Stillwater
Recensie

Stillwater (2021)

Matt Damons beste rol in jaren brengt hem van Oklahoma naar Marseille voor een cultuurclash en een persoonlijke kruistocht.

in Recensies
Leestijd: 4 min 17 sec
Regie: Tom McCarthy | Scenario: Thomas Bidegain, Noé Debré, Marcus Hinchey, Tom McCarthy | Cast: Matt Damon (Bill), Camille Cottin (Virginie), Lilou Siauvaud (Maya), Abigail Breslin (Allison), Anne Le Ny (Leparq), e.a. | Speelduur: 139 minuten | Jaar: 2021

Matt Damon liet zich enige tijd geleden ontvallen dat hij zijn filmkeuze laat afhangen van de betrokken regisseur. Het is een luxepositie die maar weinig acteurs zich kunnen veroorloven, maar voor iemand met zijn status een begrijpelijk criterium. Waar hij zich als jonge acteur moest bewijzen om te mogen opdraven in films van Gus Van Sant, Francis Ford Coppola en Steven Spielberg, is het nu aan regisseurs om te laten zien dat zij kwalitatief dusdanig goed werk verrichten voordat Damon zich laat overtuigen. Voor regisseur Tom McCarthy lijkt het dan ook een beloning voor zijn Oscarwinnende film Spotlight dat hij in de opvolger daarvan met Damon mag samenwerken. Dat klinkt wellicht ietwat overtrokken, maar McCarthy mag wel degelijk van geluk spreken, want Damon zet in Stillwater zijn beste rol in jaren neer.

Damon mag zijn gebruikelijke charme thuislaten en op doorleefde wijze tegen zijn imago in acteren als een stugge olieboorder uit het zuidelijke Oklahoma. Deze Bill Baker is een man die nooit meer zegt dan het noodzakelijke, maar wiens uiterlijk boekdelen spreekt: ingestopte flanellen bloes, ringbaardje, altijd een pet op (vaak met een zonnebril op de rand) en tatoeages die weinig aan de verbeelding overlaten. Uiteraard rijdt hij in een pick-uptruck en beschikt hij over enkele wapens. Het is het type Amerikaan dat Europeanen vooral te zien krijgen in televisiereportages over de achterban van Donald Trump, maar praktisch nooit zullen ontmoeten. En toch zien we Bill naar Marseille vliegen met een vertrouwdheid alsof hij de bus naar zijn werk neemt. Het "welkom terug" van de hotelreceptioniste bevestigt de indruk dat hij hier vaker is geweest en al snel zien we waarom: zijn dochter Allison zit hier in de gevangenis voor moord.

Een mindere filmmaker zou haar voorgeschiedenis waarschijnlijk uit de doeken hebben gedaan met een uitleggerige openingsmontage, maar McCarthy volstaat met een simpele dialoogscène tussen vader en dochter. Allison zit al de nodige jaren vast, maar blijft hoop houden dat een doorbraak haar onschuld zal bewijzen. Ze is zich er goed genoeg van bewust dat ze daarvoor geen hulp hoeft te verwachten van de vader met wie ze geen al te beste band heeft. Het enige wat ze van hem vraagt, is dat hij een brief aan haar advocaat overhandigt, in de hoop dat de daarin beschreven informatie een nieuw licht op de zaak schijnt. Wanneer de advocaat aan Bill te kennen geeft er niets mee te zullen doen, kan hij het niet over zijn hart verkrijgen zijn dochter dit slechte nieuws te brengen en besluit hij zelf maar op onderzoek uit te gaan.

De insteek van een Amerikaanse vader die in Frankrijk zijn in de penarie geraakte dochter komt helpen, doet onvermijdelijk denken aan Taken, maar Bill is absoluut geen Bryan Mills die met al zijn doortastendheid even orde op zaken komt stellen. De man spreekt geen woord Frans, heeft nauwelijks een idee hoe Marseille in elkaar steekt en oogt zó enorm Amerikaans dat iedereen hem van veraf ziet aankomen. Wanneer hij met de foto van een verdachte diens achterbuurt intrekt en in het Engels aan iedereen vraagt of ze de jongen in kwestie kennen, hoop je nog even dat hij niet zo naïef is te denken dat hij daarmee iets anders zal bereiken dan een flinke aframmeling. Maar nee, dit blijkt geen slimme tactiek om de dader uit de tent te lokken, maar gewoon het beste dat Bill kon bedenken. De gevolgen laten zich raden.

Maar in plaats van onverrichterzake terug te keren naar Oklahoma blijft Bill hangen in Marseille. Niet eens zozeer om de zaak op te lossen, maar gewoon om in de buurt van zijn dochter te kunnen zijn. En wellicht heeft die behulpzame Française er ook wel iets mee te maken. Hij trekt bij haar in en ontpopt zich tot een behulpzame huisgenoot en vaderfiguur voor haar dochtertje, waarmee hij de taalbarrière opvallend goed weet te slechten. Het wordt nooit hardop uitgesproken, maar de tijd die hij doorbrengt met de negenjarige Maya geeft Bill een herkansing een goede vader te zijn. Alles duidt erop dat hij dat in Allisons jonge jaren niet was, wat kan verklaren waarom ze zo graag aan zijn gezag wilde ontsnappen door te gaan studeren in het buitenland.

Het is dit intrigerende middenstuk waarin Stillwater op zijn best is. Hierin transformeert de valse start van een Amerikaanse machtsfantasie op organische wijze in een menselijk drama waarin de onderlinge cultuurverschillen nooit volledig wegvallen, maar dankzij enig geduld wel overkomelijk blijken. Het is ook de fase waarin Bill gaandeweg een wat completer mens wordt en je onverwacht toch ineens stukjes van de vertrouwde Matt Damon door zijn personage ziet kruipen. Toch geeft Stillwater zich gelukkig nooit helemaal over aan het sprookje van de stugge Amerikaan die verliefd wordt op de Franse leefstijl. Daarvoor zijn de belangen net iets te persoonlijk. Taalbarrières kunnen misschien worden geslecht en culturele verschillen worden overkomen, maar als puntje bij paaltje komt blijkt een familieband toch doorslaggevend.