Recensie

Les Garçons et Guillaume, à Table! (2013)

Charmant en geestig drama over zoektocht naar identiteit.

in Recensies
Leestijd: 2 min 20 sec
Regie: Guillaume Gallienne | Cast: Guillaume Galliene (Guillaume/Moeder), Diane Kruger (Ingeborg), André Marcon (Vader), Götz Otto (Raymund), Reda Kateb (Karim), Françoise Fabian (Babou), e.a. | Speelduur: 85 minuten | Jaar: 2013

Veel critici waren er vorig jaar wel uit: de beste film uit Frankrijk was Gouden Palm-winnaar La Vie d’Adèle. Het was wachten op de prijzenregen die zou volgen bij de Césars, de Franse equivalent van de Oscars. Maar die kwam niet. Opvallend genoeg ging een andere film er met de belangrijkste prijzen vandoor. Les Garçons et Guillaume, à Table!, het regiedebuut van acteur en komiek Guillaume Gallienne, werd niet alleen bekroond met Césars voor beste eerste film en hoofdrolspeler, maar ook met de hoofdprijs.

La Vie d’Adèle was niet de enige bejubelde film die werd afgetroefd. Ook films als Venus in Fur, Le Passé en l’Inconnu du Lac hadden het nakijken bij de autobiografische komedie van Gallienne. Terecht of niet, het is te begrijpen. De film heeft een onweerstaanbare charme.

Dat heeft vooral te maken met het acteerwerk van Gallienne, die hier zelf de twee belangrijkste rollen op zich neemt. Niet alleen speelt de veertiger zichzelf als tiener, maar ook zijn eigen moeder. Wie alleen al bij de gedachte van een dergelijke dubbelrol spontaan de rillingen krijgt, kan niets kwalijk worden genomen; het heeft vaak genoeg troep opgeleverd. Eddie Murphy en Adam Sandler hebben daar met name de afgelopen jaren een groot aandeel in gehad.

Maar Gallienne bewijst dat het ook gewoon heel geestig kan zijn. In zowel de regie als het acteerwerk heeft hij precies de juiste balans gevonden tussen klucht en melodrama. Zijn twee personages hebben karikaturale trekjes en de toon van de film is speels en fantasievol, maar er ligt een realistische basis aan ten grondslag.

Les Garçons et Guillaume, à Table! opent in een theater. De regisseur loopt als zichzelf het podium op en begint dan te vertellen over zijn leven: hoe hij als een buitenbeentje opgroeide in een gezin dat andere verwachtingen van hem had. Heen en weer springend tussen werkelijkheid, fantasie, heden en verleden, geeft de filmmaker zijn verhaal vorm. Nergens leek Gallienne op zijn met testosteron gevulde broers, hij had meer met zijn moeder en maakte zich haar vrouwelijke trekjes eigen. Waarom? Dat wist hij zelf toen eigenlijk ook nog niet.

De labels ‘homoseksueel’ of ‘transseksueel’ zijn makkelijk opgeplakt, maar zo zwart-wit ligt het allemaal niet. Galliennes verhaal gaat over zijn zoektocht naar een eigen identiteit. De verkleedpartijen zijn daarmee niet alleen komisch bedoeld, maar hebben ook een functie. In de basis is dit een openhartig autobiografisch portret, maar dan verpakt als lichtzinnige komedie, vol met zelfspot en absurdisme. Dat het ontroerend bedoelde slot daardoor niet echt weet te raken, is een klein smetje. Deze komedie is vooral geslaagd als een lekker tegendraads coming-of-agedrama.