Recensie

A Sound of Thunder (2005)

Vervalt helaas al snel in het gebruikelijk ren- en schietwerk.

in Recensies
Leestijd: 4 min 1 sec
Regie: Peter Hyams | Cast: Edward Burns (Travis Ryer), Ben Kingsley (Charles Hatton), Catherine McCormack (Sonia Rand), Jemima Rooper (Jenny Krase), Wilfried Hochholdinger (Dr. Lucas) e.a. | Speelduur: 103 min.

Misschien ten overvloede maar ik zeg het nog maar eens een keer: mocht je binnenkort een keer terugreizen in de tijd, zorg er dan voor dat je daar niets verandert. Dat kan namelijk rampzalige gevolgen hebben voor het heden. En dan heb ik het niet over zoiets banaals als: je overgrootvader vermoorden zodat je zelf niet geboren kan worden. Nee, zelfs de kleinste verandering kan al funest zijn. En hoe verder je teruggaat in de tijd hoe groter het effect wordt. Stel dat je 65 miljoen jaar terugreist en daar een mug doodslaat of een twijgje breekt, dan zou dat een kettingreactie in gang kunnen zetten die de hele evolutionaire loop dusdanig beïnvloed, dat de mens zich nooit zal ontwikkelen. Ook in A Sound of Thunder worden ze er nadrukkelijk voor gewaarschuwd maar toch gaat het mis. Dus pas alsjeblieft op, de volgende keer als je je Flux-capacitor weer eens opstart.

Chicago 2055. Het hi-tech bedrijf Time Safari Inc. van Charles Hatton heeft dankzij gloednieuwe tijdreis-technologieën een gat in de markt gevonden. Waar men vroeger naar Afrika reisde om daar voor de lol een olifant neer te kogelen, daar biedt nu ‘time safari’ de ultieme kick voor ontaarde mensen met te veel geld. Zij krijgen de mogelijkheid om terug te reizen naar de prehistorie en daar een hele echte dikke vette dinosaurus neer te schieten. Voor deze peperdure safaritripjes gelden echter wel drie essentiële basisregels: laat niets achter; neem niets mee terug; en het allerbelangrijkste, verander niets in het verleden. Ondanks alle veiligheidsmaatregelen, waaronder aangepast wapentuig, aparte kleding en een speciaal pad waar de jagers onder geen beding vanaf mogen stappen, gaat het uiteraard toch een keer mis. Wanneer er tijdens een tripje toch iemand van het pad af stapt en daarbij een vlinder onder zijn schoenzool plet (is dat dan wat ze bedoelen met het ‘butterfly effect’?) is het mis, en dreigt de evolutie uit de bocht te vliegen. Travis Ryer, de expeditieleider en Dr. Sonia Rand, het brein achter de tijdmachine, moeten een mogelijkheid zien te vinden om te herstellen wat er is mis gegaan en daarmee de totale mensheid voor een zekere ondergang te behoeden

De oorsprong voor deze film ligt in een kort verhaal van sf-schrijver Ray Bradbury. De scripschrijvers hebben eigenlijk alleen de basis gebruikt en zijn voor de rest lustig aan het fantaseren geslagen, wat de logica niet ten goede is gekomen. De paradox van het tijdreizen speelt de filmmakers ook hier behoorlijk parten. Daarom hebben ze bedacht dat de veranderingen als gevolg van de geplette vlinder niet direct plaats vinden, maar dat ze vertraagd en in golven komen, waardoor onze helden tenminste nog tijd hebben om de boel recht te zetten voordat ze met de volgende golf (voorgesteld als een soort atmosferische tsunami) weggeëvolueerd worden. Dit nogal gezochte fenomeen wordt als vanzelfsprekend gepresenteerd, maar er wordt geen enkele verklaring voor gegeven. Het lijkt dan ook alleen bedoeld om het schamele verhaal enig bestaansrecht te geven, en zo zijn er nog wel meer zaken in de film die de kijker maar het beste met de nodige korrels zout tot zich kan nemen.

De totstandkoming van A Sound of Thunder ging overigens niet bepaald van een leien dakje. De opnames in Tsjechië (die al in 2002 plaatsvonden) werden flink gehinderd door de zware overstromingen die er toen waren. Vervolgens lag de productie een hele tijd stil omdat het geld op was (de productiemaatschappij ging failliet). Het geldgebrek moet ongetwijfeld de oorzaak zijn van de bij vlagen erg matige CGI. Vooral de beelden waarin het futuristische straatverkeer van Chicago aan de hoofdrolspelers voorbij zoeft, doet het plaatsvervangende schaamrood naar de kaken stijgen. Verder lijdt de film ook behoorlijk aan het ‘blue screen syndrome’, dat wil zeggen dat de interactie tussen de echte mensen en de CGI-creaturen en settings niet bijzonder overtuigend overkomt: hordes extreem moordlustige beesten komen met grote snelheid aanstormen en laten hun dodelijke kaken links en recht dichtklappen, maar de hoofdpersonen lijken zich niet bijzonder druk te kunnen maken om deze hachelijke situatie. Dat is ook niet zo heel raar, want tijdens de opnames stonden ze natuurlijk gewoon voor een groot blauw scherm (vaak is het ook groen, maar dat terzijde) en er gaat nu eenmaal maar weinig dreiging uit van een groot blauw scherm.

A Sound of Thunder is dus gebaseerd op een interessant gegeven maar vervalt helaas al snel in het gebruikelijk ren- en schietwerk. De gedegen regie van Peter Hyams (Capricorn One, Outland, 2010) heeft er voor gezorgd dat het ondanks de vele tekortkomingen toch nog best een pakkende film is geworden met een lekker tempo en genoeg spanning, maar daar zul je het dan ook mee moeten doen.