Na hun misschien wel profetische burgeroorlogthriller Civil War sloegen regisseur-scenarist Alex Garland en zijn militaire adviseur Ray Mendoza opnieuw de handen ineen. Het resultaat is een oorlogsfilm die zó realistisch is dat hij alle andere gedramatiseerde oorlogsfilms achter zich laat. Al het overtollige vet én vlees werd van Warfare weggesneden. Wat overblijft is een compromisloze confrontatie met de keiharde realiteit van oorlog. Of daar momenteel behoefte aan is en of de film een diepere boodschap bevat, mag iedere kijker zelf bepalen.
Op 19 november 2006 valt het Navy Seal-team Alpha One een gebouw binnen in Ramadi, een stad in centraal-Irak. De gezinnen die er wonen worden naar een slaapkamer geleid en krijgen het bevel om muisstil te zijn. Intussen onderhoudt officier Ray Mendoza contact met de luchtsteun, terwijl sluipschutter Elliot Miller het huis aan de overkant in het vizier houdt. Er lijkt niet meteen iets te gebeuren, totdat een granaat naar binnen vliegt en de hel losbarst. Van alle kanten openen Al Qaida-strijders de aanval.
Warfare is een historisch accurate reconstructie van de gewelddadige belegering van de Alpha One-eenheid tijdens de Irakoorlog, gebaseerd op de getuigenissen van Mendoza en zijn teamgenoten. De gebeurtenissen worden real time en waarheidsgetrouw gepresenteerd. Alles oogt volstrekt geloofwaardig, want de film ademt hyperrealisme en houdt die lijn consequent aan. Als een bom ontploft, vullen afgerukte ledematen en uitpuilende ingewanden het beeld. Soldaten communiceren uitsluitend in militaire codetaal; voor sentimentele onderonsjes is geen plaats.
Als Warfare gedramatiseerd was en voorzien van muziek, dan had de film wat weg gehad van John Carpenters Assault on Precinct 13, in de stijl van Brian De Palma's Redacted. Het concept is min of meer hetzelfde, maar dan realistisch, rauw en zonder sentiment of melodrama. Net als bij Carpenters film blijft de vijand onzichtbaar: geen gezichten, enkel anonieme silhouetten. Zelfs hoeveel het er zijn, blijft onduidelijk.
De vraag die na de laatste beelden blijft hangen: wat willen Mendoza en Garland met deze film vertellen? Dat oorlog vreselijk is en dat fictieve oorlogsfilms de waarheid verdoezelen door die te dramatiseren en het behaphaar te houden? Een einde met de laatste shots van de belegering had krachtig kunnen zijn, maar Mendoza en Garland voegen nog een 'blije' fotoreeks toe van echte soldaten (soms met onherkenbare gezichten) en hun vertolkers. Waarschijnlijk bedoeld als eerbetoon, maar het voelt eerder als een valse noot.
Die laatste beelden contrasteren met de openingsscène, waarin de soldaten collectief worden opgehitst door een video die de lichamen van vrouwelijke fitnessers exploiteert. De real time belegering zit tussen die twee scènes ingeklemd: de ene bedoeld om de soldaten op te fokken, de andere om hen in de bloemetjes te zetten. De makers laten het aan de kijker over wat deze uitersten, die net zo goed weggelaten hadden kunnen worden, precies te betekenen hebben. Misschien ligt daarin wel de ware boodschap van Warfare.