Guada Gonza heeft een gesprek met haar lerares. Haar ouders hebben een contractuele overeenkomst met school dat zij het schooluniform zou dragen, maar dat wil ze niet. Guada voelt zich alleen comfortabel in een wijde blouse en met een grote baret op haar hoofd. Ze staat er onverzettelijk bij: zij is een gaucha.
Gaucho Gaucho is een film over de veedrijvers van de Calchaquí-vallei in Argentinië. De besloten gemeenschap leeft hier al generaties lang op dezelfde wijze. De tijd lijkt te zijn stilgezet toen de radio werd uitgevonden. Santito is de plaatselijke omroeper, entertainer en krantenbezorger. Als iemand hem vraagt waar zijn naam voor staat, antwoordt hij: "Voor al mijn beroepen." Santito is een beetje de dorpszonderling, want hij is de enige man die zijn brood niet op de rug van een paard verdient.
Deze film laat zien dat je met genoeg oefening ook prima op zo'n edel dier kunt slapen trouwens. Guada leert de kneepjes van het vak van oude rotten. Het is een educatie van vallen en opstaan waarbij de dood altijd op de loer ligt. Omineuze groepen condors cirkelen onophoudelijk boven de laagvlakten. Guada doet mee aan een rodeo en even later strompelt ze met krukken voorbij. Het is misschien een beetje dik aangezet, maar de boodschap is duidelijk.
Naast de adolescente Guada volgt de film een handjevol representanten van de andere generaties in haar familie. Grootvader Lelo vertelt in geuren en kleuren over vroeger, maar het is vooral interessant om de tieners Lucas en Pancho te zien tijdens hun 'dagelijkse bezigheden: katapult schieten, vlechten, spelletjes met kaalgevreten koeienbotten en natuurlijk heel veel paardrijden. Geen televisie, geen telefoons, geen bleke snoetjes. De enige tekenen dat de film in de eenentwintigste eeuw is opgenomen zijn de blokjesbeugel van Guada en een digitaal horloge dat even in beeld komt.
De gaucho's laten regisseurs/cameramannen Michael Dweck en Gregory Kershaw alleen zien wat ze willen tonen. Het zijn beelden uit het dagelijks leven, maar wel duidelijk door en voor de protagonisten in scène gezet. De camera staat in de meeste gevallen op een vaste plaats met de mensen netjes ervoor, tegenover elkaar aan tafel, in een driehoek rond een dood kalf of slapend op een paard. Als Guada in haar eentje tegen het schoolgebouw staat met even verder een groepje keuvelende meisjes die wél het schooluniform aanhebben, is het plaatje veelzeggend, maar iets te mooi om 'waar' te zijn.
Toch wordt deze vorm van documenteren 'cinéma vérité' genoemd: de taferelen en gesprekken, ook al zijn ze gemanipuleerd, vertellen het verhaal. Er is geen voice-over of interviewer. Visueel valt er dan ook niets op Gaucho Gaucho aan te merken: de film is prachtig. De ruige natuur, de galopperende paarden en verweerde gezichten doen het erg goed in zwart-wit. Het ontbreken van kleur roept een nostalgisch gevoel op. Een beetje goedkope truc misschien, maar het werkt wel. Gaucho Gaucho neemt je mee naar vroeger.
Net als in die vervlogen tijd zijn het tempo en de informatiedichtheid van Gaucho Gaucho laag. De film is vooral een sfeerimpressie. De kijker wordt ondergedompeld in het leven op de pampa van de Calchaquí-vallei en krijgt de ruimte om te reflecteren op een ander bestaan. Een wereld zonder elektronica waarin je lotsbestemming is om gaucho of gaucha te worden, net als je voorouders. Is dat bevrijdend of juist beknellend?