Redbad
Recensie

Redbad (2018)

Een lijvige speelduur, imposante beelden en opzwepende muziek maken nog geen epos.

in Recensies
Leestijd: 4 min 58 sec
Regie: Roel Reiné | Cast: Gijs Naber (Redbad), Loes Haverkort (Frea), Teun Kuilboel (Jurre), Derek de Lint (Eibert), Lisa Smit (Fenne) e.a.| Speelduur: 160 minuten | Jaar: 2018

De carrière van filmregisseur Roel Reiné verloopt via een ongebruikelijk traject. Waar veel Nederlandse cineasten eerst langdurig in hun thuisland het ambacht pogen te perfectioneren alvorens een eventuele oversteek te maken naar Hollywood, trok Reiné al na twee Nederlandse films die kant op en wist er zowaar voet aan de grond te krijgen. Sinds 2008 maakte hij een lange rits actiefilms van B-garnituur, waarmee hij ongetwijfeld een goede boterham heeft verdiend maar vermoedelijk niet gauw zal doorstoten tot de eredivisie van Hollywood. Dit lijkt hem niet te deren; Reiné bewaart zijn ambities namelijk voor Nederland. Aldus zagen we hem drie jaar geleden een Nederlandse comeback maken met het groots opgezette heldenepos Michiel de Ruyter. Een handvol Amerikaanse films en televisieafleveringen later komt hij nu alweer aanzetten met de volgende ambitieuze Nederlandse productie. De man houdt kennelijk niet van stilzitten.

Deze opvallende afwisseling van projecten geeft blijk van een strategie die voor Reiné en de Nederlandse filmindustrie misschien nog wel voordeliger is dan voor Hollywood. Wanneer de Amerikaanse filmhoofdstad buitenlands talent binnenhaalt, zorgt dat namelijk niet alleen voor meer kwaliteit, maar ook voor een verzwakking van de buitenlandse concurrentie. Twintig jaar geen Paul Verhoeven in Nederland heeft de vaderlandse filmindustrie waarschijnlijk flink wat gederfde inkomsten gekost. Reiné draait de zaken mooi om door te cashen met Hollywoodpulp en vervolgens zijn daarmee verworven vaardigheden in te zetten om in Nederland grote producties van de grond te krijgen. Het is een werkwijze die doet denken aan die van Peter Jackson en Luc Besson, die er altijd voor hebben gewaakt niet te verdwijnen in de Hollywoodmachine, maar juist een stukje Hollywood naar hun thuisland brachten. Het is afwachten of Reiné dat ook voor elkaar krijgt, maar hij is op de goede weg.

Dat alles maakt het des te spijtiger dat Reinés nieuwste epos Redbad, ondanks alle bewonderenswaardige ambities als individuele film, simpelweg een flinke domper is. Dat zit hem in diverse aspecten, maar waarschijnlijk nog het meest in het feit dat de film zich laat bekijken als een pastiche van historisch spektakel naar Amerikaans model, zonder enig blijk van inzicht wat dergelijke films boeiend maakt. Op papier zorgen deze producties vooral voor praktische uitdagingen (grote sets, veel figuranten, dure kostuums) en op dat vlak weet Redbad zeker indruk te maken. Maar om de gemiddelde kijker te boeien, komt het vooral aan op een goede balans van de meer abstracte elementen. Films in dit genre zijn vrijwel altijd lang, melodramatisch en bombastisch, maar met de juiste aanpak kan dat zowaar een aanwinst zijn in plaats van een handicap. Zo niet bij Redbad; de film is wollig, slordig en luidruchtig.

Voor het verhaal van de Friese koning die in de zevende eeuw de strijd aanbindt met de binnenvallende Franken, is iets te duidelijk het scenario van Michiel de Ruyter als blauwdruk genomen. Ook ditmaal is de titelfiguur een held tegen wil en dank die het de buitenlandse overmacht flink lastig maakt, maar misschien nog wel het meest te vrezen heeft van het gekonkel in de eigen gelederen. Koningszoon Redbad wordt daarvan al snel slachtoffer, wanneer hij na een rommelig vertelde openingsscène de dood van zijn vader in de schoenen geschoven krijgt en wordt verbannen. Zonder al te veel gemor laat hij zich op een vlot binden en de zee opduwen. Waar hij aanspoelt spreekt men Engels, maar pas dik een uur later wordt tussen neus en lippen door opgemerkt dat hij niet bij Britse Kelten terecht is terechtgekomen, maar bij Denen. Maar goed, zelfs de vijandige Franken spreken Engels...

Hoe dan ook, eenieder met een beetje verstand zou maar al te graag verlost zijn van het stelletje bekrompen eikels dat iemand om het minste of geringste de verdrinkingsdood injaagt (om nog maar te zwijgen over de traditie jonge vrouwen te verbranden als de oogst tegenvalt). Maar wanneer hem het nieuws bereikt dat zijn zus wordt uitgehuwelijkt aan de vijand, besluit Redbad in actie te komen. Sorry, sorry... wacht even, welke zus ook alweer? Zouden we haar even mogen leren kennen of eventueel een scène kunnen zien waarin haar band met de hoofdpersoon wordt geduid, alvorens laatstgenoemde zich halsoverkop in een slecht doordachte reddingsmissie stort?

Maar och, nu Redbad toch weer terug is op vertrouwd gebied, kan hij net zo goed maar weer terugkeren naar het volk dat hem heeft verbannen, om de strijd tegen de Franken te hervatten. Volgens de openingstekst hanteert dit vijandelijke volk het christelijke geloof als wapen, maar deze religie wordt vooral getoond als inzet van de strijd. Klassiek gevalletje van "bekeer je of we slaan erop". Lekker ongenuanceerd natuurlijk, maar het zorgt wel voor een mooi lichtpuntje in de vorm van een fijne bijrol van Jack Wouterse als uiterst agressieve zendeling. Voor de hoofdpersoon is het gegeven van religie echter volkomen verwaarloosbaar. Redbad is immers net zo wars van de heidense tradities van zijn eigen volk als van de christelijke leer waar de Franken mee dwepen. Zelfs wanneer hij in ballingschap trouwt met een christelijke vrouw, blijft dat hete hangijzer zo lang mogelijk onbesproken.

Naar verluidt klopt er historisch gezien bijzonder weinig aan Redbad, maar in de filmkritiek doen we liever niet aan dergelijk gezeur. Dat het in vele opzichten vergelijkbare Braveheart allerlei loopjes nam met de geschiedenis (iets wat de makers ervan ruiterlijk toegeven) heeft de film nooit verhinderd massaal te worden omarmd door zowel pers, publiek als Oscarcomité. Om een effectieve film te maken, zijn bepaalde creatieve vrijheden geoorloofd, maar Redbad springt er onzorgvuldig mee om. Een rommelig script, een hoofdpersoon die nauwelijks ontwikkeling doormaakt en een volk dat zich van een dusdanig onsympathieke kant laat zien dat je het maar al te graag onder de voet gelopen ziet worden? Misschien wel het spijtigste is dat een goede film steeds binnen handbereik lijkt, maar het Reiné steeds maar niet lukt Redbad op de rails te krijgen.