Walesa, Man of Hope
Recensie

Walesa, Man of Hope (2013)

Boeiende biopic over Lech Wałęsa, Pools hoop in bange dagen. Vermakelijk als geschiedenisles, maar oppervlakkig als portret van de man.

in Recensies
Leestijd: 3 min 39 sec
Regie: Andrzej Wajda | Cast: Robert Więckiewicz (Lech Wałęsa), Agnieszka Grochowska (Danuta Wałęsa), Zbigniew Zamachowski (Nawiślak), Cezary Kosínski (Majchrzak), Maria Rosaria Omaggio (Oriana Fallaci), e.a. | Speelduur: 127 minuten | Jaar: 2013

Lech Wałęsa is medeoprichter van Solidariteit, in 1980 de eerste onafhankelijke vakbond in Polen (en daarmee heel Oost-Europa) tijdens de Koude Oorlog. Na één jaar werd de organisatie alweer verboden. Tien jaar daarna wordt Wałęsa de eerste democratisch verkozen president van Polen sinds de Tweede Wereldoorlog. Zijn belang voor de laattwintigste-eeuwse geschiedenis van Polen en het Oostblok valt daarmee niet te onderschatten. Genoeg voer voor een biografische film dus. Daarmee krijgen we twee weken na de eerste lange bioscoopfilm over Martin Luther King (Selma) nu de eerste lange speelfilm over Lech Wałęsa. Beiden volksleiders die door hun opstand tegen onrecht tegenover de autoriteiten komen te staan.

Andrzej Wajda is één van de meest vooraanstaande Poolse regisseurs. In de jaren vijftig en zestig maakte hij deel uit van de zogenaamde 'Poolse filmschool', een informele groep filmmakers die films maakten over het lot van Polen tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. Wajda verkreeg van hen de meeste internationale erkenning. Met films als Kanal en Ashes and Diamonds won hij eind jaren vijftig prijzen op de filmfestivals van Cannes en Venetië. Eind jaren zeventig deed hij dat opnieuw met Man of Marble en Rough Treatment. In 1981 versierde Wajda met Man of Iron in Cannes eindelijk de hoofdprijs, de Gouden Palm. Man of Iron bevat een fictieve versie van een andere heldin van Solidariteit, Anna Walentynowicz, en Wałęsa speelt in een bijrolletje zichzelf. Wajda wordt vanwege zijn betrokkenheid bij Solidariteit in de rest van de jaren tachtig gedwongen zijn filmproductie naar het buitenland te verplaatsen, tot de val van het communisme in 1989.

Niemand geschikter dan Andrzej Wajda om het levensverhaal van Lech Wałęsa te verfilmen zou je denken. Maar door zijn betrokkenheid en persoonlijke relatie met Wałęsa zit hij wel erg dicht op de materie. Een echt kritische blik wordt dan ook niet op de Pool geworpen. Wajda vertelt het verhaal van Wałęsa van 1970 tot 1990. Daarmee vermijdt Wajda het presidentsambt van Wałęsa, waarmee hij bijna al zijn populariteit bij het Poolse volk weer verspeelde. Wat wel overblijft is een boeiende, bij vlagen enerverende biopic over Wałęsa's strijd tegen de overheid voor meer rechten en salaris voor de arbeiders.

Wajda opent in 1970 met een uit de hand gelopen staking in Gdansk, in het noorden van Polen, waarbij dokwerkers en politie elkaar te lijf gaan. Dokwerker Wałęsa mengt zich in het strijdgewoel om mensen tot kalmte te manen, maar wordt gearresteerd en ondervraagd terwijl zijn vrouw Danuta op het punt staat van hun eerste kind te bevallen. Zes jaar later wordt Wałęsa vanwege zijn opstandigheid ontslagen en in de gaten gehouden door de Poolse geheime dienst. Hij raakt betrokken bij de ondergrondse beweging voor vrije vakbonden, waarmee hij in 1980 een staking van de volledige scheepswerf van Gdansk organiseert. Inmiddels heeft hij al zes kinderen.

Deze staking is het middelpunt van de film en wordt door Wajda spannend en levendig in beeld gebracht. Ondersteund door montages en Poolse rock en ska gaat Wałęsa de strijd aan die hem tot een icoon in Polen maakte. Het verhaal tot na die succesvolle staking wordt verteld via een interview met Wałęsa door de Italiaanse journaliste Oriana Fallaci. Het is een handige raamvertelling die niet alleen overzicht geeft maar ook een spreekbuis aan Wałęsa biedt, inclusief een paar humoristische uitspraken. Maar echt veel inzicht in Wałęsa krijgen we er niet door, in plaats daarvan zien we vooral hoe hij zich presenteert.

Ondanks de voornemens die Wajda - getuige enkele interviews - had om meer dan een romantisering te maken, geeft Wałęsa, Man of Hope niet meer dan een vluchtig beeld van de man. Er zitten wat aardige scènes in over de druk die zijn activisme op zijn vrouw en gezinsleven legde, maar dit blijft summier. Het tempo zit er flink in, wat nodig is om twintig jaar uit Wałęsa's leven tot twee uur te reduceren. Dat maakt de film wel spannender, maar zoals wel vaker bij biopics levert dat ook slechts een reeks hoogtepunten op, zonder echt ruimte voor reflectie. Als snelle geschiedenisles is Wałęsa, Man of Hope daardoor vermakelijk en boeiend, maar als portret van Wałęsa blijft de film oppervlakkig.