'Goldband: Tot We Breken': muziekgroep tussen droom en werkelijkheid
Recensie

'Goldband: Tot We Breken': muziekgroep tussen droom en werkelijkheid (2025)

Found footage-opnamen geven intiem maar akelig bekend beeld van het popsterrenleven in lang uitgesponnen docu.

in Recensies
Leestijd: 3 min 54 sec
Regie: Olivier S. Garcia | Speelduur: 109 minuten | Jaar: 2025

Drie jongens met een droom. Dat waren Karel, Milo en Boaz van Goldband. Hun droom kwam uit - en hoe! - maar dat leverde hen meteen een existentieel probleem op, zo blijkt uit de muziekdocumentaire Goldband: Tot We Breken. Nadat hun droom werkelijkheid is geworden, raakte de ontsnappingsroute van de fantasie afgesloten. De found footage-beelden, die regisseur Garcia tijdens dat proces filmde, zijn net als het leven: intiem en soms saai.

Het is geen nieuws: een popster zijn is helemaal niet zo leuk, in elk geval niet zo leuk als het in een escapistische fantasie nog leek. De moderne popster heeft het daarbij wellicht nog wat lastiger dan die van pakweg 25 jaar geleden. Iedereen filmt nu alles, in zekere zin nog vóórdat de droom goed en wel begonnen is. Een popster komt zichzelf dus in meerdere opzichten tegen.

Het laten maken van een documentaire lijkt daarmee haast een vlucht naar voren. Onder het motto: dan gooien we meteen alles maar op tafel, als het toch moet. Of het een uitweg uit het doorgesnoven spiegelpaleis van de ingewikkelde roem kan vormen, is weer een tweede...

Karel (de mooie jongen), Milo (het matje) en Boaz (de dikke) zijn serieuze New Kids, intelligent genoeg om over hun eigen drugsgebruik na te denken. Maar daarna krabben ze zich verwonderd achter de oren waarom ze de laatste tijd maar niet kunnen slapen. "Je gooit wat je moet halen," filosofeert Boaz over de drijfveer achter hun succes. Het blijkt een rake metafoor.

De hond rent achter de stok aan, maar brengt hem vervolgens steeds weer terug. Precies zo vergaat het ook de popster. Uiteindelijk zijn ook de jongens van Goldband, terug bij af - bij zichzelf. Met alle moeilijkheden van vroeger. Ieder van hen doet een stevige duit in zakje: een angststoornis, een trauma, een moeilijke jeugd.

De man die de stevige duit juist míst, is Goldbands producer Wieger. Hij voelt zich ná de eerste hits ondergewaardeerd. Paradoxaal genoeg blijkt deze mysterieuze man het meest fascinerende personage van de film. De verkreukte producer verkeert namelijk in constante staat van paranoia en onzekerheid.

Ogenschijnlijk leeft hij op het randje van waanzin. "Ik vind het wel goed, daarom maak ik het," zegt hij ergens over zijn liedjes - wat zo'n beetje zijn enige simpele moment blijkt. Wieger verkeert in de ideale positie om eens rustig te genieten van het succes en de bijkomende centjes, maar hij krijgt het niet voor elkaar. Juist doordat hij géén openbare erkenning krijgt, vreet jaloezie aan hem.

De Haagse posterboys surfen en snuiven intussen - haast nietsvermoedend - verder op de golven van hun plotselinge succes. Uiteindelijk keren ze na enkele jaren van feesten terug naar Lowlands, maar nu op het grote podium, als grote mannen. Na 46 minuten voelt de documentaire afgerond - het zou zomaar het einde van een Lola da Musica-aflevering kunnen zijn, de legendarische jaren negentig muziekserie van de VPRO.

De cirkel is rond. Op het festival zorgt Milo vlak na de show voor het meest emotionele moment, denkend aan zijn overleden moeder. Het is een hartverscheurende passage. De blikken van de passanten bewijzen het. Ze zijn zo onder de indruk dat ze zelfs hun telefoon niet tevoorschijn halen om het eens even zelf te filmen - al werd dat natuurlijk al door Garcia gedaan.

Het overbodige uur dat in Tot we breken nog ná die Lowlands-editie volgt, stipt de psychologische problemen bij de twee kompanen van Milo ook nog eventjes aan, maar lijkt steeds weg te vluchten voordat er een vorm van diepgang wordt bereikt, laat staan een emotionele catharsis van een vergelijkbare orde. De angststoornis van Karel (met zijn sterrenpartner Maan) verdiende meer rust en aandacht. Boaz' lastige jeugd evenzo.

De film wordt almaar rommeliger en vlucht - eigenlijk net zoals de jongens zelf - toch maar weer naar de muziek. Dat onvermijdelijke tweede album moet opnieuw een succes worden. Daarmee komt regisseur Garcia op een emotioneel terrein dat iedere muziekliefhebber kent uit de beruchte Metallica-docu Some Kind of Monster. De ego's die gaan opspelen, gedonder met managers én contractonderhandelingen over de verdeling van de poet. Het zijn haast blasé clichés voor ons gewone kijkbuiskinderen.

Nu de droom geen droom meer is, wordt popster zijn net zoiets als stucen. Werk. Een pijnlijke werkelijkheid die elke succesvolle muzikant ooit moet doorleven. Met Goldband zal het - zo lijkt het - wel goedkomen, maar de documentaire glipt door de vingers van regisseur Garcia. De aandacht verslapt, het meeleven verdwijnt. De jongens zijn waar ze wilden zijn. Nu moeten ze er zelf maar mee dealen. En wij? Wij bekijken het maar.

Goldband: Tot We Breken is te zien bij Prime Video.