Recensie

De Noodkreet in de Fles (2016)

Deel drie van de Afdeling Q-reeks over onmogelijke zaken van de Deense politie. Dit keer speelt een rotsvast geloof een rol bij de verdwijning van twee kinderen.

in Recensies
Leestijd: 3 min 5 sec
Regie: Hans Peter Moland | Cast: Nicolaj Lie Kaas (Carl Mørck), Fares Fares (Assad), Pål Sverre Hagen (Johannes), e.a. | Speelduur: 112 minuten | Jaar: 2016

Met de weinig sexy Nederlandse titel De Noodkreet in de Fles is de derde verfilming van de populaire Deense thrillerreeks rondom de speciale politie-unit Afdeling Q een feit. De nagelbijtende bestsellerreeks van auteur Jussi Adler-Olsen kent inmiddels zes delen en is in ons land ook aardig populair en verdreef zelfs Stieg Larssons Millennium-trilogie. Eerder verfilmde delen van Olsens reeks hadden titels als De Vrouw in de Kooi (bij ons uitgebracht als The Keeper of Lost Causes) en De Fazantenmoordenaars, waarin de schrijver het speurwerk van de politie-eenheid rondom hopeloos onopgeloste zaken combineert met persoonlijk drama van de betrokken partijen. Het is een discipline waarin de Scandinaviërs meesters zijn getuige televisiewerken als The Killing en The Bridge. In dit derde deel draait alles om het geloof en de ontvoering van een stel kinderen. Nog meer dan bij de twee jaar geleden verschenen voorganger gaat het hier om een invuloefening zonder al te veel verrassende wendingen die nog het best tot haar recht gekomen was in een huiskamer met de benen op tafel.

Het begin allemaal met, je raadt het al, de noodkreet in de fles die aanspoelt op een strand in het Deense Jutland. Het stuk glas bevat een nauwelijks leesbaar briefje dat acht jaar nadat het opgesteld en verstuurd is op het bureau van Afdeling Q-inspecteurs Carl Mørck en Assad belandt. Er wordt wat gegist en een heuse wetenschapper op losgelaten, maar het leidt enkel tot de conclusie dat er kinderen vastgehouden zijn. De locatie blijft een mysterie en een ontsnapte tiener moet op basis van omgevingsgeluiden meer duidelijkheid verschaffen. Tientallen kilometers verderop worden twee Deense kinderen afkomstig uit een gezin van Jehovagetuigen ontvoerd en opgesloten door een doorgedraaide prediker. De politiemannen ontdekken overeenkomsten tussen de twee zaken en besluiten op onderzoek uit te gaan. Ze stuiten op een religieuze gemeenschap die zo gesloten is als een oester en veel te verbergen heeft. Bijster veel spanning brengt dit overigens niet met zich mee, omdat de kijker vrijwel doorlopend meer informatie krijgt voorgeschoteld dan de rechercheurs die de verdwenen kids heelhuids moeten zien terug te vinden.

En daar wringt ook precies de schoen, of eigenlijk zit deze schoen veel te comfortabel en los. De grootste uitdaging voor de schrijver, tevens verantwoordelijk voor de bewerking van de eerste Millennium, zat in het samenbrengen van de diverse verhaalelementen. Wel worden ettelijke pogingen ondernomen om de thematiek die voorbijkomt meer diepte en lagen te geven. Door de plot zo schematisch op te zetten en op voorspelbare wijze uit te stippelen komt de nadruk automatisch meer te liggen op de karakterontwikkeling en dramatiek. Sterk zijn de wijze waarop de geloofsgemeenschap en de persoonlijke kijk van de politiemannen op religie vorm hebben gekregen. Het zijn solide, maar behoorlijk open deuren. Mørck is de sceptische cynicus die zo snel mogelijk tot oplossing van de zaak wil komen en met de botte bijl te werk wil gaan. Assad hangt de islam aan en kan niet echt op begrip rekenen van zijn directe collega. Maar ook de gelovige Denen hebben er geen enkele boodschap aan om ‘iemand zoals hij’ hun huizen binnen te laten.

Centraal staat dan ook de vraag hoe ver je je geloof toelaat, zelfs als dit impliceert dat je hiermee de levens van je eigen kroost in gevaar brengt. Weinig nuance zit er niet in de geloofsbelijders die blijkbaar maar een richting uit kunnen denken. Het acteerwerk is door de degelijke cast wederom van hoog niveau, maar deel drie uit de Afdeling Q-reeks is een wat gemakzuchtig politieverhaaltje dat lijdt aan een overmatige uitlegdrang van de scenarist.