Sucker Punch
Recensie

Sucker Punch (2011)

Op het gebied van actie heeft Zack Snyders nieuwste een hoop te bieden, maar voor de rest...

in Recensies
Leestijd: 4 min 18 sec
Regie: Zack Snyder | Cast: Emily Browning (Baby Doll), Abbie Cornish (Sweat Pea), Jena Malone (Rocket), Vanessa Hudgens (Blondie), Jamie Chung (Amber), Carla Gugino (Vera Gorski), Scott Glenn (Wise Man), e.a. | Speelduur: 110 minuten | Jaar: 2011

Met slechts een handjevol films heeft Zack Snyder zich in de afgelopen jaren stevig in de kijker gespeeld en zich toegang verschaft tot de top van Hollywood. Met zijn overgestileerde shots en een veelvuldig gebruik van slowmotion, wist hij zich visueel te onderscheiden met verhalen die eigenlijk niet de zijne waren. Zijn voorgaande films waren gebaseerd op strips (300, Watchmen), een kinderboek (Legend of the Guardians) of een klassieke zombiefilm (Dawn of the Dead). Met Sucker Punch heeft Snyder nu voor het eerst een eigen verhaal verfilmd. Maar dat betekent geenszins dat het verhaal nu de boventoon voert; ook in Sucker Punch maakt Snyders visuele stijl de dienst uit en is het verhaal er grotendeels om de actiescènes aan elkaar te rijgen.

Snyders films worden regelmatig videoclips met een miljoenenbudget genoemd en geen enkel deel van zijn oeuvre illustreert dat statement zo goed als de dialoogloze openingsscène van Sucker Punch. Op de tonen van ‘Sweet Dreams’ (oorspronkelijk van Eurythmics, hier uitgevoerd door Emily Browning zelf) zien we hoe een twintigjarige blondine, aan wie later gerefereerd zal worden als Baby Doll, haar moeder en zusje verliest, waarna ze overgeleverd wordt aan de genade van haar nare stiefvader. Helaas voor haar is hij niet bepaald genadig en wordt ze gedumpt in een inrichting, die nog het meest wegheeft van een gevangenis. Hier sluit ze vriendschap met de vier lots- en leeftijdsgenoten Amber, Blondie, Sweat Pea en Rocket.

Het is op dit punt dat Baby Doll twee behoorlijk uiteenlopende dingen doet: ze vlucht weg in haar fantasie én ze komt met een plan om te ontsnappen. Voor de ontsnapping moeten de vijf dames vier voorwerpen zien te verkrijgen, die (in de traditie van de goede ontsnappingsfilm) elk een eigen uitdaging met zich meebrengen. Dat laatste kan zeer letterlijk worden opgevat, want terwijl een van de vijf dames steeds achter het voorwerp aangaat, zorgt Baby Doll met haar sensuele, uitdagende gedans voor afleiding. Haar dansmoves zijn nooit zichtbaar voor de kijker, maar die krijgt daar een aardig alternatief voor in de plaats: op deze momenten duikt de film in de levendige fantasie van Baby Doll, waarin zich iedere keer een uitbundige actiescène ontvouwt die enigszins verband houdt met de echte situatie.

Deze hyperactieve actiescènes zijn zowel de kracht als de zwakte van de film. Op visueel vlak haalt Snyder zoals gebruikelijk alles uit de kast, met als gevolg dat elk shot mooi genoeg is om als poster te worden ingelijst; niet voor niets is driekwart van de trailer van Sucker Punch gevuld met deze beelden. Snyder liet in Watchmen al blijken niet terug te schrikken voor het gebruik van contrasterende popmuziek, en dat is dit keer niet anders. Het effectiefst is dat wanneer een volkomen over de top actiescène, gesitueerd in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog, begeleid wordt door een moderne uitvoering van de Jefferson Airplane-song ‘White Rabbit’ (die niet geheel toevallig over Alice in Wonderland gaat, de voornaamste inspiratiebron).

Maar hoe visueel overdonderend deze scènes ook mogen zijn, echt opwindend worden ze nauwelijks. Voor de actiescènes heeft men zich duidelijk laten inspireren door computergames, wat erop neerkomt dat hieraan iedere keer een briefing voorafgaat en de vijanden geen personages zijn, maar anonieme robots, monsters of zombies. Zoiets kan best opwindende cinema opleveren, maar Snyder vergeet hier de kwetsbaarheid van zijn hoofdpersonen; iets waarin veel games wél slagen. Al vanaf de eerste minuut dat het vijftal ten strijde trekt, is duidelijk dat ze in de actiescènes onoverwinnelijk zijn en je er als kijker dus geen seconde over in hoeft te zitten of ze de overmacht wel aankunnen.

Wat daarnaast vraagtekens oproept, is waarom Baby Doll iedere keer een hoofdrol heeft in deze actiescènes. Dit correspondeert immers niet met de alternatieve plotlijn. Zo waagt Amber in de realiteit haar leven om een aansteker te veroveren, maar krijgt Baby Doll in de bijbehorende actiescène de eer vuurstenen uit de keel van een draak te snijden. Voor een film die zich in zijn marketing heel duidelijk richt op de vijf dames, is het overigens opvallend dat twee daarvan nauwelijks een rol hebben: terwijl het personage van Baby Doll al vrij snel uiteengezet is en de zusjes Sweat Pea en Rocket zelfs regelmatig in herhaling vallen, blijven Blondie en Amber schandalig onderontwikkeld.

Voor de actiescènes wordt alles aangewend wat ‘geeks’ (de voornaamste doelgroep van deze film) maar interessant zouden kunnen vinden: draken, samoerai, mooie meiden, zeppelins, robots... bedenk iets en de kans is vrij groot dat het in Sucker Punch voorkomt. Dat zal erin resulteren dat iedereen wel iets in de film kan vinden wat hem of haar aanspreekt, maar filmtechnisch gezien resulteert het vaker in rommeligheid dan in creativiteit, vooral omdat enige relativerende humor geheel ontbreekt; precies het element dat alle extreme factoren aan elkaar had kunnen knopen. Sucker Punch is vrij prettig entertainment, zolang je verwachtingen tenminste niet verder gaan dan twee uur lang ontzettend mooie eye candy te mogen aanschouwen.