The Gallows
Recensie

The Gallows (2015)

Vijf redenen waarom horrormakers de 'found footage'-hype zo snel mogelijk de rug toe moeten keren.

in Recensies
Leestijd: 4 min 26 sec
Regie: Travis Cluff, Chris Lofing | Cast: Reese Mishler (Reese), Pfeifer Brown (Pfeifer), Ryan Shoos (Ryan), Cassidy Gifford (Cassidy) | Speelduur: 81 minuten | Jaar: 2015

Productiemaatschappij Blumhouse boert al een aantal jaren goed met horrorfranchises als Insidious, The Conjuring en Sinister, maar hun financiële paradepaardje is nog altijd de Paranormal Acitivity-reeks. Deze thuisvideo's worden voor een appel en een ei in elkaar geflanst en ondanks het feit dat er doorgaans niet veel meer gebeurt dan wat geschuif met meubilair, blijken de films lucratief genoeg om dit jaar alweer een vijfde vervolg uit te kunnen braken. In de standaard tienerslasher The Gallows wordt een viertal tieners op de hielen gezeten door een demonische beul uit een vervloekt schooltoneelstuk. De catch: het geheel wordt vastgelegd met videocamera’s en telefoons. Inderdaad, het welbekende ‘found footage’-concept. Vanuit het oogpunt van Blumhouse is wel te begrijpen dat hierop wordt teruggegrepen, maar voor de horrorliefhebber is het geen goed nieuws. Sterker nog, The Gallows is het toonbeeld van alles wat aan dit tot in den treure uitgemolken subgenre mankeert. Vijf argumenten:

1. Het irritante mannetje achter de camera

We kennen hem inmiddels wel. Het uiterst vervelende heerschap dat zich met een arsenaal aan quasilollige grappen en opdringerig filmgedrag continu de ergernis van zijn omstanders op de hals weet te halen. In The Gallows worden al deze kwaliteiten belichaamd in de onsympathieke persoon van Ryan. Een stereotiepe ‘jock’ die meewerkt aan de productie van het schooltoneelstuk The Gallows maar voornamelijk zijn klasgenoten lastigvalt, pest en voor schut zet. Alsof dat nog niet genoeg is, besluit Ryan met een paar medestanders om ’s nachts de school binnen te sluipen om het decor te saboteren en zo het toneelstuk voor al zijn hardwerkende medescholieren te verpesten. Uiteraard kun je al op je water aanvoelen dat hun plan niet goed uit zal pakken, maar nog voordat de tieners überhaupt een voet binnen de deur zetten wacht je al met smart op de kwade entiteit die ons van dit misselijke ventje komt verlossen.

2. Logisch nadenken is ten strengste verboden

Ironisch genoeg leeft onder filmmakers de overtuiging dat het gebruik van found footage een film extra realistisch maakt. In de praktijk wringen de makers zich echter in allerlei bochten om te kunnen verantwoorden dat er gefilmd blijft worden. Is het logisch dat de tieners de moeite nemen om hun camera overal mee te blijven nemen wanneer ze achterna worden gezeten door een monster? Of dat ze met de camera in selfie-modus hun beste hoek in beeld proberen te krijgen wanneer hun levens op het spel staan? Had in een echte noodsituatie nog niemand de camera uit Ryans handen gegrist en weggesmeten? Driewerf neen! Om nog maar te zwijgen over de overige plotgaten die in het script voorbijkomen. Hoe druk de tieners ook aan het filmen blijven met hun telefoons, toch komt niemand op het idee om deze te gebruiken om een alarmnummer te bellen. Ook het intrappen van een deur of het intikken van een ruit blijken irrationele ontsnappingsmogelijkheden.

3. Wie monteert deze dingen eigenlijk?

En daarmee wordt niet het montagewerk van regisseur Chris Lofing bedoeld. Foundfootagefilms worden immers gemaakt onder het valse voorwendsel dat alles wat we zien ‘echt’ zou moeten zijn. Maar als we uit dit oogpunt zouden redeneren, wie zou er dan in hemelsnaam uren plaatsnemen aan een montagetafel om het geschoten materiaal te bewerken tot een eindproduct? Een overlevende die zojuist getraumatiseerd is voor het leven? Een toevallige passant die een videocamera en verschillende telefoons met schokkend beeldmateriaal heeft gevonden? De geest van het toneelstuk zelf? Het zijn vragen waar je maar beter niet je hoofd over kunt breken. Desondanks proberen de makers van The Gallows ons nog extra van hun geloofwaardigheid te overtuigen door de personages dezelfde namen te geven als de acteurs. In The Blair Witch Project, de moeder der foundfootagefilms, werkte dit nog aardig door de drie onprofessionele acteurs als vermist op te geven, maar is er anno 2015 nog een hond die daarin trapt?

4. Actiescènes zijn huilen met de pet op

Leuk hoor, die iPhone of handheldcamera waarmee we alles direct door de ogen van de acteurs kunnen beleven. Maar zeg nou eerlijk, wat is leuker om naar te kijken wanneer een bloeddorstige griezel om de hoek staat: een flinke dosis ‘blood and gore’ of wat schokkerige beelden van rennende benen met op de geluidsband een hoop hysterisch geschreeuw? Of nog erger: de camera die op de grond wordt gegooid waardoor we helemaal niets meer van de actie meekrijgen. Resultaat: weinig spanning, veel hoofdpijn.

5. Gebrek aan creativiteit

Zolang de bioscoopbezoeker steeds in hetzelfde trucje blijft trappen, zal de industrie voorlopig niet stoppen met het produceren van foundfootagefilms. The Gallows is dan ook niet de enige film die zich schuldig maakt aan bovengenoemde tekortkomingen, maar de gemakzucht waarmee het concept hier wordt toegepast is veelzeggend voor de creatieve armoede in het genre. Nergens hebben de makers de intentie iets nieuws aan het genre toe te voegen. Een iets origineler uitgangspunt, de aanwezigheid van sympathiekere personages en een afloop die men niet van mijlenver ziet aankomen hadden de film een hoop goed gedaan. Recente horrorfilms als It Follows, The Babadook of Oculus (trouwens ook een Blumhouse productie) bewijzen dat je met een beetje creativiteit en een doordacht script al een heel eind kunt komen. Daar zouden Cluff en Lofing wel eens een voorbeeld aan mogen nemen.