The Night House
Recensie

The Night House (2020)

Intrigerende en sfeervolle thriller over een weduwe die moet zien af te rekenen met haar demonen en gevoelens van rouw.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: David Bruckner | Scenario: Ben Collins en Luke Piotrowski | Cast: Rebecca Hall (Beth), Sarah Goldberg (Claire), Vondie Curtis-Hall (Mel), Evan Jonigkeit (Owen), Stacy Martin (Madelyne), e.a. | Speelduur: 107 minuten | Jaar: 2020

Zij die pretenderen er verstand van te hebben, opperen wel eens dat het verschil tussen arthouse en de meer commerciële cinema hem vooral in de opstartfase zit. Bij arthouse weet je niet exact wie de personages zijn, wat ze doen, wat hen drijft en wat hun persoonlijke omstandigheden zijn. Dit wakkert de interesse in de personages aan en vergroot zo de emotionele betrokkenheid van het publiek. Bij popcornfilms is dit altijd van meet af aan duidelijk. Het is een wel heel scherp onderscheid dat minder zwart-wit is dan de theorie verkondigt.

Maar als je er dan toch in mee wil gaan dan moet de psychologische horrorfilm The Night House naar regie van David Bruckner haast wel arthouse zijn, zoals er de laatste jaren wel vaker horrorproducties zijn die niet alleen maar een commerciële inslag hebben. We maken kennis met schoollerares Beth die om aanvankelijk onduidelijke redenen als weduwe door het leven gaat. Gaandeweg wordt duidelijk waarom ze in haar eentje in het gigantische houten huis woont dat wijlen echtgenoot Owen eigenhandig ontworpen en in elkaar getimmerd heeft. Op een avond joeg hij zichzelf een kogel door het hoofd in een bootje op het meer. Wat dreef hem daartoe en hoe kunnen in hemelsnaam Owen en zijn bouwsel een enorme rol spelen in Beth' rouwproces?

In een sfeervolle, aan de titel refererende nachtelijke setting vindt Beth geen moment rust. Ze wordt op vreemde momenten en met name op vreemde plekken wakker. Ze lijkt het slaapwandelen van Owen te hebben overgenomen. Daarnaast hoort ze een vreemde stem en voelt ze een mysterieuze aanwezigheid die wel erg op die van Owen lijkt. Buurman Mel probeert een beetje op Beth te letten, maar lijkt meer te weten van de laatste dagen van Owen. Beste vriendin Claire probeert op haar beurt vooral voor afleiding te zorgen.

Bruckner grossiert in grimmige atmosferen en onheilspellende luchten en dat werpt zijn vruchten af. Het verlaten huis bij het meer is een personage op zich en geleidelijk begint Beth ook te beseffen dat veel dingen niet zijn zoals ze lijken. Waar normaal gesproken de waanzin zich meester maakt van een hoofdpersonage in dit soort omstandigheden, gaat Beth op onderzoek uit en is vastbesloten de mysteriën rondom haar huwelijk en weduwschap te ontrafelen. Dat het allemaal wat vergezocht en ongeloofwaardig is mag de pret niet drukken, al is het maar omdat Bruckner zich maar spaarzaam bedient van goedkope schrikeffecten en juist de psyche van Beth het werk laat doen.

In dat opzicht zou je The Night House dan ook beter als thriller dan als horrorfilm kunnen bestempelen. Plotmatig worden er onverwachte wendingen van stal gehaald om de aandacht vast te kunnen houden. We zien hier een voor het genre zeldzame combinatie van een intelligent en emotioneel complex personage, dat door de voortreffelijke portrettering door Rebecca Hall intrigeert en zelden ergernis opwekt. De ontknoping is wat vergezocht, maar blijft in lijn met de hele aanloop ernaartoe. Met een beetje fantasie zou je The Night House kunnen zien als een allegorie op het rouwproces en het afrekenen met je eigen demonen en bovendien als moderne variant op het bekende Blauwbaard-verhaal.