Camille Claudel 1915
Recensie

Camille Claudel 1915 (2013)

Loodzware kost is deze deprimerende biopic van Bruno Dumont. Juliette Binoche verdient alle lof met haar lef om het lelijkste en donkerste in de mens naar boven te brengen.

in Recensies
Leestijd: 2 min 45 sec
Regie: Bruno Dumont | Cast: Juliette Binoche (Camille Claudel), Jean-Luc Vincent (Paul Claudel), e.a. | Speelduur: 95 minuten | Jaar: 2013

Zelfs als je nog nooit een museum van dichtbij, laat staan van binnen, hebt gezien moet je haast wel bekend zijn met De Denker, het bekendste werk van de Franse beeldhouwer Auguste Rodin. Rodin was één van de leermeesters van Camille Claudel, een in 1864 op het platteland geboren beeldhouwster. Dertien jaar lang hadden de twee een relatie, ook al scheelden de geliefden maar liefst twintig jaar. Toen de relatie beëindigd werd, brak er iets in Claudel. Omdat ze leed aan paranoia en andere waanideeën en stopte haar familie haar in een psychiatrische inrichting. Daar ebde alle creativiteit uit de kunstenares weg en er zou nooit meer iets uit haar handen komen. In het voormalige klooster in het zuiden van Frankrijk, dat dienst deed als inrichting, zou Claudel tot het eind van haar leven blijven.

Het toeval, of juist het lot, wil dat Juliette Binoche de dochter is van een beeldhouwer. In de biopic Camille Claudel 1915 treffen we haar aan als de voormalige kunstenares, die te midden van de gekken er nog het best aan toe lijkt te zijn. Claudel bereidt haar eigen maaltijden, want er zou wel eens met haar eten gerommeld kunnen zijn. Ze onderneemt pogingen om aan het sociale leven in de instelling mee te doen, zelfs als dit het geloof betreft. Zwijgzaam observeert Claudel alles wat er om haar heen gebeurt. Ze is ervan overtuigd dat ze geen deel uitmaakt van de waanzin van haar omgeving en kijkt reikhalzend uit naar de komst van haar broer, schrijver Paul Claudel. Het valt samen met het hoopvolle wachten op verlichting, erkenning en begrip, wat haar al jaren op de been houdt.

Camille Claudel 1915 is de zevende speelfilm van de veelzijdige Fransman Bruno Dumont, wiens werk gekenmerkt wordt door lange shots en een veelal expliciet confronterende toon. Zijn kunstenaarsportret is opvallend ingetogen en psychologisch van toon. Samen met het intrigerende spel van Binoche toont hij ons een gekwelde vrouw die in het reine met zichzelf en haar verleden probeert te komen. Voor Claudel is er echter geen weg meer terug naar de tijd waarin het leven en de kunsten haar toelachten. Binoche toont ons een vrouw uit wie het leven weggezogen is. Ze wisselt emotionele periodes af met complete apathie, waarbij niemand tot haar door kan dringen. Zelfs de zaken waarop ze haar hoop gevestigd heeft, zoals de hereniging met haar broer, lopen op een deceptie uit. Binoche verdient veel lof voor haar naakte, onpeilbare spel en haar lef om de lelijkheid van haar personage te laten zien.

Dumont toont ons een deprimerende belevingswereld, waarbij je moeilijk aansluiting kunt vinden. Anders dan in de biopic uit 1988 met Isabelle Adjani wordt het kunstenaarsleven hier ontdaan van alle romantiek. Er wordt door Dumont veel ingezoomd op het gezicht en de handen van Binoche; de lichaamsdelen die ooit haar identiteit vormden, maar die ze nu doelbewust heeft afgedankt. Wat er werkelijk in de vrouw omgaat blijft gissen. Over haar veelbesproken relatie met Rodin laat ze amper wat los. Wel is ze ervan overtuigd dat haar grote liefde en diens nabestaanden er alles aan zullen doen om haar te pakken. Het loodzware Camille Claudel 1915 wekt zowel intense frustratie en ongeduld als een immense fascinatie op.