Kuessipan
Recensie

Kuessipan (2019)

In Kuessipan worden tradities verrassend genoeg eens niet door de vooruitgang verzwolgen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 36 sec
Regie: Myriam Verreault | Scenario: Naomi Fontaine, Myriam Verreault | Cast: Sharon Ishpatao Fontaine (Mikuan Vollant), Yamie Grégoire (Shaniss Jourdain), Étienne Galloy (Francis), Douglas Grégoire (Greg), e.a. | Speelduur: 117 minuten | Jaar: 2019

Het is twee jeugdvriendinnen wel toevertrouwd. Een leven lang contact houden, maar vooral ook bij tijd en wijle elkaar het leven onmogelijk maken. Dit geldt voor alle vriendinnen overal ter wereld, maar zeker als ze opgroeien in een fysiek afgezonderde gemeenschap zoals de Innu in Canada. Want hoewel Mikuan en Shaniss best wel eens in het westerse Quebec komen, ligt hun reservaat net zo afgelegen als het woord reservaat doet vermoeden. In ieder geval ver genoeg om nog dagelijks te moeten kampen met de onvermurwbare, eeuwenoude tradities van hun volk.

De vriendinnen benaderen die zowel hartverwarmende als tenenkrommende tradities zoals het dit genre betaamt: tegenstrijdig. Maar Kuessipan laat de vriendinnen elkaar niet verzwelgen en geeft het authentieke karakter van de stam en de voordelen van het openstaan voor vooruitgang de ruimte. De film kan zodoende uitgroeien tot zowel een metafoor als een blauwdruk van hoe deze overal ter wereld terugkerende strijd gevoerd kan worden.

Verhalen als deze zijn inmiddels genoeg verteld. Vooral de laatste jaren zijn ze niet van de lucht. Steeds vaker worden geïsoleerde stammen goedschiks of kwaadschiks uit hun isolement getrokken. Iedereen leeft dichter op elkaars lip - al dan niet digitaal - en tradities delven het onderspit of wreken zich in geloofsoorlogen. Recent werd dit nog voor geïsoleerde Aziatische gemeenschappen op het witte doek geprojecteerd met Balloon en Sing Me A Song.

Veel van deze verhalen en films zijn een weerslag van het typische salomonsoordeel; van het wel of niet vasthouden aan de tradities en het in tweeën gespleten kind dat uit die keuze geboren wordt. De films zijn constructief omdat ze de afgezonderde en/of onderdrukte gemeenschappen een stem geven, maar zijn toch vooral beklemmend omdat ze laten zien hoe de nietsontziende modernisering de authenticiteit van de afgezonderde groep onder druk zet.

Filmmaker Myriam Verreault lijkt op het eerste gezicht ook deze geplaveide weg in te slaan, maar doet dit uiteindelijk toch niet. En juist dat maakt Kuessipan een bijzondere variant op de bekende vertelling. Om te beginnen gebruikt ze geen acteurs voor haar vertelling. Het is een verhaal over Innu, waarbij de hoofdrollen vertolkt worden door Innu zonder enige noemenswaardige acteerervaring. In het toch al uitgestrekte, wilde en daarmee lastig maakbare landschap waarin het steeds kleiner wordende reservaat ligt, geeft deze gewaagde keuze de film vaak het gevoel van een documentaire. Verreault verkiest authenticiteit boven doordachte storytelling en slaagt er mede daardoor in de film tegelijk onconventioneel en taboedoorbrekend te laten zijn.

Verreaults mengsel is niet per se vernieuwend. De combinatie van de documentairestijl en de typische beeldtaal van vooruitgang is in de meeste van deze films terug te zien. Zo is het dialoogshot onder elektriciteitsmasten (die het reservaat met de rest van de wereld verbinden) uitgegroeid tot hol stereotype. Maar Kuessipan weet continu om deze heldere en opzichtige tweespalt heen te dansen. Zo zou het gemakkelijk zijn de wens van Shaniss om op het reservaat een toekomst op te bouwen weg te zetten als bekrompen en de wens van Mikuan om te gaan studeren als verlicht.

Maar nee, dat gebeurt niet, in Kuessipan krijgen beide kanten van de medaille evenveel daglicht en liefde. Natuurlijk, het kraaltjeshandwerk van de oude Innu-vrouwen is wat ouderwets, maar met het door de kamer smijten van de bakken vol gekleurde kraaltjes schiet niemand wat op. Hoe hard Schannis en Mikuan zelf ook proberen lijnrecht tegenover elkaar te staan, hoe hevig ze ook proberen authenticiteit en vooruitgang op elkaar te laten botsen, het lukt ze niet. Verreault steekt daar een vakkundig, maar niet overdreven zichtbaar stokje voor en maakt het daardoor mogelijk dat versteende tradities kunnen smelten, zoals Canadees ijs in het late voorjaar.

Uiteindelijk krijgt Verreault het voor elkaar een mondiaal verhaal van modernisering versus traditie niet slechts een andere invulling te geven. Kuessipan gaat juist door deze wrijving glimmen, de tegenpolen versterken en omarmen elkaar. En hoewel de vooruitgang onvermijdelijk lijkt, ook voor de Innu in oostelijk Quebec, hoeft deze vooruitgang niet per definitie ten koste te gaan van de tradities en vooral ook het karakter van een volk. Kuessipan weet deze samensmelting niet alleen te tonen, maar er zelf ook een scherpzinnig toonbeeld van te worden.