Il Dolce e l'Amaro
Recensie

Il Dolce e l'Amaro (2007)

Het script is karig, de personages flets en ondanks veel geweld komt de agressieve machocultuur niet uit de verf.

in Recensies
Leestijd: 2 min 29 sec
Regie: Andrea Porporati | Cast:) Luigi Lo Cascio (Saro Scordia), Donatella Fiocciaro (Ada), Tony Gambino (Gaetano), | Speelduur: 98 minuten | Jaar: 2007

Sicilië is een eiland waar fantasie werkelijkheid ontmoet. Toen in 2006 maffiabaas Bernardo Provenzano werd opgepakt en 43 jaar kreeg voor maar liefst 275 bewezen moorden, leek dat het einde van een tijdperk. De Italiaanse maffia heeft echter nog steeds een flinke vinger in de pap van de landelijke politiek en economie (Berlusconi?). Je zou er het liefst niks mee te maken willen hebben. In films is de maffia echter een romantisch clubje antihelden geworden. We houden van ze, ook al zijn ze slecht en moeten ze de gevangenis in. Onze verhouding met de pasta-etende bromberen is zoet en zuur, de titel van dit nieuwe Italiaanse maffia-epos omschrijft het mooi.

De jonge Siciliaan Saro Scordia wordt na de dood van zijn vader opgevangen door de lokale maffia en belandt zo in de wereld van de georganiseerde misdaad. Ambitie en macht zijn katalyserend en al snel werkt Saro zich op in de rangen. Hij heeft duidelijk iets te bewijzen, maar dan smelt zijn harde maffiahartje voor de mooie Ada. Saro probeert het uitzicht op een rustig burgerbestaan te combineren met zijn moorddadige werk, totdat het geweten begint te knagen. Een uitweg is echter moeilijk te vinden.

Andrea Porporati en Annio Stasi schreven samen een script dat niet echt uit de verf komt. Het is een epos zonder epiek. Er zijn weinig personages waar je die ambivalente sympathie voor kunt voelen en de morele keuzes zie je al van grote afstand aankomen. Een klein misdaaddrama heeft in principe potentie. Het zou echter verfrissend zijn geweest als Il Dolce e l’Amaro ook daadwerkelijk voor klein was gegaan. Het is nu opboksen tegen de grote jongens en dat is op voorhand al een verloren strijd als de opzet zo knullig is. Omdat de film veel jaren overspant, zijn de sprongen in de tijd wel erg opzichtig.

Het blijft gelukkig een prettige kijkervaring, de acteurs zijn goed en de locaties mooi. Het Sicilië van de film kent grote pracht, die afgezet wordt tegen veel onkies geweld. De soundtrack, die doet denken aan de minimal music die nu vaak voor Hollywoodfilms wordt gebruikt, voegt kleur toe aan de emoties. Luigi Lo Cascio als Saro is bekend van de arthousehit La Meglio Gioventù, waarin hij een goedaardige dokter speelde. Het is veel gevraagd om in hem een overtuigende misdadiger te zien. Wanneer Saro’s levensstijl vragen bij hemzelf oproept, zie je gelukkig weer iets terug van die sympathieke man uit La Meglio .

Maar voor je het weet is de film voorbij. Er is weinig karakterontwikkeling en een echte ontlading blijft uit. Ondanks dat is La Dolce e L’Amaro prettig tijdverblijf. Voor het betere maffiawerk zul je helaas toch The Godfather weer uit de kast moeten trekken, al spreekt New York iets minder tot de verbeelding dan een met pasta gevuld bergdorpje in zonnig Italië. Bijna zou je denken dat de maffia niet huist in zulke mooie omgevingen.