Hoe ga je ermee om als je van de ene op de andere dag opnieuw moet leren leven? In het aangrijpende drama Ik Zal Zien raakt een energiek tienermeisje door een ongeluk plotsklaps haar zicht kwijt. Deze innemende en kwetsbare karakterstudie tekent zo de dunne lijn tussen wanhoop en veerkracht, met Aiko Beemsterboer in een knappe en zeer geloofwaardige hoofdrol.
In de openingsscène van Ik Zal Zien kijkt de zeventienjarige Lot door een duikbril naar de onderwaterwereld. Sportduiken is haar lust en haar leven, en ze hoeft die hobby niet voor zichzelf te houden: een actieve vakantiereis met haar vriendje Casper staat al gepland. De toekomst lijkt Lot toe te lachen, tot ze op oudjaarsavond te vroeg terugloopt naar een aangestoken vuurwerklont. In één klap maken haar toekomstdromen plaats voor donkere schimmen.
Het idee van Ik Zal Zien ontstond nadat een vriend van Stalenhoef blind raakte door een motorongeluk. De filmmaakster werd geraakt door de wanhoop en paniek die ze bij hem zag opwellen, maar bemerkte geleidelijk ook veerkracht. Met tegenzin ("ik word geen sneue blinde") laat Lot zich na haar ongeval begeleiden naar een kliniek voor blinden en slechtzienden. Daar bouwt ze op termijn een band op met de oudere Micha, een personage dat voor een deel door Stalenhoefs vriend werd geïnspireerd.
Bijna twee jaar terug verscheen Stalenhoefs Mijn Grote Broer, waarin ze een jongeman volgt die onverwachts zijn dierbare broer verloor. Bij beide verhalen heeft de diepe betrokkenheid van de maakster twee kanten. Aan de ene kant toont ze begrip voor de menselijke emoties die bij het sterke leed (in Mijn Grote Broer rouw, in Ik Zal Zien een mengelmoes van verdriet, ongeloof, onmacht en frustratie) komen kijken. Aan de andere kant maakt ze relevante maatschappelijke thema's (zelfdoding, vuurwerkleed) op een integere wijze bespreekbaar.
Met Ik Zal Zien beweegt Stalenhoef zich voor het eerst op het terrein van fictie; al haar eerdere films waren documentaires. Toch kostte het haar schijnbaar niet al te veel moeite om een passende beeldtaal voor haar dramadebuut te vinden. Met de steun van cameraman Mark van Aller (Publieke Werken, Mascotte) kon ze de wereld van Lot 'kleiner' maken: point-of-viewshots, opnames in soft focus en visuele metaforen (de duikbril, de waas van een badkamerspiegel) zorgen voor een kijkervaring die rechtdoet aan haar beleving. Hoogtepunt is een droomscène met een cameo van de Amsterdamse band Jungle by Night.
De dragende kracht van het drama is Aiko Beemsterboer (Mijn Beste Vriendin Anne Frank, Oogappels), die de behoorlijk uitdagende rol van Lot aanvliegt met inlevingsvermogen en vastberadenheid. Met haar ongepolijste vertolking bewijst zij een van de meest veelbelovende Nederlandse actrices van haar generatie te zijn. Kijk niet vreemd op als Beemsterboer straks het carrièrepad van iemand als Gaite Jansen bewandelt, en gecast wordt voor een internationale productie van formaat.
Credits voor de geloofwaardigheid van Beemsterboers personage gaan ook naar het schrijfwerk van Britt Snel, die vorig jaar voor het scenario van Zomervacht tekende. In nauwe samenspraak met Stalenhoef accentueert zij de rauwe randjes van Lots gedrag, zonder daarbij altijd met een verklaring of met verzachtende excuses te komen. Haar lompe uitingen richting sommige afdelingsgenoten en haar hang naar verboden middelen zijn merkbare uitersten van haar verwerkingsproces. Alleen door te rebelleren lukt het Lot om haar situatie langzaam een plekje te geven.
Tijdens een Q & A op het IFFR merkte Stalenhoef op dat Ik Zal Zien voor haar niet alléén over blindheid gaat. In een bredere context draait Lots verhaal om aanpassingsvermogen: de menselijke kwaliteit om na grote tegenslagen tóch weer de draad op te pakken. Tegelijkertijd bekommert de maakster zich met haar empathische insteek en een treffende visuele benadering oprecht om mensen die zich (gedeeltelijk) in Lots verhaal herkennen. Dit rauwe, maar toch tactvolle drama is zo een absolute verrijking van het Nederlandse filmlandschap.