Somewhere Tonight
Recensie

Somewhere Tonight (2011)

In het laatste deel van de trilogie Amerikaanse remakes van Theo van Goghs films is niets meer tot de Nederlandse branieschopper terug te herleiden.

in Recensies
Leestijd: 3 min 23 sec
Regie: Michael Di Jiacomo | Cast: John Turturro (Leroy), Katherine Borowitz (Patti), Lynn Cohen (Mevr. Pecorino), Max Casella (Fred), Elizabeth Marvel (Martha), e.a. | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2011

Somewhere Tonight is het slotstuk van het ‘Triple Theo’-project, de trilogie Amerikaanse remakes van films van wijlen Theo van Gogh. Films uit het oeuvre van de Nederlandse cineast die in retrospectief een soort drieluik over de strijd tussen de seksen vormen. Als hommage aan de in 2004 vermoorde Van Gogh verfilmde Steve Buscemi in 2007 Interview en nam hij met Sienna Miller de rollen van Pierre Bokma en Katja Schuurman over. Daarna volgde Blind Date, gemaakt door acteur en regisseur Stanley Tucci en met hemzelf en Patricia Clarkson in de hoofdrol. Nu is er Somewhere Tonight, gebaseerd op Van Goghs 06. Zijn succesvolste film en de enige die ooit de Amerikaanse bioscoop haalde.

Waar Interview en Blind Date redelijk trouw bleven aan hun origineel, neemt de film van Michael Di Jiacomo (Animals with the Tollkeeper) het niet zo nauw met zijn voorganger uit 1994. Alleen het uitgangspunt van twee eenzame zielen die contact zoeken via een sekslijn is overeind gebleven. De hitsige, maar instabiele Sarah aan wie Ariane Schluter gestalte gaf in het origineel is in de versie van Di Jiacomo een kluizenaarster van middelbare leeftijd die geen erotisch avontuur zoekt, maar een gesprekspartner. Niet een gladde architect die je kunt uittekenen met een sigaar in de mondhoek neemt de telefoon op, maar een grijzende schlemiel met een hoge gunfactor. De zelfverzekerde en jonge personages in van Goghs versie zijn ingewisseld voor verlegen, belegen en een beetje sneue types. In het geval van Leroy draagt het bij aan de sympathie van de kijker voor zijn persoon; hij is een bescheiden goedzak die het verdient een vrouw te vinden om zijn leven mee te delen. Zij is een snobistische tut met pleinvrees. Als Leroy reageert op het bericht dat Patti op de sekslijn heeft ingesproken, is hij in eerste instantie uit op ‘spicy talk’. Helemaal eerlijk over zijn fysieke voorkomen is hij aan de telefoon dan ook niet. De dame aan de andere kant van de lijn is echter alleen op zoek naar iemand om mee te praten. De New Yorkers kunnen het meteen met elkaar vinden en bellen steeds langer en vaker. Gaandeweg vatten de twee het idee op om elkaar in het echt te ontmoeten, maar schuw zijn ze allebei en volledig oprecht zijn ze ook niet geweest.

Seks heeft het veld geruimd en plaatsgemaakt voor romantiek. Met het schrappen van de telefoonseks is de spanning, onhandigheid, gêne, tragiek en humor daaromtrent ook meteen verdwenen – het universum van Van Gogh dus. Niks rauwheid, niks spitsvondigheid. Het origineel stut op het machtsspel dat over de telefoon wordt uitgevochten. De remake baseert zich op een totaal nieuw scenario; onschuldig en liever. Zelfs het perspectief is verschoven: van de initiatief nemende Sarah in 06 naar de afwachtende Leroy in de nieuwe versie.

Somewhere Tonight is geen vrije interpretatie van 1-900, zoals de Amerikaanse titel van 06luidt; het is een volkomen andere film geworden. 06 is scherp, grappig, sexy. Het scenario van Johan Doesburg, op zijn beurt gebaseerd op het gelijknamige toneelstuk van zijn hand, is intelligent en scherpzinnig. De Hollywoodversie is eenduidiger en levert geen commentaar; op niets. Blijft over een geslaagde, maar rechttoe-rechtane acteursfilm waar, ook met dit nieuwe uitgangspunt, meer in had gezeten. Een drama dat draait om het verbale contact tussen twee mensen mag wel wat meer werk maken van de dialogen.

Het mag dan een remake heten, een hommage is het niet. Somewhere Tonight is een prima film, maar geen Van Gogh-film. Alles waar het enfant terrible van de vaderlandse cinema voor stond, is uit de remake gedestilleerd. Ik weet niet wat erger is: het wrange gegeven dat Van Gogh in de jaren negentig zelf met verschillende partijen in de Verenigde Staten in gesprek was over het maken van Amerikaanse versies van zijn films, plus het feit dat hij die geambieerde carrièrestap best weleens gemaakt had kunnen hebben. Of de cineast, columnist en opiniemaker eren met een film die hij nooit gemaakt zou hebben.