All the Invisible Children
Recensie

All the Invisible Children (2005)

Herkenbaar verhaal van kinderen die gebukt gaan onder armoede, onderdrukking of verwaarlozing.

in Recensies
Leestijd: 2 min 27 sec
Regie: Mehdi Charef, Emir Kusturica, Spike Lee, Katia Lund, Jordan & Ridley Scott, Stefano Veneruso, John Woo | Speelduur: 116 minuten | Cast: Adama Bila (Tanza), Uros Milovanovic (Uros), Hannah Rodson (Blanca) e.a. | Jaar: 2006

Aan de hand van zeven korte films vraagt All the Invisible Children aandacht voor de kinderproblematiek in de wereld en betuigt daarmee steun aan Unicef en het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties. Ieder in hun eigen, herkenbare stijl vertellen zeven regisseurs over kinderen die gebukt gaan onder armoede, onderdrukking of verwaarlozing. Vier jaar heeft het de Italiaanse initiatiefnemers gekost om dit gigantische project wereldwijd in roulatie te brengen. De regisseurs kregen totale vrijheid over hun segment dat zij na de eindmontage belangeloos doneerden. Het resultaat varieert van degelijk en ontroerend tot onevenwichtig en sentimenteel, maar slaagt in zijn ambitieuze opzet.

Het zevenluik vangt aan met de film Tanza van Mehdi Charef over een twaalfjarige Afrikaanse soldaat die opdracht krijgt om een dorp op te blazen, maar in een schoollokaal aldaar van gedachten verandert. Zoals veel van de acteurs in All the Invisible Children werd ook Tanza-vertolker Adama Bila zo van de straat geplukt om mee te werken. Bij Emir Kusturica’s Blue Gypsy kwam nota bene de setdresser met een jongetje aanzetten dat ideaal bleek voor een film over een zigeunerkind dat niets liever wil dan lekker veilig in de gevangenis blijven. Compleet met zigeunerorkest en een kluchtige achtervolging is Blue Gypsy een typisch Kusturicaproduct en een van de meest geslaagde bijdragen aan dit project.

Spike Lee begeeft zich eveneens op bekend terrein. Zoals in een aantal van zijn eerdere films toont de provocatieve filmmaker ook hier hoe schrijnend het er in de Brooklynse huiskamers aan toe kan gaan. In zijn Jesus Children of America zien we hoe de met hiv besmette tiener Blanca omgaat met de wetenschap dat ze de ziekte kreeg van haar drugsverslaafde ouders, twee uitzonderlijke rollen van Rosie Perez en André Royo. De Braziliaanse Katia Lund was vier jaar geleden co-regisseuse van het bejubelde Cidade de Deus en voor dit project zocht ze weer de straten op waar straatarme kinderen zich met hun creativiteit in leven houden. Evenals Spike Lee’s film is haar Bilu & Joao een hoogtepunt uit All the Invisible Children.

De drie films waarmee het zevenluik wordt afgesloten zijn van mindere kwaliteit. Vooral het autobiografische aandeel Jonathan van Ridley Scott en zijn dochter Jordan over een oorlogsfotograaf overtuigt nooit, maar ook Ciro van Stefano Veneruso blijft steken bij het aardige uitgangspunt. In dit geval van twee Italiaanse schoffies die ergens tussen criminaliteit en lagere school hangen. John Woo sluit af met het oprechte, maar sentimentele Song Song & Little Cat, een dubbelvertelling van een arm en een rijk kind, die allebei niet in staat zijn om hun dromen te verwezenlijken.

Uiteindelijk weet All the Invisible Children de kijker niet alleen voor zich te winnen door de fantastische bedoelingen, maar ook door een aantal mooie vertellingen die je weten te raken en aan het denken zetten.