Recensie

Harry Brown (2009)

Michael Caine maakt deze clichématige wraakfilm nét de moeite waard met een ijzersterke acteerprestatie.

in Recensies
Leestijd: 2 min 23 sec
Regie: Daniel Barber | Cast: Michael Caine (Harry Brown), Emily Mortimer (D.I. Alice Frampton), David Bradley (Leonard Attwell), Jack O'Connell (Marky), e.a. | Speelduur: 103 minuten | Jaar: 2009

Jongere generaties kennen Michael Caine vooral van zijn vaderlijke rollen van de afgelopen tien jaar, maar kenners en oudere generaties weten wel beter: Caine is een boef, een schurk, een spion en bovenal een keiharde gangster. Caine is de nietsontziende Jack Carter uit Get Carter (niet die verschrikkelijke remake met Sylvester Stallone). In Harry Brown keert Caine terug naar die wortels. In zijn eentje maakt hij de film daarmee de moeite waard, want voor de rest wordt het niveau van zijn acteerprestatie of zijn oude films bij lange na niet gehaald.

Caine is fenomenaal als het titelpersonage, dat hij transformeert van zwakke oude man tot meedogenloze killer. Harry Brown woont op zijn hoge leeftijd in een vervallen appartementencomplex. Alleen, want zijn vrouw ligt op sterven in het ziekenhuis. Zijn vriend Leonard, die in hetzelfde complex woont, wordt voortdurend lastig gevallen door nare, gewelddadige jongeren die in drugs handelen en steeds buitensporiger gedrag vertonen. In de nacht na de begrafenis van Harry's vrouw wordt Leonard na een gewapende confrontatie vermoord door de jongeren. Hierdoor knapt er iets in Harry.

Caine geeft op prachtige wijze vorm aan deze omslag. Aanvankelijk wijst zijn hele lichaamstaal op een soort levensmoeheid, een overgave aan het lot. Het is triest om deze man zich door het leven te zien worstelen terwijl hij er duidelijk weinig voor voelt. Angstig loopt hij ruim om de passage heen waar de jongeren zich ophouden, terwijl hij daardoor veel sneller bij zijn vrouw in het ziekenhuis zou komen. Het eerste waarin je de verandering ziet, zijn de ogen. Eerst waren die dof en afgemat, maar op een gegeven moment heeft Caine ‘die’ blik weer in zijn ogen. De blik die zijn gangsterpersonages zo angstaanjagend maakte. Zijn hele uitstraling en lichaamshouding veranderen mee en vanaf dat moment weet je als kijker dat je geluk hebt dat je niet een van zijn tegenstanders bent.

Jammer genoeg volgen na dit moment ook steeds meer clichés, vooral de portrettering van de jongeren laat te wensen over. En de volwassen gangsters zouden uit elke andere Britse misdaadfilm kunnen komen, zo afgezaagd zijn ze. De enige die nog indruk maakt is de scrupuleloze jongen Marky, gespeeld door Jack O'Connell die in Eden Lake ook al zo eng was. Het subplot met de politie is nog erger en de ronduit ridicule rellen waar deze verhaallijn in uitmondt, komen volledig uit de lucht vallen. Het is dat Caine de film op zijn sterke 76-jarige schouders draagt, want anders lag Harry Brown waarschijnlijk nu al in de budgetbakken als de zoveelste kloon van de Death Wish-films (met name deel 3 in dit geval) waarin Charles Bronson telkens gewelddadig wraak neemt op stedelijk schorriemorrie. Caine maakt het nog enigszins het aanzien waard.