Het is weer eens zo ver: klimaatverandering zorgt voor apocalyptische omstandigheden in de nabije toekomst. Natuurrampen, wereldoorlogen, gemuteerde vissen en meer van dat soort narigheid. Het koninkrijk Siam heeft zich van de rest van de wereld afgesneden en weet zich aardig te redden. Een voedselproducent legt zich toe op het ontwikkelen van alternatieve proteïnebronnen, insecten en zo. Een lekker vissenlevertje staat ook op het menu, maar o jee, het eten daarvan heeft een hoogst vervelend bijeffect, de consument wordt een zombie. Niet leuk.
De ruige Singh en de gewetensvolle arts Rin zijn een stelletje. Meer kom je over de twee eigenlijk niet te weten, want Ziam is vanaf het moment dat de eerste zombie zijn enge tanden laat zien gewoon een aaneenschakeling van heen en weer rennen door het Bangkokse ziekenhuis waar Rin werkt. Het gebruikelijke stramien van achtervolgingen door zombiehordes, relatieve rustmomenten, actiescènes en personages die nader tot elkaar komen (er is een klein jongetje in het spel) wordt aangehouden. Het is allemaal vreselijk repetitief.
Niet elke regisseur hoeft het wiel opnieuw uit te vinden, maar Kulp Kaljareuk geeft Ziam wel erg weinig eigenheid mee. Als kleine filmindustrieën genrefilms als deze produceren, doen ze er het beste aan Hollywood niet met gelijke wapens te bestrijden - want dat verlies je toch -, maar in te zetten op een echt origineel script en/of een frisse invalshoek. Wat dat betreft pakte Michael Middelkoop het begin dit jaar met Straatcoaches vs Aliens beter aan. Oké, die film was bepaald niet goed uitgewerkt, maar de intentie om iets anders neer te zetten was er tenminste. Ziam is echter niet meer dan een slechte kopie van al die zombiefilms die wel een passend budget hadden.
De setting van het ziekenhuis waar alles zich afspeelt zou claustrofobisch en beklemmend moeten zijn, maar zo komt het helaas niet over. De vlucht door de lege gangen, de incidentele confrontaties met de zombies en de onlogica van de beslissingen van de protagonisten maken van Ziam een horrorfilm waarin elke spanning ontbreekt. De gevechten zijn trouwens behoorlijk tam, met doffe geluidseffecten en staccato bewegingen. Het is wonderlijk dat ze in het land van de Muay Thai geen kickbokser/acteur hebben weten te vinden die zijn highkicks beter weet te raken dan Prin Suparat, die Singh vertolkt.
De andere acteurs zijn al niet veel beter gecast. Nuttanicha Dungwattanawanich als Rin heeft welgeteld één gezichtsuitdrukking (angstig-verward) en Wanvayla Boonnithipaisit doet als de jonge Buddy zijn best, maar kan ook niet veel met het soms bizarre script. Zijn personage wordt bijvoorbeeld te midden van alle chaos geacht in lachen uit te barsten wanneer hij een in een rolstoel vastgeketende zombie om ziet vallen. Dit soort willekeurige toonwisselingen zijn tekenend voor de film. Misschien dat het toch niet zo'n goed idee was om vijf (!) scenarioschrijvers aan te stellen.
Het enige lichtpuntje in Ziam is dat er lekker veel bloed vloeit en dat de geïnfecteerden soms best wel angstaanjagend zijn, met hun schokkerige motoriek en fanatieke uithalen. Maar als de zombiefiguranten de beste acteurs zijn, is er iets goed mis met je film.
Ziam is te zien bij Netflix.