Que Dios Nos Perdone
Recensie

Que Dios Nos Perdone (2016)

Weinig gestroomlijnde Spaanse seriemoordenaarthriller.

in Recensies
Leestijd: 2 min 25 sec
Regie: Rodrigo Sorogoyen | Cast: Antonio de la Torre (Velarde), Roberto Álamo (Alfaro), Javier Pereira (Andrés), Luis Zahera (Alfonso), Raúl Prieto (Bermejo), e.a. | Speelduur: 127 minuten | Jaar: 2016

Haat en liefde liggen dicht bij elkaar, zo luidt de zegswijze. Hetzelfde geldt voor goed en kwaad. Het is een subtiliteit of een relatief kleine gebeurtenis die de mens doet uitwijken naar het één of ander, al naar gelang van wat er op het spel staat. De Spaanse politiethriller Que Dios Nos Perdone (God Vergeef Ons) kent veel grijstinten. Zowel bij de daders als de rechercheurs. Maar smeedt regisseur Rodrigo Sorogoyen hiermee ook een spannend en meeslepend misdaadverhaal?

Neem speurneus Alfaro, een brute macho met veel sterke verhalen en een agressief kantje. Thuis heeft hij een dochter zitten en een vriendin die hem bedriegt. Bezorgde vader, liefhebbende minnaar, driftkop en misdaadbestrijder ineen dus. Zijn directe collega Velarde is een stotterende verlegen vrijgezel die houdt van Portugese fadomuziek en zijn oog heeft laten vallen op een mooie schoonmaakster in zijn appartementencomplex. Het is een slons die niet weet hoe hij vrouwen moet benaderen en in al zijn goede bedoelingen doorschiet tot het extreme.

Het is een ongebruikelijk duo dat de taak krijgt een serieverkrachter en -moordenaar op te sporen die het heeft voorzien op veelal alleenstaande bejaarde Madrileense vrouwen. Als meerdere brute misdaden aan het licht komen, is het verband al snel gelegd. Tegelijkertijd ontdekken Alfaro en Velarde dat hun directe collega's er in het verleden een potje van hebben gemaakt. Het zorgt voor veel spanning en zelfs vechtpartijen binnen het korps. Ondertussen is er wel een gek aan het werk die zo snel mogelijk in de val gedreven moet worden.

Wat voor soort film Sorogoyen met zijn eerste solo filmproject als regisseur heeft voorgestaan blijft diffuus. De toon wisselt voortdurend, waardoor het er niet overzichtelijker op wordt. De ene keer staat het kat-en-muisspel tussen boef en politiemacht centraal, dan draait alles weer om de contrasten tussen Alfaro en Verlarde, om vervolgens weer plaats te maken voor privéproblemen en het gehannes binnen het korps. De hele gedachte dat iedereen goede en slechte kanten heeft raakt hierbij als hoofdthematiek op de achtergrond.

Daar komt bij dat de gruwelijkheden die de psychopaat begaat zich vrij gemakkelijk en haast terloops aandienen. Verlarde en Alfaro halen hun schouders op en proberen met wat gesprekken en geneus in boeken, systemen en documenten de dader in de kraag te vatten. Dit wordt soms zeer welkom doorsneden met een actiemoment. Gevoel van urgentie lijkt er echter nauwelijks te zijn. De spanning is helemaal weg als Sorogoyen ons de dader vol in beeld voorschotelt. Inzicht in diens motivatie laat echter op zich wachten tot de slotscène.

De vergelijking met de Argentijnse Oscarwinnaar El Secreto de Sus Ojos doemt geregeld op, maar bij dat misdaadverhaal waren de drama- en spanningselementen perfect in balans. Voor Que Dios Nos Perdone is het gebrek aan stroomlijning onvergeeflijk.