Carrie
Recensie

Carrie (2013)

We’re all gonna laugh at it.

in Recensies
Leestijd: 2 min 33 sec
Regie: Kimberly Peirce | Cast: Chloë Grace Moretz (Carrie White), Julianne Moore (Margaret White), Gabriella Wilde (Sue Snell), Portia Doubleday (Chris Hargensen), Judy Greer (Ms. Desjardin), Anson Elgort (Tommy Ross), e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2013

Met een carrière van bijna veertig jaar en minstens zoveel boeken, is Stephen King één van de populairste schrijvers van deze en vorige eeuw. Ook Hollywood maakt dankbaar gebruik van zijn rijke oeuvre: een groot deel van zijn verhalen vond al een weg naar het witte doek. De bekendste daarvan is misschien wel Brian De Palma’s bewerking van Kings debuutroman. Carrie was niet alleen een commercieel succes, maar met Oscarnominaties voor de twee hoofdrollen één van de weinige horrorfilms die ook erkenning van de Academy kreeg. De Palma's verfilming overtreffen is dan ook geen eenvoudige opgave en vergelijkingen met zijn klassieker zullen zich onvermijdelijk opdringen.

Regisseur Kimberly Peirce, bekend van Boys Don’t Cry, durfde deze uitdaging wel aan. Haar versie moest een nieuwe bewerking van Kings verhaal worden. Het boek, dat niet alleen de aanloop naar het gedoemde bal beschrijft, maar ook vanuit verschillende perspectieven ingaat op de nasleep daarvan, biedt daar in ieder geval genoeg stof voor. Helaas blijkt al snel dat Peirce’ vernieuwingen zich voornamelijk tot het oppervlakkige beperken. Na de nieuwe opening bekruipt je al snel het terechte gevoel dat je het allemaal al eens eerder hebt gezien.

De rest volgt de gebaande paden van niet alleen het origineel, maar ook van het horrorgenre in het algemeen. Zoals zoveel horrorremakes van de laatste tijd richt Carrie zich minder op het opbouwen van spanning, en meer op sensatie. Er is meer ruimte voor Carrie om te experimenteren met haar krachten. Dat beperkt zich deze keer niet tot dichtslaande ramen of deuren, maar ze laat het hele meubilair door de kamer vliegen. Deze doorzichtige voorafschaduwing neemt juist de spanning weg van de finale. Die is gewelddadiger dan ooit, maar de harde schijven vol digitale effecten ten spijt wordt het er niet indrukwekkender op.

De acteurs zijn beter in staat hun eigen stempel te drukken. Chloë Moretz, voornamelijk bekend als de stoere Hit Girl uit Kick-Ass en niet bepaald een lelijk eendje, overtuigt met haar ouderwetse kleren en schuchtere houding als muurbloempje. Maar met name Julianne Moore weet uit die schaduw van haar voorgangster te treden. Haar optreden als Margaret White is ingetogener dan Piper Lauries voor een Oscar genomineerde werk, maar haar afgetobde gezicht en nare gewoonte zichzelf te snijden als de goddeloosheid van de wereld om haar heen haar te veel wordt, maken haar minstens zo ijzingwekkend.

Het is zonde dat Peirce niet in staat is gebleken een nieuwe invalshoek op het bekende verhaal te kunnen vinden. Juist vandaag de dag, waarin pesterijen buiten school op sociale media verder gaan en de slachtoffers zelfs tot (zelf)moord aanzetten, had ze van Carrie een eigentijdse en relevante bewerking kunnen maken. Veel verder dan een consequentieloos YouTube-filmpje van Carries meest genante moment komt ze niet. Door de minimale nieuwe inbreng is Peirce’ Carrie het ergste soort remake dat er maar kan zijn: volstrekt overbodig.