In navolging van Yorgos Lanthimos, de meester van de Griekse Weird Wave, waagt Athina Rachel Tsangari zich nu buiten de Griekse grenzen met een Engelstalige speelfilm. Bekend van de films Attenberg en Chevalier, koos de regisseur na een pauze van negen jaar nu het Schotse platteland als decor voor haar schrijnende parabel. De boeren zijn even wereldvreemd en ondoorgrondelijk als de bekende dorpsgekken uit Midsommar of Wicker Man, maar wanneer er vreemdelingen aan hun deur kloppen, blijken zij de gekste nog niet.
De wilde heuvels, de diepe lochs en het eenvoudige boerenleven worden prachtig op 16mm-beelden vastgelegd door cinematograaf Sean Price Williams. Meteen ademt de film al de identiteit van een filmhuisfilm, waar de kijker achterover mag hangen en kan genieten van alles wat mooi is in de wereld. Maar Tsangari wacht niet lang met de bekende extravagante uitspattingen. Kijk niet vreemd op van mensen die bast eten, met bomen tongen of hun hoofden tegen rotsblokken slaan. Het is meteen duidelijk dat je verder moet kijken dan alleen de personages en op zoek moet gaan waar hun 'gekke' sprongen symbool voor staan.
Gebaseerd op een boek van Jim Crace uit 2013, volgt het plot het zorgeloze leventje van de dorpsbewoners, al generaties lang de zaaiers van een naamloze plek. De Schotse uithoek moet niets hebben van de ontwikkelde wereld, maar de wereld vindt wel wat van hen. De komst van allerlei soorten indringers zorgt voor een broeiende onvrede en een ziedende vreemdelingenhaat onder de dorpelingen. Het staat in een scherp contrast met de idyllische plaats, waar hoofdpersoon Walter en kaartenmaker Quill doorheen trekken om alles, van elk hoekje tot iedere plant, vast te leggen in penschetsen en benamingen.
De twee vatten op hun tochten samen de groene wereld om hen heen op papier, maar hun vriendschap verbleekt bij de kennis dat op de kaart lijnen worden getrokken om schapenpercelen af te bakenen. Voor de ogen van de personages en de kijkers verandert langzaam het natuurlijke landschap, samen met het erfgoed van de dorpsbewoners, in de winstgevende toekomstdroom van een kapitalist. De strijd tegen de oprukkende moderniteit lijkt hopeloos en stemt moedeloos; gevoelens die in het heden bekend aanvoelen. De verslagenheid van de dorpsbewoners zet zich bij vlagen om in razernij, maar uiteindelijk staat iedereen met lege handen.
Harvest toont de strijd tegen de grote wereld, die een kleine gemeenschap langzaam verzwelgt. Het is prachtig opgenomen, maar de beelden overstemmen vaak het langdradige narratief. De personages, waar eigenlijk alles om draait, vormen in de allegorie eerder symbolische stand-ins dan driedimensionale personen. Met kop en schouder steekt Caleb Landry Jones boven de rest van de cast uit als de twijfelende Walter. Uit zijn spel wordt de grote vraag misschien nog het meest duidelijk: is wat er gebeurt om ons heen onomkeerbaar, of kunnen wij nog iets van de wereld behoeden voor de catastrofe?
Harvest is te zien bij Mubi.