Recensie

Kes (1969)

Na tweeënveertig jaar is de recent gerestaureerde klassieker van Ken Loach uit 1969 alsnog te zien in de bioscoop.

in Recensies
Leestijd: 3 min 4 sec
Regie: Ken Loach | Cast: David Bradley (Billy Casper), Freddie Fletcher (Jud), Lynne Perrie (Mrs. Casper), Colin Welland (Mr. Farthing), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 1969

We spreken 1969, de Britse cineast Ken Loach brengt zijn tweede speelfilm uit. De critici zijn lovend en het Britse publiek komt in groten getale naar de bioscoop. Drie decennia later, in 1999, plaatst het British Film Institute de film op de zevende plaats van de beste Britse films van de twintigste eeuw. Gênant detail: in Nederland werd de film nooit in de bioscoop uitgebracht. Dit alles bij elkaar was voor het EYE film instituut Nederland reden genoeg om de door MGM gerestaureerde versie nu alsnog in de bioscoop uit te brengen. En dat is volledig terecht: Kes is een Britse klassieker en één van Loach’ betere films.

Centraal staat de vijftienjarige Billy Casper die opgroeit in een arbeidersgezin in Yorkshire, een mijnwerkersstadje in Noord-Engeland. Zonder vader, met een moeder die hem verwaarloost, een oudere broer die hem constant pest en ongeïnteresseerde bullebakleraren op school die het vaak op hem gemunt hebben, is Billy een eenling en niet erg gelukkig. Op één van zijn zwerftochten ontdekt hij een nest torenvalken. Hij besluit zich hierin te verdiepen en één van de jongen te gaan africhten. Al zijn tijd steekt hij in de valk, die hem zijn deprimerende omgeving doet vergeten.

MGM's restauratie maakte het beeld scherper en de kleuren helderder. Helaas werd er aan de geluidsband niets gedaan, en dat is te horen. De film oogt visueel inderdaad van deze tijd, maar de geluidsband piept en kraakt hier en daar zoals bij een ‘oudere’ film. Enerzijds is dat jammer omdat het stoort, maar anderzijds geeft het de filmervaring ook iets nostalgisch mee.

Wat Kes naast de prachtige vormgeving zo sterk maakt is dat Loach' regie niet vervalt in een sentimentele of puur deprimerende vertelling. Loach toont op empathische wijze een dromerige, eenzame jongen in het arbeidersmilieu van de jaren zestig. Dat een groot deel van de cast bestond uit amateuracteurs is daarbij zeer bijzonder en bewonderenswaardig. Alle bijrollen worden zeer sterk ingevuld, en dat is een groot compliment voor Loach gezien de vele kinderen in de film.

Het verhaal van hoofdrolspeler David Bradley is echter een verhaal op zich. Bradley had alleen ervaring in schooltoneelstukken toen hij samen met honderden andere kinderen auditie deed voor de rol van Billy. Hij zette een waarachtige, indrukwekkende rol neer die het begin vormde van een lange acteercarrière, maar tot nu toe is Billy nog steeds één van zijn grootste en beste rollen. Leuk detail is dat hij bij de auditie enthousiaster was over het gratis eten en drinken dan over de auditie zelf, wat hem natuurlijk ook letterlijk deed lijken op de arme Billy. Bovendien hielp Bradley tijdens de opnamen ook echt met het trainen van de torenvalk.

Kes bevestigt wat wij inmiddels al jaren weten: Loach is één van de grotere Britse cineasten en groeide uit tot één van de belangrijkste regisseurs van het Brits sociaalrealisme. Daarbij bleef hij altijd veel gebruik maken van amateuracteurs die vrijwel altijd uit het milieu kwamen van het personage dat ze moesten vertolken. De eerste twee decennia na Kes werkte hij nog veel voor televisie en waren zijn films vaak zeer kritisch op de Engelse politiek. Pas vanaf de jaren negentig, toen hij zich voornamelijk op film ging richten en zijn toon milder werk, breidde zijn publiek uit en groeide zijn bekendheid. Bekende en veel geprezen films zijn Raining Stones, Ladybird, Ladybird, My Name Is Joe, Ae Fond Kiss.., Sweet Sixteen en The Wind That Shakes the Barley. Kes past zeker in dit rijtje van Loach' beste werken en wordt nu met recht alsnog in de bioscoop uitgebracht.