World Invasion: Battle Los Angeles
Recensie

World Invasion: Battle Los Angeles (2011)

Battle Los Angeles is een van de betere komedies van het jaar, al was dat niet helemaal de bedoeling.

in Recensies
Leestijd: 2 min 39 sec
Regie: Jonathan Liebesman | Cast: Aaron Eckhart (Sergeant Michael Nantz), Ramon Rodriguez (Tweede luitenant William Martinez), Michelle Rodriquez (Technisch sergeant Elena Santos), Michael Peña (Joe Rincon), e.a. | Speelduur: 115 minuten | Jaar: 2011

Je moet het Sony nageven: met de marketingcampagne rondom Battle Los Angeles was helemaal niets mis. Mede door een aantal uitstekende trailers werd een aardige hype rondom de film opgebouwd, waardoor men het nodige van deze blockbuster begon te verwachten. Wie de film ziet, begrijpt echter pas waarom er in de trailers voor de film bijna geen dialoog te horen was. Die dialogen zijn namelijk zo tenenkrommend slecht dat je regelmatig het gevoel krijgt naar een uit de kluiten gewassen B-film uit de jaren tachtig te kijken.

Battle Los Angeles begint als de wereld vol spanning wacht op de meteorietenregen die volgens deskundigen in verschillende wereldsteden gaat inslaan. Zodra deze vermeende meteorieten echter bij de kust van Los Angeles neerstorten, wordt duidelijk dat het niet om meteorieten gaat, maar om buitenaardse wezens die de aarde willen koloniseren. Het is aan een kleine eenheid van de Amerikaanse marine om de burgers van Los Angeles te beschermen en een onverslaanbaar geachte vijand toch te neutraliseren.

Al in het eerste kwartier van Battle Los Angeles, waarin regisseur Jonathan Liebesman de mannen die we de komende twee uur gaan volgen op kernachtige wijze probeert te introduceren, wordt duidelijk waar het grote probleem van deze film zit: het scenario. Alle personages, van de sergeant met een persoonlijk trauma tot aan de jonge luitenant die afscheid neemt van zijn (natuurlijk) zwangere vrouw, zijn stereotypen die zo overduidelijk uit de koker van een scenarist komen dat je ze geen moment serieus kunt nemen als echte mensen.

En als vervolgens ook nog eens blijkt dat deze stereotypische personages alleen maar generieke oneliners kunnen uitkramen, is het einde helemaal zoek. Een leuke bijkomstigheid is daarbij wel dat de film na verloop van tijd zo slecht wordt dat het als komedie uitstekend werkt, iets wat mooi duidelijk werd toen tijdens de Nederlandse persvertoning regelmatig lachsalvo’s losbarstten.

Battle Los Angeles is in meerdere opzichten het kleinere broertje van Transformers. Niet alleen qua budget en de gevechten tegen robots (waar de aliens in de film veel van weg hebben), maar vooral ook vanwege de schaamteloze propaganda die beide films leveren voor het Amerikaanse leger. In Battle Los Angeles krijgt dat uiting door te pas en te onpas te benadrukken hoe patriottistisch en heldhaftig die mariniers wel niet zijn en door de wijze waarop geweld wordt verheerlijkt. Hoe extremer de wapens, hoe beter, is de boodschap die Battle Los Angeles (misschien onbewust maar toch) uitdraagt en dat voelt wat ongemakkelijk aan als je weet hoe jong de doelgroep van dergelijke films is.

Is het dan allemaal kommer en kwel bij Battle Los Angeles? Niet helemaal, omdat de talrijke actiescènes in de film er wel prima uitzien en hoofdrolspeler Aaron Eckhart er wonderbaarlijk genoeg in slaagt toch een blijvende indruk achter te laten, hoe clichématig zijn personage ook is geschreven. Eckhart is dan ook een veel te goede acteur voor een film als Battle Los Angeles, waar van tevoren misschien veel van werd verwacht maar die uiteindelijk ontaardt in een bittere teleurstelling.