Recensie

Bacurau (2019)

Bloederige, bloedstollende, allegorierijke Braziliaanse western.

in Recensies
Leestijd: 2 min 47 sec
Regie: Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles | Scenario: Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles | Cast: Bárbara Colen (Teresa), Thomas Aquino (Pacote/Acacio), Sônia Braga (Domingas), Udo Kier (Michael), e.a. | Speelduur: 131 minuten | Jaar: 2019

Bacurau is een Braziliaanse moderne western met surrealistische en zelfs horrorachtige tinten. Het is een krachtige combinatie van de bloederige stijl van John Carpenter en de sociaal geëngageerde, linkse Braziliaanse western uit de Cinema Novo-beweging (zoals Black God White Devil en Antonio das Mortes) van de jaren zestig.

Net zoals die oudere Braziliaanse westerns speelt Bacurau zich af in de sertão in het noordoosten van Brazilië, een regio met rijke geschiedenis en folklore, in het kleine, afgelegen dorpje Bacurau. Die oudere films gingen vaak over de cangaço, zogenaamde 'sociale bandieten' die in opstand kwamen tegen de autoriteiten in allerlei vormen en maten, en een soort mythische status in de Braziliaanse folklore kregen. Er zijn hints dat het fictieve dorpje Bacurau ooit zulke figuren herbergde en dat hun geesten doorleven in de huidige bevolking.

Ondanks dat Bacurau fictief is, voelt het dorpje en diens bevolking zeer echt en doorleefd aan. In de eerste helft van de film gidst de naar het dorp terugkerende Teresa ons langs de lokale gemeenschap, diens eigenaardigheden en de sociale verhoudingen. Als de burgemeester van de gemeente langskomt, wordt hij als een gehate paria ontvangen, wat deels te maken heeft met hoe zijn regering de watertoevoer naar het dorp heeft afgesneden ten faveure van een groot bouwproject.

Het dorp is daardoor voor water afhankelijk van een watertanker die om de zoveel tijd naar het dorp rijdt. Als die vol kogelgaten aankomt, waar het water uitstroomt, wordt duidelijk dat er iets duisters gaande is rondom het dorp. Dat wordt benadrukt in een prachtige onheilspellende scène, waarin uit het niets een groep paarden van een nabijgelegen boerderij 's nachts door het dorp heen banjert. Zo wordt de spanning langzaamaan opgevoerd, nog voordat de schurken worden geïntroduceerd: een groep Amerikanen die voor geld en glorie gaan jagen op de lokale bevolking, onder leiding van de heerlijk sinistere Udo Kier. De inwoners van Bacurau worden zo gedwongen om de oude gewoonte van gewelddadig verzet weer op te pakken, en de hulp van een ondergedoken bandiet in te schakelen.

Zo komt de cangaço weer tot leven in moderne vorm, en leeft de allegorische, politieke cinema van de jaren zestig voort in het werk van Kleber Mendonça Filho & Juliano Dornelles, maar dan nog met een nog dikkere saus genre-elementen eroverheen. Inclusief een stuk heftiger bloedvergieten. Velen zien Bacurau als een allegorie voor Brazilië onder president Bolsonaro, maar dat is misschien toch te simpel.

Er valt zeker wel iets te zeggen voor hoe de film Brazilië presenteert als hels oord waar mensen uit lijfsbehoud in opstand moeten komen tegen grotere machten, zeker in tijden van het coronavirus en een president die nog altijd blijft ontkennen dat het virus gevaarlijk is, ondanks de hoge besmettings- en sterftecijfers in het land. Maar de makers liepen al rond met het idee voor de film sinds 2009, en de film was al min of meer af voordat Bolsonaro in 2018 werd verkozen. Bacurau is bovendien teveel geworteld in Braziliaanse literaire en filmische tradities om alleen van dit moment te zijn, en de sociale en politieke problematiek die aan bod komt niet alleen van de afgelopen jaren.