Lesbian Vampire Killers
Recensie

Lesbian Vampire Killers (2009)

Een aardige potpourri over lesbische vampiers, die weliswaar niet hilarisch is, maar waar je wél met een gerust hart je tanden in kan zetten.

in Recensies
Leestijd: 3 min 28 sec
Regie: Phil Claydon | Cast: James Corden (Fletch), Mathew Horne (Jimmy), MyAnna Buring (Lotte), Silvia Colloca (Carmilla), Paul McGann (Vicar) | Speelduur: 88 minuten | Jaar: 2009

Sommige films behoeven na het horen van de titel geen nadere uitleg over de inhoud. is zo’n film. Toen actrice MyAnna Buring werd benaderd voor een rol in deze film, dacht ze aanvankelijk dat ze in de maling werd genomen. En wie kan haar dat kwalijk nemen? Een film over lesbische vampiers, wie verwacht nou dat dat gaat werken? Toch besloot ze het script tot zich te nemen en tegen haar eigen verwachtingen in, stond ze een paar maanden later als Zweedse toerist vrouwelijke bloedzuigers te doden. Het resultaat is een film die gretig uit de kolderieke horrorkomedie lijkt te tappen.

Jimmy Maclaren is een loser van de bovenste plank. Zijn vriendin dumpt hem om de haverklap, om vervolgens weer bij hem terug te komen. Met Fletch, een vriend van Jimmy, gaat het al niet veel beter. Als clown heeft hij een kindje geslagen en is daarom ontslagen. Terwijl de twee zich bezatten in een bar, krijgt Jimmy opeens het idee om een wandeltocht te maken om er even tussenuit te knijpen. Door een onfortuinlijke speling van het lot belanden de twee in een dorp, waar het van meet af aan al niet pluis blijkt te zijn. De naïeve en door vrouwenschoon gedreven Fletch kan zich er maar amper druk om maken. Wanneer de twee ‘s nachts bij een groep buitenlandse studentes belanden in een bouwvallig huisje in de bossen, gaat het mis. Het dorp blijkt vervloekt en niet lang nadat ze dat hebben ontdekt, worden ze belaagd door vampiers. Lesbische vampiers.

Hoewel het misschien een nieuw subgenre lijkt, zijn we in de filmgeschiedenis al vaker vrouwelijke vampiers met een voorkeur voor het eigen geslacht tegengekomen. In uit 1971 en uit 1974 banjerden ze namelijk ook al rond. is echter wel de leukste binnen dit subgenre tot nu toe. De film is één en al pretentieloos vermaak en neemt zichzelf geen seconde serieus. Die pretentieloze pulptoon wordt gelijk al bij de opening van de film gezet, wanneer de vloek van Carmilla the Vampire Queen aan de kijker wordt uitgelegd. De scène is met prachtige vale kleuren aangezet en heeft een typerende cynische ondertoon, zoals alleen Engelsen dat kunnen toepassen.

Natuurlijk kan een vergelijking met dan niet uitblijven. was voornamelijk een parodie op het zombiegenre, in het bijzonder het werk van George A. Romero. De film zat bomvol verwijzingen en slapstickachtige momenten die de griezeligheid van de ondoden in een ander daglicht plaatsten. Grootste troef van de film was de chemie tussen Simon Pegg en Nick Frost. Regisseur Phil Claydon nam voor zijn een eigen duo in de arm: James Corden en Mathew Horne. Een goede keus, want de twee komen aardig in de buurt van hun collega’s.

Daar houden ook de overeenkomsten tussen beide films op. Het was in de eerste plaats al niet de bedoeling van Phil Claydon om verwijzingen naar specifieke vampierfilms in zijn film te verstoppen. Wel heeft hij zich overduidelijk laten inspireren, onder andere door de Hammer-films. Mistige bossen en graftombes, krakkemikkige houten huisjes; het voelt allemaal heerlijk gestileerd aan. De personages zijn dat zo mogelijk nog meer. Een grappige bijrol wordt vertolkt door Paul McGann, die het als zijn taak ziet de wereld te behoeden voor het kwaad van de vampiers, terwijl de problemen zich alleen maar afspelen in een klein dorpje.

is onderhoudend genoeg ondanks het feit dat de film van begin tot eind te voorspellen is. De grootste vraag is misschien nog wel waarom er van de hoofdbestanddelen uit de titel niet méér ingestopt is. Méér lesbiennes. Méér vampiers. En méér killers. Bij vlagen is de film in het aanreiken van die elementen zelfs een beetje terughoudend. Met een handvol odes naar films over klassieke bloedzuigers, had al van humoristisch naar hilarisch kunnen promoveren. Niettemin is het een vermakelijke potpourri waar je met een gerust hart je tanden in kan zetten.