Gretel & Hansel
Recensie

Gretel & Hansel (2020)

Knibbel, knabbel, knuisje, deze horrorversie van Hans en Grietje staat als een huisje.

in Recensies
Leestijd: 3 min 1 sec
Regie: Osgood Perkins | Scenario: Rob Hayes | Cast: Sophia Lillis (Gretel), Samuel Leakey (Hansel), Alice Krige (Holda), Jessica de Gouw (Young Holda), Charles Babalola (The Hunter), e.a. | Speelduur: 87 minuten | Jaar: 2020

Hoe geef je een originele draai aan Hans en Grietje? Misschien door te beginnen om de twee namen in de titel met elkaar te verwisselen, want tijden veranderen - zelfs in sprookjesland. Grietje komt nu dus vóór Hans. Die naamsverwisseling is natuurlijk meer dan gewoon wat simpele aandachttrekkerij: in Gretel & Hansel draait namelijk álles om de ontwikkeling van het sprookjesmeisje. Het resultaat is een griezelige coming-of-agefilm met een feministische ondertoon.

Regisseur Osgood Perkins (zoon van Anthony Perkins die Norman Bates speelde in de Hitchcock-klassieker Psycho) blijft trouw aan het bronmateriaal. Alleen op cruciale momenten wijkt Perkins een beetje af van het klassieke sprookje - zoals opgetekend door de gebroeders Grimm - om zijn eigen stempel op de materie te kunnen drukken. Wie zijn vorige films February en I Am the Pretty Thing That Lives in the House heeft gezien, weet ongeveer wat hij kan verwachten. Geen bloedvergieten en een overdaad aan 'jumpscares', maar juist veel sfeer en (satanische) symboliek.

Niet iedereen zal weglopen met Gretel & Hansel. Voor een mainstreampubliek - dat louter vermaakt wil worden met goedkope schrikeffecten - is Perkins' film sowieso veel te artistiek en traag. Dat klinkt als een negatief puntje, maar dat is het zeker niet. Liefhebbers van sfeervolle horror kunnen namelijk hun hart ophalen met alle creatieve keuzes die de regisseur hier aan de lopende band maakt. Vreemde geluidseffecten, groothoeklenzen en opvallende kleurenfilters creëren constant de illusie alsof je in een soort heftige paddotrip bent beland, net zoals dat bij Gretel en Hansel een enkele keer het geval is.

Broer en zus verlaten hun ouderlijk huis, nadat moeder dreigt om hen met een bijl in mootjes te hakken als ze niet vertrekken. De wereld waarin ze leven blijkt een onbarmhartige plek. Armoede en ziekte teisteren het land, nergens zijn ze veilig. Alleen een filosofische jager weet het vertrouwen van de twee kinderen (voor een deel) te winnen. Hij stuurt het duo verder het woud in. Daar moeten ze maar op zoek gaan naar een paar boswachters, die hen werk en voedsel kunnen verschaffen. Uiteraard duurt het niet lang voor het welbekende heksenhuisje in beeld komt, ook al is het ditmaal niet gemaakt van brood en snoepgoed.

De heks des huizes heet Holda. Op miraculeuze wijze tovert deze oude vrouw elke avond weer een verse maaltijd op tafel, maar daar zit natuurlijk een luchtje aan. Gretel krijgt 's nachts visioenen en enge droombeelden voor haar kiezen, die haar steeds dichter bij de waarheid brengen. Overdag stijgt de spanning op een subtiele manier, vooral wanneer Gretel en Holda elkaars ware bedoelingen proberen af te tasten. Het helpt enorm dat beide actrices zo goed op dreef zijn. Alice Krige heeft zichtbaar plezier met het spelen van een diabolische toverkol, terwijl Sophia Lillis (bekend uit de twee recente It-films) een krachtige, wereldwijze heldin neerzet. Alleen het acteerwerk van Samuel Leakey piept en kraakt soms een beetje, maar dat is hem vergeven. Hij is de Benjamin van het gezelschap.

Regisseur Osgood Perkins en scenarioschrijver Rob Hayes nemen bovendien de thematiek van het klassieke sprookje heel serieus. Dat kan ook heel anders, zo bewees regisseur Tommy Wirkola met zijn actievehikel en miskleun Hansel & Gretel: Witch Hunters. Toegegeven: de filosofische mijmeringen in de laatste scène van Gretel & Hansel schieten weer een beetje door naar de andere kant, maar er liggen op zijn minst goede ideeën ten grondslag aan het verhaal. Knibbel, knabbel, knuisje, deze horrorversie van Hans en Grietje staat als een huisje.