Hoe minder je weet over deze psychologische thriller, hoe beter. Niet dat het eindresultaat iemand omver blaast, maar zo blijven de verrassingen tenminste enigszins intact. In de kern is The Housemaid een omkering van het 'home invasion'-genre dat in de jaren negentig populair was. Bepaalde elementen doen denken aan The Hand That Rocks the Cradle, al manifesteert de dame des huizes zich al snel als de psychopaat van dienst. Het vergezochte uitgangspunt krijgt een hedendaagse draai, maar die openbaart zich pas echt in de tweede helft.
Millie, een dakloze jonge vrouw met een crimineel verleden, vindt werk als huishoudster bij de steenrijke familie Winchester. Wanneer Nina Winchester een neurotische, hysterische feeks blijkt, zit Millie met haar rug tegen de muur. Ze moet koste wat kost haar baan behouden, anders dreigt haar verleden haar in te halen. Er zit weinig anders op dan zich onderdanig op te stellen. Andrew, Nina's stoere echtgenoot, geeft toe dat zijn vrouw het moeilijk heeft en probeert de vrede te bewaren. Millie is niet ongevoelig voor Andrews charme, wat Nina nog verder tot waanzin drijft.
The Housemaid, gebaseerd op de bestseller van Freida McFadden uit 2022, speelt op uitgesproken pulpachtige manier in op hedendaagse thema's. Het verhaal voelt zo tijdgebonden dat het boek tien jaar geleden waarschijnlijk niet eens geschreven had kunnen worden. Intussen verschenen er, nog voordat de filmopnames begonnen, al twee vervolgdelen. Dat zou kunnen betekenen dat regisseur Paul Feig en steractriceproducenten Amanda Seyfried en Sydney Sweeney een heuse filmreeks in gedachten hebben.
Het verhaal bouwt langzaam op naar een climax halverwege, die de kaarten flink door elkaar schudt. Feig houdt het eerste deel nog relatief ernstig, hoewel de psychotische uitbarstingen van Nina al behoorlijk extreem zijn. In de tweede helft sluipen steeds meer zwarte humor en grand guignol binnen, waardoor de film zich meer als komedie laat bekijken, precies zoals de trailer hem positioneert.
Maar de zwarte humor werkt niet helemaal. Feig mist het raffinement om een absurd verhaal en een zwart-komische toon overtuigend met elkaar te verzoenen. De uitstraling oogt bovendien geregeld als een televisiefilm. Daarmee laat hij ook de getalenteerde acteurs in de steek: zijn regie biedt te weinig houvast voor overtuigende vertolkingen. Joel en Ethan Coen of David Fincher hadden uit hetzelfde pulpmateriaal ongetwijfeld iets veel scherpers kunnen destilleren, en waarschijnlijk ook andere acteurs gecast.
Het verhaal van McFadden blijft, het slot daargelaten, grotendeels overeind en boeit voldoende om nooit op je horloge te kijken. Maar hoge eisen stellen is hier niet aan de orde. Tenenkrommende momenten, zoals een zwoel bedoelde, nineties-achtige seksscène, moet je op de koop toenemen. Niemand zal zich echt bekocht voelen, maar wie op cinefiele verfijning hoopt, moet beseffen dat van de regisseur van Bridesmaids, The Heat en de derde Ghostbusters geen Hitchcockiaans meesterwerk te verwachten valt.