'Holy Electricity': teder portret van Tbilisi
Recensie

'Holy Electricity': teder portret van Tbilisi (2024)

Terwijl twee neven dromen van een beter leven door tl-kruizen te verkopen, vormt zich een aandoenlijk portret van hun stad.

in Recensies
Leestijd: 2 min 14 sec
Update:
Regie: Tato Kotetishvili | Scenario: Irina Jordania, Tato Kotetishvili, Nutsa Tsikaridze | Cast: Nikolo Ghviniashvili (Bart), Nika Gongadze (Gonga), e.a. | Speelduur: 104 minuten | Jaar: 2024

Ingetogen toont Holy Electricity het leven in Tbilisi. Gonga trekt na het overlijden van zijn vader door de straten met neef Bart om oude spullen te vinden om door te verkopen. Ze doen graag de schroothoop aan. Wanneer ze een bak met roestige kruizen tegenkomen, poetsen ze deze op en stoppen er tl-verlichting in, in de hoop ze als snuisterijen te slijten. Ondertussen volgt de ene dag na de andere. Cinematograaf Tato Kotetishvili besteedt in zijn speelfilmdebuut graag aandacht aan de figuren die het duo ontmoet.

Doordat Gonga en Bart vaak wegdrijven uit het verhaal, voelt de film eerder als een docufictie dan als een drama. Tbilisi blijkt de eigenlijke hoofdpersoon. Kotetishvili benadert de stedelingen met tederheid. Ondanks de precieze kaders geeft hij ruimte aan hun tics en eigenaardigheden. Een stokoude drummer toont op zijn dooie gemak zijn kunsten als terugkerend personage. Het stadsportret culmineert in een mosh pit, waarin mensen in slow motion op elkaar inbeuken op een totaal ander nummer. Het voelt aandoenlijk door de focus op de muziekbeleving.

De meanderende vertelling schetst een mozaïek van verschillende groepen in Georgië. Gonga leert een Roma-meisje kennen, hun verhouding balancerend tussen romantiek en vriendschap, beïnvloed door sociale tegenstellingen. De positie van transpersonen behandelt Kotetishvili via Bart, gespeeld door transman Nikolo Ghviniashvili, een voorvechter van erkenning in Georgië. Toch blijven al deze korte portretten steken bij het aanstippen van maatschappelijke thema's, zonder ze echt uit te diepen of te laten zien hoe de inwoners zich ertoe verhouden.

Wel zweeft een weemoed door de straten dankzij de ietwat vale beelden waarin het neonlicht van de kruizen voor de meeste kleur zorgt. Het geeft de droom van een beter leven - als de verkoop een keer wil vlotten - een melancholische ondertoon. Tegelijkertijd observeert Kotetishvili met humor. Gonga en Bart houden wel van een geintje, zeker wanneer ze rondstruinen op de schroothoop. Wanneer Bart onvermijdelijk in de problemen komt met twee schurken die nog geld van hem krijgen, levert dat een voor hem persoonlijk pijnlijk, maar alsnog droogkomisch tafereel op.

Financiële problemen drijven Gonga en Bart uiteindelijk uit elkaar. Toch vormden ze even een koddig duo. Gonga, het brein achter het lumineuze idee van de kruizen, draagt prominent een shirt van de punkband Misfits, maar blijft altijd kalm. Bart is onverantwoordelijker, maar altijd met een gelatenheid. Kotetishvili filmt op gepaste afstand hoe ze samen brood, kaas en rauwkost als avondmaaltijd hebben, wat vertederend aanvoelt in al zijn eenvoud. Maar in deze losse film is de ware constante de voelbare liefde voor Tbilisi en haar mensen.