Blue Bayou
Recensie

Blue Bayou (2021)

Onderliggende pijn wordt tastbaar in dit melodrama over Amerikaans immigratierecht.

in Recensies
Leestijd: 3 min 14 sec
Regie: Justin Chon | Scenario: Justin Chon | Cast: Justin Chon (Antonio LeBlanc), Alicia Vikander (Kathy LeBlanc), Mark O'Brien (Ace), Linh-Dan Pham (Parker Nguyen), Sydney Kowalske (Jessie LeBlanc), Vondie Curtis-Hall (Barry Boucher), Emory Cohen (Denny), Geraldine Singer (Dawn Landry), Toby Vitrano (Merk), Altonio Jackson (Quentin aka Q), e.a. | Speelduur: 117 minuten | Jaar: 2021

Uit de mond van Roy Orbison hebben de woorden van het popliedje 'Blue Bayou' iets zoet melancholisch. De onderliggende pijn is haast tastbaar. Het is niet verwonderlijk dat Justin Chons nieuwe film hiernaar vernoemd is. In zijn tragische vertelling komt een Amerikaan - opgegroeid in Louisiana, maar met Koreaanse wortels - erachter dat hij minder Amerikaans is dan hij dacht. Zijn adoptieouders zijn namelijk vergeten een stapel papiertjes goed in te vullen, en nu dreigt hij te worden uitgezet.

Maar voordat het zover is, leren we deze Antonio LeBlanc beter kennen. Bij een sollicitatie wordt erom gelachen dat een Aziatische man zo'n naam heeft. Jong gezin en nieuwe baby op komst of niet; met zijn strafblad hoeft hij het bij dit bedrijf niet te proberen! Als politieagent Ace, de vader van zijn geadopteerde dochter Jessie, meer contact wil met de kleine, loopt het snel uit de hand. Antonio wordt in de boeien geslagen, en dan komt zijn illegale status aan het licht. Ineens moet hij nog veel harder vechten voor het voortbestaan van zijn gezin.

Blue Bayou is een film die echt ergens over gaat, maar het knappe is juist dat het over nog zoveel meer gaat. Regisseur en hoofdrolspeler Justin Chon zorgt ervoor dat we Antonio helemaal leren kennen. We bouwen een diepe band met hem op. Crimineel verleden? Hij probeert oprecht een nieuw bestaan op te bouwen, en hij houdt innig van de kleine Jessie. Dat zien we. Antonio heeft zo zijn zwaktes, maar hij verliest nergens de sympathie van de kijker.

Hij bouwt een vriendschap op met de enige andere persoon van Aziatische afkomst die hij tegenkomt in de straten van New Orleans. Parker is een vluchteling van Vietnamese komaf. Ze draagt een pruik vanwege een chemokuur en klopt bij Antonio aan voor een tatoeage. Ze doet hem aan zijn biologische moeder denken, die hij eigenlijk probeerde te vergeten. Misschien is het niet het meest ideale moment om aan je Koreaanse roots te worden herinnerd als je vecht om daar niet naar teruggestuurd te worden. Hij kan het niet helpen. Maar hij ziet ook het mooie.

Het is bijna onvoorstelbaar hoe goed Blue Bayou in elkaar zit, terwijl de regisseur zelf ook nog eens de sterren van de hemel acteert. Chon toont vaker tranen dan de meeste andere getatoeëerde mannen in films, en elke druppel die van zijn wangen rolt is geloofwaardig. Antonio kent ook vreugde, woede en verbijstering. Chon haalt zichzelf emotioneel flink door de mangel om dit verhaal te vertellen. Je vergeet bijna dat je vooral naar een intens melodrama zit te kijken. En dan heeft Chon zichzelf ook nog overtuigend een accent aangemeten dat niet eigen is.

Tegenover hem staat Alicia Vikander stevig in haar schoenen, als vrouwlief Kathy. Zij blijft van Antonio houden, ook al ontdekt ze dat hij dingen voor haar achterhoudt. Nooit wordt dat een punt van zwakte of afhankelijkheid. Helemaal knap is de prestatie van kindacteur Sydney Kowalske, die bij tijden ontzettend schattig is en andere keren beschadigd overkomt. Haar ene vader liet haar in de steek, en nu dreigt de volgende tegen wil en dank hetzelfde te doen. Bijzonder lastige emoties, maar op een of andere manier weet de jonge Kowalske er raad mee.

De vertelstructuur heeft wat weg van een Griekse tragedie, en op het einde voel je dat Blue Bayou duidelijk voor tranen gaat. Maar de weg die de kijker heeft afgelegd om op die plek te komen, is geplaveid met ingewikkelde situaties, begrijpelijke karakterfouten en een heleboel onderliggende pijn. Melodrama? Ja, maar zeker niet van het platte soort. Wel op hoog niveau.