In zijn derde speelfilm snijdt de Roemeense regisseur Emanuel Pârvu het thema homofobie en homohaat aan binnen een zeer conservatief milieu. Three Kilometres to the End of the World voelt nooit als een uitgesproken politieke film - en dat was ook niet Pârvu's bedoeling. Toch krijgt de film een onvermijdelijke politieke lading door de recente opmars van ultrarechts in Roemenië. Wat zich afspeelt in deze kleine gemeenschap, zou zomaar een voorbode kunnen zijn van wat er op nationaal niveau staat te gebeuren.
De Donau-delta in Roemenië oogt als een idyllische plek. Het gebied herbergt een prachtig natuurreservaat dat populair is bij toeristen en vogelliefhebbers. Veel inwoners leven van de visserij en hebben weinig binding met het stadsleven. Hun wereldbeeld is vaak uitgesproken conservatief, zeker als het gaat om homoseksualiteit. In deze streek woont de zeventienjarige Adi met zijn ouders. Na een wandeling met een toerist komt hij bont en blauw geslagen thuis. Zijn vader vermoedt dat de woekeraar aan wie hij nog geld schuldig is, hem onder druk wil zetten door zijn zoon te belagen.
De politie moet eraan te pas komen, maar dan wordt duidelijk dat Adi om een andere reden in elkaar werd geslagen. Hij zou de toerist hebben gezoend. Vanaf dat moment keren de volwassenen zich tegen de jongen. De corrupte agenten vinden dat Adi het incident zelf heeft uitgelokt. Zijn diep religieuze moeder roept de hulp in van een priester om haar kind te 'bekeren'. De geestelijke gaat drastisch te werk met een ritueel dat doet denken aan exorcisme. Adi kan geen kant meer op in deze gemeenschap.
Emanuel Pârvu's drama zal zeker in de smaak vallen bij fans van Christian Mungiu, winnaar van de Gouden Palm met 4 Maanden, 3 Weken en 2 Dagen. Three Kilometres to the End of the World ademt niet alleen dezelfde onderkoelde, realistische stijl die zo kenmerkend is voor de Roemeense new wave, maar overlapt ook in de cast: actrice Laura Vasiliu vertolkt hier de moeder van Adi. Thematisch doet de film bovendien denken aan Beyond the Hills, een andere Cannes-winnaar van Mungiu.
Hoewel Adi het centrum van het verhaal vormt, vertelt de film in feite het verhaal van de gemeenschap. Zodra de gelegenheid zich voordoet, wisselt Pârvu van perspectief en toont hij de reacties van Adi's vader, moeder, de politiechef en andere dorpsbewoners. Adi heeft alle eigenschappen van een half-passieve protagonist, bijna een Hamlet-figuur. Hij wil zich wel verzetten, maar het zet weinig zoden aan de dijk. De nevenpersonages zijn juist veel actiever en reageren op onbeholpen, angstige, kwaadaardige of groteske wijze.
De reacties lopen zeer uiteen. Adi's ouders zijn met stomheid geslagen als ze ontdekken dat hij anders geaard is. Zijn vader wil hem naar het leger sturen "om een echte man te worden", moeder zoekt haar toevlucht tot het geloof. De politie draait de rollen om: Adi is nu de aanstichter. De chef wil de zaak in de doofpot stoppen, uit angst dat publiciteit tot meer criminaliteit leidt. Homoseksualiteit en drugs: één pot nat. De priester ziet uiteraard de hand van de duivel, die jongeren vergiftigt. Adi fungeert dus vooral als katalysator van al deze diepgewortelde, vaak irrationele reacties.
Toch gaat deze film niet uitsluitend over homohaat. Het slachtoffer had ook een verkrachte vrouw kunnen zijn. Dat was zelfs het oorspronkelijke idee van Pârvu. Het interesseert hem vooral hoe mensen plots een knop kunnen omzetten. Ze zien een slachtoffer en even later is hun mening honderdtachtig graden gedraaid. De regisseur biedt daar geen verklaring voor, maar legt die vraag bewust bij de kijker.
Het slot van de film kent helaas weinig verrassingen. Met een sterkere, minder voorspelbare climax had Three Kilometres to the End of the World een werkelijk memorabele arthousefilm kunnen worden. Toch zal de prent niet onopgemerkt blijven, zeker nu in Roemenië, in navolging van Hongarije, de schaduw van ultrarechts dreigt te vallen over de rechten van de LHBTQIA+-gemeenschap.