El Principe
Recensie

El Principe (2019)

Chileens gevangenisdrama met behoorlijk expliciete seksscènes weet onverwacht een emotionele snaar te raken.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Sebastián Muñoz | Scenario: Luis Barrales, Sebastián Muñoz | Cast: Juan Carlos Maldonado (Jaime El Príncipe), Alfredo Castro (El Potro), Gastón Pauls (Che Pibe), Cesare Serra (El Gitano), Lucas Balmaceda (Danny El Rucio) e.a.| Speelduur: 96 minuten | Jaar: 2019

Het openingsshot van El Príncipe hakt er lekker in: een close-up van een doorgesneden keel, waarna de camera toont hoe de vloer zich vult met het bloed van het slachtoffer. Als deze stevige binnenkomer niet aan je is besteed, kun je de rest van de film misschien ook maar beter mijden. De dader van de zojuist gepleegde moord, de twintigjarige Jaime, staat met net zo veel verbijstering te kijken naar wat hij zojuist heeft aangericht als de tientallen cafébezoekers om hem heen. We hoeven vervolgens dus niet te zien hoe hij wordt ingerekend en veroordeeld; de directe overgang naar zijn aankomst in de gevangenis is volkomen logisch.

Het betreft een Chileense gevangenis anno 1970: zowat de laatste plek op aarde waar je als crimineel onervaren doch aantrekkelijke jongeman terecht wil komen. Jaime belandt in een cel met vier andere gevangenen. Aangezien deze maar twee bedden bevat, zal er moeten worden gedeeld. Dat zijn bedgenoot en onofficiële celbaas Ricardo hem al gelijk tijdens zijn eerste nacht verkracht, hoeft voor niemand als een verrassing te komen. De angstige Jaime ondergaat dit met dezelfde berusting als alle andere aspecten van het leven achter de tralies. De oudere Ricardo is echter niet de gebruikelijke kwelgeest die Jaime enkel het leven zuur maakt, maar blijkt ook de ervaren gevangene die de jeugdige nieuwkomer onder zijn hoede neemt. Ricardo fungeert dus als zowel verkrachter als vaderfiguur, en uiteindelijk zelfs als minnaar.

Gaandeweg verandert Jaime steeds meer in Ricardo, al is het spijtig dat de film het nodig vindt dit idee te benadrukken door hem dezelfde teksten te geven. De vraag die zich opdringt is of deze verandering een logisch gevolg is van zijn gevangeniservaring of te herleiden is naar zijn uiterst hechte band met Ricardo. Een concreet antwoord krijgen we gelukkig niet. In de weergave van seksuele activiteit tussen gevangenen pakt El Príncipe behoorlijk expliciet uit, maar zonder enige opsmuk. Daardoor worden deze taferelen nooit echt erotisch en dat zal ook wel precies de bedoeling zijn. De gevangenis is lelijk en vies, en wat er plaatsvindt zal op zijn best enige mate van menselijkheid bevatten, maar op iets moois hoef je niet te rekenen.

Best knap dus dat de film toch enige sympathie voor Ricardo weet te bewerkstellingen. Niet dat je van hem gaat houden (zijn introductie als harteloze verkrachter verhindert dat direct), maar er zal wel enig begrip zijn waarom Jaime dat wel doet. De emoties lopen namelijk hoog op, maar liggen ook constant op rommelige wijze met elkaar overhoop. Dat is geen narratieve tekortkoming, maar juist de insteek; de bizarre normen en waarden van het leven in de gevangenis laten niemand ongeschonden. Dat het geen van de gevangenen lijkt te interesseren dat ze hierdoor als volledig andere mensen buiten zullen komen, is waarschijnlijk omdat ze er allemaal in enige mate van bewust zijn dat er überhaupt geen leven buiten de gevangenis zal zijn. El Príncipe schetst daarmee een intrigerend beeld van mensen die zich vastklampen aan hun trieste kleine wereldje, wetende dat de buitenwereld allerminst op hen zit te wachten.