlijk eenvoudig: Dankzij een mol in het hart van de organisatie dreigt een potentieel massavernietigingswapen in verkeerde (lees: Russische) handen te vallen. Aan opperspion George Woodhouse de taak om de mol op te sporen. Kleine complicatie: zijn vrouw is een van de hoofdverdachten. Tot zover laat scenarist David Koepp zich niet van zijn meest originele kant zien, maar juist door vertrouwde ingrediënten in een sexy jasje te steken, zit je toch steeds weer op het puntje van het rode pluche.
Cate Blanchett en Michael Fassbender zetten een intrigerend echtpaar neer, ongrijpbaar en een tikkie afstandelijk. Maar juist in die kilte zit een enorme sexappeal. Vooral in de herhaaldelijk terugkerende slaapkamerscènes. In bed tasten de twee spionnen elkaars verhalen af als een soort verbaal voorspel. De scènes doen je steeds twijfelen aan de intenties van beide personages. Is dit echtpaar nou echt zo aan elkaar toegewijd, of zullen ze elkaar net zo makkelijk belazeren als hun andere targets?
Niet alleen deze intieme scènes, maar alles in Black Bag is hevig gestileerd. De sfeer van de film bevindt zich op een soort kruispunt tussen James Bond in de tijd van Roger Moore en Sean Connery en de Ocean-films (natuurlijk ook van Soderbergh). De chique sets, de uitermate verzorgde kleding van de duidelijk net iets te goed betaalde spionnen, de soulvolle bijna jazzy soundtrack... Alles ademt een bijna nostalgische sensualiteit.
Het camerawerk en de montage geven tempo waar nodig, maar durven soms ook te verstillen. Wanneer er een auto wordt opgeblazen gaat dit niet gepaard met een boel visuele en auditieve bombarie, maar horen we de knal juist niet en stuiteren de brokstukken bijna in slow motion over een sereen bergweggetje.
De spanning zit hem dan ook niet in de actiescènes. Uiteraard wordt een beetje goed schiet- en vechtwerk niet vermeden, maar Black Bag wordt vooral aan eettafels en in kantoren beslist. De etentjes bij het spionnenstel thuis, bedoeld om de mol uit te roken, leveren zinderende scènes op waar iedereen emotionele spelletjes met iedereen lijkt te spelen. Wanneer Woodhouse zijn eigen vrouw bespioneerd, eist vooral het verbale steekspel dat hij ondertussen met zijn collega speelt de aandacht. En tijdens de slim gemonteerde leugendetectorinterviews die Woodhouse afneemt, is het niet alleen voor de verdachten, maar ook voor de zaal nagelbijtend spannend.
Black Bag laat zien dat je niet altijd een trukendoos van vernieuwing hoeft open te trekken om je publiek te vermaken. In negentig minuten een gewoon goed spionageverhaal vertellen, is een kunst op zich. Een kunst die team-Soderbergh duidelijk tot in de puntjes beheerst.