Shooting Dogs
Recensie

Shooting Dogs (2005)

Shooting Dogs komt keihard aan.

in Recensies
Leestijd: 2 min 59 sec
Regie: Michael Caton-Jones | Cast: John Hurt (Christopher), Hugh Dancy (Joe Conner), Claire-Hope Ashitey (Marie), Steve Toussaint (Roland) e.a. | Speelduur: 115 minuten

Films die de verschrikkingen van het verleden als onderwerp hebben, willen vaak een bewustzijn creëren. We moeten ons blijven verbazen over datgene wat gebeurd is om herhaling te voorkomen. In de kunst wordt vaak gerefereerd aan de holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe wrang dat ook klinkt: een dankbaarder onderwerp bestaat in dat opzicht bijna niet. Maar hoe goed het ook is dat dit blijft gebeuren, er is een nieuwe voorzichtige trend zichtbaar die van evenveel belang is. Filmmakers durven steeds vaker de ‘vergeten’ en vooral recente voorbeelden van oorlogen en schendingen van de mensenrechten aan te halen. Een belangrijke ontwikkeling aangezien het nog immer aan de orde van de dag is.

In 1994 bevindt een groep VN-soldaten zich in het Afrikaanse Rwanda waar een burgeroorlog op het punt staat uit te breken. De rol die ze van bovenaf opgelegd krijgen is helder: peacekeeping en geen greintje meer dan dat. De vrede bewaren in plaats van het op te dringen, wat in de praktijk neerkomt op in ieder geval ‘aanwezig zijn’. Als op een dag het vliegtuig van president Habyarimana wordt neergehaald, bereiken de opgelopen spanningen een climax en trekken georganiseerde Hutu’s met kapmessen de straat op om systematisch alle Tutsi’s af te slachten. Niemand wordt in die moordpartij gespaard en complete lijsten met namen worden afgewerkt. De blauwhelmen staan erbij en kijken ernaar, ze hebben voor ingrijpen geen mandaat gekregen.

Op het terrein van de Ecole Technique Officielle, een kleine school waar de Britse priester Christopher (John Hurt) en zijn jonge idealistische pupil Joe lesgeven, komen honderden Rwandezen bij elkaar om de slachting te ontvluchten waarna de hekken dichtgaan. In deze geïmproviseerde opvang zijn ook VN’ers aanwezig die hun wapens gedwongen op de vergrendeling hebben staan. Als de lijken rond de omheining zich opstapelen komen ze met het voorstel om de honden die van de lichamen eten neer te schieten. Dat voorkomt ziektes. Zie hier de verklaring van de wrange titel die de lading treffend dekt. In hoeverre mag er van buitenaf worden ingegrepen in een conflict en in hoeverre gelden wetten in dergelijke situaties. Meer nog dan dat neemt Shooting Dogs de passieve en decadente rol van de westerse wereld onder de loep. Een BBC-reporter vertelt Joe dat ze ook verslag deed van de gruwelen in Bosnië. Als ze een dode vrouw op straat zag liggen kon ze zich daar haar moeder bij inbeelden. In Rwanda voelt ze minder emotie. Haar uitleg is verbluffend oprecht en pijnlijk: het zijn maar Afrikanen.

Het gevoel van onmacht is - juist doordat de gebeurtenissen zich in een recent verleden afspeelden - bij tijd en wijle ondraaglijk. Meer nog dan bij het vorig jaar verschenen Hotel Rwanda dat helaas een negatieve invloed op deze film kan hebben. Het publiek zit misschien niet te wachten op nog een stevig genocidedrama over dezelfde gebeurtenissen. Het weglaten van gekunstelde accenten is echter een pré, evenals de minder kleffe soundtrack. De gedachte dat de film in en rond de werkelijke school in kwestie is opgenomen met behulp van overlevenden kun je niet kies noemen, maar het versterkt ook de authenticiteit. Het is onbegrijpelijk dat regisseur Michael Caton-Jones direct hierop het misbaksel Basic Instinct 2 maakte. Hier lijkt hij sterk met het materiaal te zijn begaan en de continu aanwezige verbijstering en woede zijn voelbaar. Hoewel door het iets te geforceerde einde een vorm van manipulatie verdedigbaar is, filmt Jones met een haast journalistiek oog. Shooting Dogs komt keihard aan.