Dit jaar viert Jaws zijn vijftigste verjaardag, compleet met een feestelijke heruitbreng in de filmzalen. Niet onterecht, want de moeder aller zomerblockbusters is vaak geïmiteerd, maar nooit geëvenaard. Ook de haaien in Dangerous Animals halen het niet bij de dreiging van hun iconische voorganger, maar dat hoeft ook niet: regisseur Sean Byrne tapt de echte spanning uit een ander vaatje.
En spannend wordt het. Is het niet door de gevaarlijke dieren, dan wel door die vermaledijde handboeien. Dangerous Animals combineert de angst voor haaien met de dreiging van een nog veel gevaarlijker en meedogenlozer roofdier.
Voordat het bloed rijkelijk vloeit, maken we kennis met Zephyr en Moses, die elkaar ook net hebben ontmoet. Hun aantrekkingskracht is zo overduidelijk, dat het verbazingwekkend zou zijn als ze niet samen in bed belanden. Aanvankelijk werken ze flink op de zenuwen, zodat je haast niet kunt wachten tot een gevaarlijk beest een hap uit die welgevormde lijven neemt.
Dangerous Animals is een doldwaze horrorthriller met prima rollen van Josh Heuston en Jai Courtney. Hassie Harrison is als Zephyr soms wat houterig, maar dat doet weinig af aan het plezier. Vooral de vaak verguisde Courtney maakt van deze film een bizarre maar vermakelijke achtbaanrit. Hij filosofeert over de voedselketen, koraalslangen en Vegemite en zingt op komische wijze 'Baby Shark'. Wie wil nou niet met zo'n man het water op? De soundtrack versterkt de zomerse sfeer met lekkere surfhits, waaronder 'Ooby Dooby' van Creedence Clearwater Revival. Het blijkt ook nog eens een dankbaar gespreksonderwerp voor de personages.
Ondanks het speelse karakter, biedt Dangerous Animals verrassend genoeg ook voldoende verdieping om met de hoofdpersonen mee te leven. Verwacht geen Shakespeare of The Silence of the Lambs (al is er een hilarische Jame Gumb-hommage), maar wel een geslaagde mix van psychologisch drama en 'blood and gore', precies zoals het een goede horrorproductie betaamt.
Dat de slotakte zich verliest in miraculeuze ontsnappingen, spontaan genezende wonden en weigeringen om de politie te bellen, is natuurlijk inherent aan het genre. Het zorgt ervoor dat de film mooi de anderhalf uur aan kan tikken. Geen minuut te kort, maar ook niet zo lang dat het gaat vervelen. Australische kusten, aantrekkelijke surfers, lekkere muziek en een stel bloeddorstige kaken. Wat wil een mens nog meer aan het eind van de zomer?