Recensie

Ruby Sparks (2012)

Hartverwarmende romantische komedie van de makers van Little Miss Sunshine over een door een schrijver gecreëerde droomvrouw die tot leven komt.

in Recensies
Leestijd: 3 min 48 sec
Regie: Jonathan Dayton en Valerie Faris | Cast: Paul Dano (Calvin Weir-Fields), Zoe Kazan (Ruby Sparks), Chris Messina (Harry), Annette Bening (Gertrude), Antonio Banderas (Mort), Steve Coogan (Langdon Tharp), Elliott Gould (Dr. Rosenthal), e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2012

Calvin Weir-Fields is een jonge schrijver die op z’n negentiende debuteerde met een meesterwerk. Sindsdien worstelt hij met het tweede boek in het bijzonder en met het leven in het algemeen. Niet alleen heeft hij al tien jaar een writer’s block, hij zit ook in een sociale en romantische impasse. Leuke meisjes ontmoet hij niet, alleen bakvissen die na een signeersessie met hem willen slapen vanwege zijn naamsbekendheid. De hond die hij op aanraden van zijn psychiater neemt, brengt niet de gehoopte ontmoetingen in het park met zich mee. Als hij droomt over een leuke en lieve roodharige die zijn viervoeter wél ziet zitten, spoort zijn psychiater hem aan over deze juffrouw te schrijven. Calvin kruipt achter zijn typemachine om er niet meer achter vandaan te komen. In één klap lijkt hij uit zijn lethargie te zijn gekomen. ’s Ochtends kan hij niet wachten weer te gaan schrijven, omdat hij dan tijd met Ruby, want zo noemt hij haar, kan doorbrengen. Hij lijkt wel verliefd. En dan, op een dag, staat Ruby in zijn keuken eieren voor het ontbijt te klutsen. Precies zoals Calvin haar bedacht had, de leukste meid op aarde, een beetje gek, vrolijk en vooral: hoteldebotel op hem.

Calvin denkt dat hij krankzinnig geworden is, maar als zijn broer, eerste lezer van zijn literaire aanzetten, haar ook kan zien, moeten ze toegeven dat Ruby Sparks toch echt gehaktbrood in de oven staat te schuiven. Een typisch geval ‘vraag niet hoe het kan, maar geniet ervan’. De eerste weken zijn fantastisch. Maar dan krijgt Calvin morele bezwaren en ook het meisje verrast hem met niet altijd even aangename dingen, details waar hij nog niet aan toegekomen was in zijn schrijfproces.

Films die op metaniveau met het verhaal en diens personages omspringen zijn niet nieuw (Stranger than Fiction, Ober, Het Echte Leven) en Woody Allen en Charlie Kaufman hebben er een handje van. Maar het droste-effect was niet eerder zo allesomvattend als in Ruby Sparks. De rollen van de dartele en eigenzinnige dame uit de titel en haar geestelijk vader zijn Zoe Kazan (Revolutionary Road, Meek’s Cutoff) en Paul Dano (There Will Be Blood, Being Flynn) op het lijf geschreven. Letterlijk. Kazan schreef het scenario voor Ruby Sparks zelf. De vrouwelijke hoofdrol vertolken in de film die je zelf geschreven hebt: wat Halina Reijn al jaren voor elkaar probeert te boksen, zelfs aan de onderhandeltafel met Sean Penn, heeft de jonge Amerikaanse mooi geregeld. Zij schreef het verhaal over een auteur die een verhaal creëert en een personage tot leven wekt; de schrijver wordt vertolkt door haar levensgezel Dano en de droomvrouw die hij bedenkt, speelt Kazan zelf. De twee zijn een koppel, spelen een koppel en worden geregisseerd door een koppel. Jonathan Dayton en Valerie Faris, eveneens partners in de liefde en in de kunst, lieten met hun speelfilmdebuut Little Miss Sunshine (ook met Dano) al eerder zien dat ze melancholie en komedie heel nauwkeurig kunnen doseren. Grappig en aandoenlijk tegelijk.

Het verhaal-in-een-verhaalaspect van Ruby Sparks levert veel geestige situaties op. Calvin kan zijn Ruby alles laten doen wat hij wil. Gelukkig blijven de makers ver vandaan bij grappen onder de gordel, om des te meer te focussen op de ethische bezwaren van de schrijver. Het maakt van de film een originele liefdesgeschiedenis, een komedie over liefde, relatieperikelen en, net als in Little Miss Sunshine, ons disfunctioneren.

Zo ingewikkeld als het klinkt, zo naturel is het resultaat. Zo uitgedacht en pretentieus het mag lijken, zo fris en sprankelend is de film geworden. Het script is subtiel, intelligent en grappig en de vertolkingen zijn minstens zo geslaagd. Chris Messina en Steve Coogan zijn op hun plaats in hun bijrollen, maar het deel waarin een bezoek wordt gebracht aan hippiemoeder Bening en schoonpapa Banderas voelt wat geforceerd aan en doet iets teveel denken aan Meet the Fockers. Blijkbaar moest het roadmovie-element er beslist in, maar er had meer uit gehaald kunnen worden. Misschien miste de productie nog wat grote namen op de poster. Het is een klein minpunt in dit verder zeer geslaagde ons-kent-onsproject.

Waar hun hoofdpersoon niets uit zijn vingers krijgt omdat hij denkt nooit aan de verwachtingen te kunnen voldoen na zijn succesdebuut, komen Dayton en Faris zes jaar na hitfilm Little Miss Sunshine met hun moeilijke tweede. Ze flikken het ‘m. Ruby Sparks is opnieuw een voltreffer.